Artikel 56.
Het bepaalde in dit hoofdstuk geldt met dien verstande, dat
aan de ambtenaren of gewezen ambtenaren nimmer minder voordelen
toekomen dan wanneer de Ziektewet op hen van toepassing zou zijn
geweest.
HOOFDSTUK VII
Overige rechten en verplichtingen van de ambtenaar
Artikel 57.
1 De ambtenaar is gehouden de plichten uit zijn ambt voort
vloeiende nauwgezet en ijverig te vervullen en zich te gedra
gen, zoals een goed ambtenaar betaamt.
2, Hij behoort zich te onthouden van het bezigen van vloeken
en van ruwe of onzedelijke taal.
3. Het is de ambtenaar verboden om in dienst of bij gekleed
gaan in uniform insignes of andere onderscheidingstekenen of in
dienst unifcrmkleding;tukken te dragen, een en ander voor zover die
niet van gemeentewege zijn verstrekt of voorgeschreven of tot
het dragen waarvan niet door Burgemeester en Wethouders ver
gunning is verleend. Dit verbod is niet toepasselijk ten aan
zien van eretekenen, tot/het aannemen of dragen waarvan door
het wettig gezag verlof is verleend.
Artikel 58.
De ambtenaar is verplicht te voldoen aan hetgeen voor hem in
sake het afleggen van een eed of een belofte bij de wet, bij in
structie of bij besluit van Burgemeester en Wethouders is bepaald.
Artikel 59.
Ter zake van niet-naleving van bepalingen, welke redelijker
wijs niet kunnen worden geacht de ambtenaar bekend te zijn,
worden hem geen voordelen onthouden cf nadelen toegebracht.
Artikel 60.
In strijd met een voor hem geldende regeling worden de ambte
naar geen voordelen onthouden of nadelen toegebracht.
Artikel 61
Indien de ambtenaar door ziekte of anderszins verhinderd is
zijn dienst te verrichten, is hij verplicht daarvan, onder op
gave van redenen, zo tijdig mogelijk mededeling te doen.
Artikel 62.
1 Do ambtenaar is verplicht te wonen in de gemeente; hem kan
Joor Burgemeester en Wethouders, indien het belang van de dienst
zulks vordert, de verplichting worden opgelegd, in een bepaald
aeel van de gemeente te wonen dan wel binnen een bepaalde af
stand van ae nlaats, waar rui zijn werkzaamheden heeft te ver
richten.
2, Echter kunnen Burgemeester en Wethouders hem van een ver
plichting ingevolge het eerste lid ontheffing verlenen. Een
verleende ontheffing kan, met inachtneming van redelijke over-
b^ngsbepalingenworden ingetrokken, wanneer het dienstbelang
Caa£ langer gedoogt. Recht op vergoeding van kosten wegens
^rhuizing bestaat in dit geval niet, tenzij de ontheffing ter
zake van woningnood is verleend.
Artikel 63
1," ain6"tenaar is verplicht, indien hem door Burgemeester en
^houders een ambts- of dienstwoning ter bewoning is aangewe-
.1?' ^eze "te betrekken en zich ter zake van de bewoning en het
b£uik te gedragen naar de voorschriften, die daaromtrent zijn