l
I
I
Artikel 110.
1 Anders dan op eigen verzoek, bij wijze van straf of inge-B
volge de artikelen 103, 105, 1 06, 107,108,109 en 111 van dit re-1
glementkan de ambtenaar slechts worden ontslagen op grond
van:
a. verlies van een vereiste, bij de aanstelling door het be- I
voegd gezag gesteld, tenzij het vereiste alleen bij aan
vaarding van het ambt geldt;
b. aangaan van een graad van zwagerschap, die de benoembaar-1
heid tot het ambt zou uitsluiten;
c. staat van curatele krachtens onherroepelijk geworden rech
terlijke uitspraak;
d. toepassing van lijfsdwang, wegens schulden, krachtens on
herroepelijk geworden rechterlijke uitspraak;
e. onherroepelijk geworden veroordeling tot vrijheidsstraf
wegens misdrijf;
f. het geraken op grond van ziels- of lichaamsgebreken in een
toestand van ongeschiktheid voor de verdere vervulling van
zijn ambt, behouden'.) inachtneming van het bepaalde in ar
tikel 42
g» onbekwaamheid of ongeschiktheid voor het door hem beklede I
ambt, anders dan cp grond van ziels- of lichaamsgebreken,
2, Behalve in het geval onder e van het eerste lid bedoeld,
wordt een ontslag op grond van dit artikel steeds eervol ver-I
leend. Het kan niet vroeger ingaan dan de dag, volgende op dial
waarop de reden voor het ontslag voor het eerst aanwezig was. r
artikel 111.
1Op voordracht van Burgemeester en Wethouders kan de Raail
bepalen dat een bepaalde ambtenaar in vaste dienst kan worden!
ontslagen op een bij zijn besluit omschreven grond, niet val
lende onder de gronden in vorige artikelen genoemd.
2» In geval van ontslag ingevolge dit artikel treft de Raad
op voordracht van Burgemeester en Wethouders een regeling, waal
bij de gewezen ambtenaar een uitkering verzekerd wordt, welke!
naar 's Raads oordeel, met het oog op de omstandigheden rede-I
lijk is te achten,, Deze uitkering zal in geen geval minder mo-l
gen zijn dan die, welke de gewezen ambtenaar op grond van het I
bepaalde in het volgende artikel zou toekomen, in geval van
een ontslag als daar bedoeld.
3, In geval van ontslag ingevolge artikel 110, eerste lid, I
onder g, kan de Raad, op voordracht van Burgemeester en Wet- I
houders, een regeling treffen, als bedoeld in het tweede lid I
van dit artikel,
Artikel 112.
Aan de gewezen ambtenaar, wie eervol ontslag is verleend
krachtens artikel 105, eerste lid, wordt, indien hij niet met
ingang van zijn ontslag bij de gemeentelijke personeelsre-
serve wordt aangesteld, ten laste van de gemeente een wacht
geld toegekend op de voet van de daarvoor bij afzonderlijke
verordening vastgestelde bepalingen.
Art ikel 113.
1 De bezoldiging van de ambtenaar wordt niet langer uitbe
taald dan tot en met de dag van zijn overlijden.
2. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de ambtenaar
wordt aan zijn weduwe een bedrag uitgekeerdgelijkstaande me
"de"
de bezoldiging van de overledene over een tijdvak van 3 maan
den. Laat de overledene geen weduwe na, dan geschiedt de uit
kering ten behoeve van de minderjarige wettige, erkende natuur
lijke en pleegkinderen van de ambtenaar. Ontbreken ook zodani
ge kinderen, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene
kostwinner was van ouders, broeders, zusters of meerderjarige
kinderen, ten behoeve van deze betrekkingen,
3. In geval het overlijden een tijdelijk ambtenaar betreft
aet een diensttijd van minder dan een jaar, die geen kostwinner
is, bedraagt de uitkering in afwijking van het bepaalde in het
Torige lid 1/52 van de bezoldiging, over een jaar berekend,
voor elke volle maand, die de ambtenaar in dienst der gemeente
heeft doorgebracht, met een minimum van 4/52 van die bezoldiging.
4. Indien de overleden ambtenaar geen betrekkingen, als be
doeld in het tweede lid, nalaat, kan het daarbedoelde bedrag
door het bevoegd gezag geheel of ten dele worden uitgekeerd
voor de betaling van de kosten der laatste ziekte en der begra
fenis, zo de nalatenschap van de overledene voor de betaling
I dier kosten ontoereikend is.
Artikel 114.
1. Gedurende de maand van het overlijden en de volgende 3
Handen behouden de achterblijvende gezinsleden het gebruik
I der ambts- of dienstwoning, waarin zij met de ambtenaar woon-
I den, Daarvan kan echter worden afgeweken, als Burgemeester en
I ïethouders dat in het belang van de dienst noodzakelijk achten.
I Alsdan wordt door hen naar billijkheid een schadevergoeding ge-
I geven.
2. Bij vrijwillig verlaten van de ambts- of dienstwoning bin-
I 'aen de termijn, gedurende welke de woning nog mag worden ge-
I ïruiktkunnen Burgemeester en Wethouders te hunner beoorde-
I -ing een vergoeding geven.
Artikel 115.
Indien door de ambtenaar voor het gebruik der ambts- of
üenstwoning een vergoeding verschuldigd wasvoldoen de ach
tergebleven gezinsleden deze over de tijd, gedurende welke zij
het gebruik dier woning behouden
HOOFDSTUK XI
Georganiseerd overleg en medezeggenschap
Artikel 116-
1Ten einde een geregeld overleg te doen plaats vinden aan-
=sande de vaststelling, aanvulling, wijziging, intrekking en
Repassing van op de ambtenaren toepasselijke algemeen verbin
dende voorschriften, wordt, voor zover daarin niet wordt voor-
2len door het Centraal Overleg ingevolge de gemeenschappelijke
egeling betreffende de behandeling van gemeentelijke perso
neelsaangelegenheden, een commissie voor georganiseerd over
ig ingesteld.
2. Ter beraadslaging over onderwerpen betreffende de werk-
'tjze van en de dienstvoorwaarden bij een tak van dienst kan
medezeggenschapscommissie worden ingesteld.
5. De samenstelling en de werkwijze der commissies, bedoeld in
leden 1 en 2worden bij afzonderlijke verordening geregeld.
"HOOFD-"