JL4- Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1952. Bijlage no. 207, Leeuwarden, 19 September 1952. Aan de gemeenteraad. Zoals wij in bijlage nr.206 hebben toegelicht, zal ten gevolge van de gewijzigde regeïingspolitiek met betrekking tot de electriciteitstarieven de gemeente voor stroomin- koop jaarlijks rond f. 250.000,-- meer verschuldigd zijn aan het provinciaal electriciteitsbedrijf Toepassing van afschrijving op basis van vervangings waarde en berekening van 5% rente over het z.g. meewerkende kapitaal, overeenkomstig de richtlijnen van de regering, brengt voor het gemeentelijk electriciteitsbedrijf een las tenstijging mede van rond f. 195.000,-- per jaar. Voor een nadere specificatie van het bedrag der afschrijvingen mogen wij U verwijzen naar de bij de stukken overgelegde bijlage A. De totale stijging van de lasten zal derhalve rond f. 450.000,-- bedragen. Uit de beschouwingen van de minister van economische za ken, zoals deze zijn vastgelegdin de z.g. electriciteitsnota blijkt naar ons gevoelen duidelijk, dat beperking van het verbruik van electriciteit te dezen het primaire doel is en dat de regering dit o.m. denkt te bereiken door tariefsverho ging, waarbij zij uitgaat van de vervangingswaarde om deze verhoging bedrijfseconomisch te verdedigen. Uit sociale overwegingen wordt een primair verbruik van 240 kWh voor kleinverbruikers echter van kWh.prijs-verhoging uitgezonderd. Algehele toepassing van de theorie van de vervangings waarde wordt, nu aan andere gemeentebedrijven, b.v. gasbe drijven, geen aandacht wordt geschonken, van regeringswege niet bepleit. Aangezien bovendien de consequenties van het toepassen van de vervangingswaardeleer bij het gemeentelijk electrici- teitsbedrijf in tijden van prijsdaling voor de gewone dienst der gemeente momenteel niet duidelijk kunnen worden bezien, menen wij, dat het aanbeveling verdient voorshands het op basis van vervangingswaarde calculeren van de aan de tarieven ten grondslag liggende kostprijs achterwege te laten. Dit klemt naar ons oordeel wel in het bijzonder, nu ten aanzien van het gemeentelijk electriciteitsbedrijf in de afgelopen jaren een financieel gezond beleid is gevoerd. Immers door de beperking van de winstuitkering tot f. 275.000,-- konden niet onbelangrijke bedragen bij het bedrijf gereserveerd blijven. Zo kon over de jaren 1948 t/m 1951 een bedrag van f. 200.000, voor extra afschrijving op nieuwe kapitaalswerken worden aan gewend, terwijl nog een reserve ten bedrage van f. 393.000, voor hetzelfde doel ter beschikking staat. Door deze bedrijfs voering is bereikt, dat investeringen tot een bedrag van f. 593.000,konden of nog kunnen plaats vinden, zonder dat niervoor middelen op de kapitaalmarkt behoeven te worden aan getrokken, terwijl bovendien de tarieven tot dusverre niet tot het volgens de prijsvoorschriften toelaatbare maximum be- noefden te worden opgevoerd. Zowel het belang van de verbrui kers als dat van hei: bedrijf is door de gevolgde politiek ge ilend. Wij zijn dan ook van oordeel, dat dit zeker niet on gezonde beleid, hetwelk practisch tot vrijwel gelijke resul- "taten"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1952 | | pagina 616