No. 13930.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen de op 11 en 17 November j.l. Ingekomen verzoek
schriften van acht hierna te noemen ouders om een tegemoetko
ming als bedoeld in artikel 13 der Lager-onderwijswet 1920 te
ontvangen
Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
4 December 1952 (bijlage no. 251)
BESLUIT
gerekend met ingang van 11 November 1952 aan de heren:
T. Blaauw, Elisabethstraat 36;
J. Deinum, Schalkburgerstraat 29;
N. van der Heide, Heer Ivostraatje 61;
J. van der Hoek, Snekertrekweg 29;
T.L. Joustra, Blekerstraat 8a;
J. Kientz, Chopinstraat 6 en
H. van der Ileulen,Roekstraat 17 en gerekend met ingang van
17 November 1952 aan de heer S. Peenstra, Spanjaardsstraat 3,
overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, juncto artikel 70,
der Lager-onderwijswet 1920, gedurende het schoolbezoek en
tot wederopzegging de kosten wegens het gebruik maken door
hun kinderen van de autobus van de stadsdienst ten behoeve
van het bezoeken van de bijzondere school voor buitengewoon
lager onderwijs aan ziekelijke kinderen (Parkherstellingsoord),
alhier, volledig te vergoeden en deze vergoeding uit te beta
len aan de administrateur van genoemde school.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1952. Bijlage no.252.
Leeuwarden, 10 December 1952.
Aan de Gemeenteraad.
Hierbij doen wij U toekomen een nieuw ontwerp-plan tot
partiele herziening van het uitbreidingsplan in onderdelen,
vastgesteld bij raadsbesluit van 22 Pebruari 1939, nr.35R/16,
voor de gronden, gelegen tussen de spoorlijn Leeuwarden-
Stiens,het Schapendijkje, de bebouwde kom, de Harlingerstraat-
weg, alsmede voor de gronden, gelegen onmiddellijk ten zui
den van de Harlingerstraatweg en het Harlingerplein, met de
daarbij behorende bebouwingsvoorschriften.
Zoals U bekend is, werd reeds eerder, namelijk bij Uw
besluit van 25 April 1951 (bijlage no. 90), een plan voor
dit gebied door U vastgesteld. Aan dit plan hebben Gedepu
teerde Staten evenwel bij hun besluit van 10 Maart 1952,
1ste afdeling, nr. 201, welk besluit bij de stukken voor U
ter inzage ligt, op formele gronden hun goedkeuring onthou
den.
Het nieuwe ontwerp-plan stemt in hoofdzaak met het bij
Uw besluit van 25. April 1951 vastgestelde plan overeen.
Slechts waar dit noodzakelijk of wenselijk bleek, zijn in
het destijds vastgestelde plan wijzigingen aangebracht. De
voornaamste wijzigingen betreffen de volgende punten:
a. Enkele gronden zijn, in afwijking van de bestemming in
het eerder genoemde plan, thans bestemd voor meergezins-
huizen met vier woonlagen, terwijl aan de Harlingerstraat-
weg een gebouw met vijf woonlagen is geprojecteerd.
b. De gronden, gelegen onmiddellijk ten zuiden van de Har-
lingerstraatweg en het Harlingerplein zijn thans eveneens
in de herziening betrokken, zodat een duidelijker beeld
wordt verkregen van de toekomstige bebouwing rond dit plein.
c. De gronden, gelegen ten noorden van de Harlingerstraatweg
nabij de spoorlijn Leeuwarden-Stienszijn thans bestemd voor
eengezinswoningen; aanvankelijk waren deze gronden bestemd
voor boven- en benedenwoningen.
d. De straatprofielen zijn verder over het algemeen iets
smaller gemaakt, waardoor op de kosten van straataanleg kan
worden bezuinigd.
Verder is, zowel in het plan als in de bebouwingsvoor
schriften rekening gehouden met verschillende opmerkingen,
die Gedeputeerde Staten te onzer kennis brachten en zijn de
bebouwingsvoorschriften in overeenstemming gebracht met die,
welke voor het uitbreidingsplan Oost zijn vastgesteld.
Tenslotte heeft het Harlingerplein in het nieuwe plan
een andere indeling gekregen. Deze indeling wijkt af van die,
welke wij bij ons voorstel van 28 Maart 1952 (bijlage nr.67)
te Uwer kennis brachten. De nieuwe indeling is tot stand ge
komen na uitgebreid overleg met de Rijkswaterstaat en ver
schillende andere instanties. Naar onze mening biedt de
thans gevolgde indeling een goede oplossing voor de verschil
lende verkeersmoeilijkheden, die zich op dit belangrijke
verkeerspunt kunnen voordoen. Bovendien is het niet uitge
sloten, dat het Rijk in de kosten van het aanleggen van dit
uitvoering volgens de thans gevolgde indeling,
subsidie zal verlenen.
Voor nadere bijzonderheden met betrekking tot het nieuwe
plan mogen wij u voorts verwijzen naar de bij dit voorstel