Ho. 12853
DB RAAD DER G-EMEEHTE IEEIJWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
3 November 1952 (bijlage no. 230)
Gelet op de artikelen 170 en 228 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
ten behoeve van de woningbouw met de N.V. Bank voor Nederland-
sohe Gemeenten te s-Gravenhage per 1 December 1952 een geld-
lening aan te "gaan tot een bedrag van f. 380.000,-- (drie hon
derd tachtig duizend gulden) a pari, onder de volgende voor
waarden.
A. De gehoudenheid van geldgeefster tot het verstrekken
aan geldneemster van deze geldlening zal evenwel komen te ver
vallen:
a. indien naar het oordeel van geldgeefster van haar in rede
lijkheid het verstrekken van de geldlening niet kan worden
verlangd, omdat één of meer van de instellingen, die aan
haar, geldgeefster, de nodige gelden voor het aangaan van
de onderhavige en overeenkomstige geldleningen zullen ver
strekken, die gelden niet of niet ten volle zullen verstrek
ken op grond van de dienaangaande in de met deze instellingen
door geldgeefster gesloten overeenkomsten vervatte bepalingen;
b. indien het gemiddelde rendement van de certificaten der 2^
Nederlandse Werkelijke Schuld over enige periode van drie aan
eengesloten maanden in het tijdvak 1 Juni 1952 tot de datum
van opneming van het ter leen verstrekte bedrag of van een
gedeelte daarvan, in vergelijking met het gemiddelde rende
ment over de maanden Juni 1951 tot en met Augustus 1951 met
1/4 of meer is gestegen. Het gemiddelde rendement van de
certificaten der 2-g Nederlandse Werkelijke Schuld over een
periode van drie maanden is het rekenkundig gemiddelde van
de rendementen, op elke beursdag ter beurze van Amsterdam
in die periode te berekenen door de middenkoers of bij ge
brek daarvan de middenkoers voor de dag, waarop voor het
laatst een officiële notering plaats vond, te delen op 250.
De middenkoers op een dag wordt bepaald op het rekenkundig
gemiddelde van de hoogste en laagste officiële notering,
welke op die dag ter beurze van Amsterdam plaats vond, dan
wel indien op een dag slechts een officié'le notering tot
stand kont, op de officiële not ring van dia dag.
De uitbetaling zal geschieden tegen afgifte door geldneem-
ster aan geldgeefster van een schuldbekentenis, waarin verwezen
wordt naar deze akte en waarin de valutadatum wordt vermeld,
waaronder de rekening van geldneemster bij geldgeefster wordt
gecrediteerd.
B. De lening zal onderworpen zijn aan de volgende
Bepalingen:
Artikel 1. Geldneemster zal over het onafgeloste nominale be
drag der-lening een tegen vier ten honderd berekende rente per
jaar betalen. De rente zal, tezamen met de aflossing, op annuï
teitsbasis worden voldaan in vijf en twintig jaarlijkse termij
nen, elk groot f. 24.324,54, van welke termijnen de eerste ver
valt op 1 December 1953, de tweede een jaar later en zo vervol
gens
Artikel 2. Het is geldneemster niet toegestaan de ter leen ont
vangen gelden vervroegd of versterkt af te lossen.
"Ar-"