1 sing van de gezinsreductie - niet door het Rijk vergoed, waar door ter compensatie van deze inkomstenderving andere middelen tot dekking dienen te worden aangewezen en zulks is naar onze mening niet wel mogelijk. Buitengewoon lager onderwijs. Tot aan het schoolgeld jaar 1950/1951 vond de heffing van schoolgeld voor het onderwijs aan de gemeentelijke school voor Buitengewoon lager onderwijs plaats krachtens de door burgemees ter en wethouders bi-j hun besluit van 21 Juni 1945 vastgestelde verordening (gemeenteblad 1946, no. 8). De schoolgeldheffing voor de leerlingen van de openbare en bijzondere schippersschool geschiedt sedert het schoolgeld jaar 1945/1946 krachtens artikel 22 van het Tijdelijk Besluit schoolgeld lager onderwijs 1945, waarbij is bepaald, dat "behou dens onvermogen, voor leerlingen van het gewoon lager onderwijs, behorende tot de varende en rijdende bevolking, die niet geregeld de school bezoeken, een schoolgeld verschuldigd is van f. 0,10 per week, bij vooruitbetaling te voldoen aan het hoofd der school die dit op de wijze door burgemeester en wethouders te bepalen, aan de gemeente-ontvanger afdraagt". Op 1 Januari 1950 is in werking getreden het Koninklijk Be sluit van 28 December 1949, stbl. no. J 596 (Besluit buitenge woon lager onderwijs 1949) tot rangschikking onder het buitenge woon lager onderwijs van de scholen voor kinderen, die wegens ziels- of andere gebreken of uit maatschappelijke oorzaak niet in staat zijn geregeld en met vrucht het gewone onderwijs te volgen of wier gedrag het noodzakelijk maakt hun buitengewoon onderwijs te doen geven. Voor deze gemeente vallen onder de werking van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 194 9 de openbare en bijzondere school voor zwakzinnigen, de openbare en bijzondere schippers school en de school voor ziekelijke kinderen van de Vereniging Leeuwarder Parkherstellingsoord. In artikel 20 van laatstgenoemd Koninklijk Besluit is be paald, dat "ter tegemoetkoming in de kosten van het buitenge woon lager onderwijs door de gemeenten of de instellingen of_ verenigingen, welke de scholen in stand houden, overeenkomstig de regelen, welke te dien aanzien voor het gewoon lager onder wijs gelden, schoolgeld wordt geheven". Dit betekent, dat de heffing van het schoolgeld voor de openbare en bijzondere school voor zwakzinnigen en de bijzondere school voor ziekelijke kinderen (met de openbare en bijzondere schippersschool is dit reeds het geval)met ingang van het schoolgeld jaar 1950/1951 geschiedt volgens de bepalingen van het Tijdelijk Besluit schoolgeld lager onderwijs 1945. Het tarief, dat voor het schoolgeld jaar 1950/1951 ingevol ge de bovenaangehaalde verordening (gemeenteblad 1946, no.8) gold ten aanzien van de gemeentelijke school voor buitengewoon lager onderwijs, komt vrijwel overeen met dat, hetwelk krach tens het Tijdelijk Besluit schoolgeld lager onderwijs 1945 met een vermenigvuldigingsfactor 2 geheven wordt voor het ge woon lager- en voortgezet gewoon lager onderwijs. Wij zijn van mening dat deze toestand dient te worden bestendigd, omdat,nu even als voor het gewoon lager- en voortgezet gewoon lager onderwijs, met ingang van het schoolgeldjaar 1951/1952 voor de scholen voor buitengewoon lager onderwijs (met uitzondering van de schippers- scholen) de gezinsreductie wordt toegepast, er geen reden is om de bestaande verhouding tussen het schoolgeld voor het buiten gewoon lager onderwijs en het uitgebreid lager onderwijs (1 1,2) te wijzigen. n^_„ Tenslotte geldt ook voor het buitengewoon lager onderwijs de bij het gewoon lager- en het voortgezet gewoon lager onder wijs gemaakte opmerking, dat bij verlaging van het vermenigvul- digingscijfer de vermindering van de opbrengst der schoolgelden niet door het Rijk wordt vergoed. Resumerende kunnen de hiervoor omschreven maatregelen tot verlaging der schoolgelden welke door de gemeente worden geheven als volgt worden samengevat: 1Middelbaar- en voorbereidend hoger onderwijs a. met ingang van het schoolgeld jaar 1949/1950, invoering van de gezinsreductie; b. met ingang van het schoolgeld jaar 1950/1951, verlaging der tarieven. Deze bepalingen zijn reeds opgenomen in de door de Raad bij be sluit van 2 Juli 1952 vastgestelde verordening. 2. Uitgebreid lager onderwijs: a. met ingang van het schoolgeldjaar 1950/1951, vaststelling van een vermenigvuldigingscijfer van 0.8; hiertoe zal alsnog door de Raad moeten worden besloten; b. met ingang van het schoolgeldjaar 1951/1952, invoering van de gezinsreductie, krachtens het Tijdelijk Besluit school geld lager onderwijs 1945- 5Gewoon lager- en voortgezet gewoon lager onderwihs Met ingang van het schoolgeld jaar 1951/1952invoering van de gezinsreductie, krachtens het Tijdelijk Besluit schoolgeld la ger onderwijs 1945. 4. Buitengewoon lager onderwijs: a. met ingang van het schoolgeld jaar 1950/1951 wordt het school geld geheven krachtens het Tijdelijk Besluit schoolgeld la ger onderwijs 1945; de heffingsverordening opgenomen in ge meenteblad 1946 no. 8 vervalt; b. met ingang van het schoolgeld jaar 1950/1951, vaststelling van een vermenigvuldigingscijfer van 2hiertoe zal alsnog door de Raad moeten worden besloten; c. met ingang van het schoolgeldjaar 1951/1952, invoering van de gezinsreductie krachtens het Tijdelijk Besluit school geld lager onderwijs 1945. Met verwijzing naar het vorenstaande en onder mededeling, dat de financiële commissie zich hiermede kan verenigen, stellen wij u voor met ingang van het schoolgeld jaar 1950/1951 het ver menigvuldigingsci jfer te bepalen op Ó.8 voor het uitgebreid la ger onderwijs en op 2 voor het buitengewoon lager onderwijs en derhalve over te gaan tot vaststelling van het hierna in ontwerp afgedrukte besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T.Bakker, Secretaris. Verzonden 11 October 1952.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1952 | | pagina 633