Subsidie aan de Chr. Landbouwwinterschool te Dokkum.
Bijlage no. 85. Leeuwarden, 21 April 1953*
Aan de Gemeenteraad.
Bij schrijven d.d. 10 December 1952, no. R. 681/2, ver
zoekt het bestuur van de Christelijke Landbouwwinterschool
te Dokkum voor het kalenderjaar 1952 een subsidie van f.55
uit de gemeentekas voor een in deze gemeente woonachtige
leerling.
Uit de overgelegde begroting 1952 en exploitatierekening
1951, welke bij de raadsstukken voor U ter inzage zijn ge
legd, blijkt, dat het exploitatietekort berekend wordt op
f. 55,-- per leerling per half jaar. De uit Leeuwarden afkom
stige leerling is bij de aanvang van de cursus 1952/53 inge
schreven.
Naar aanleiding van dit adres mogen wij het volgende
onder Uw aandacht brengen.
Zoals U bekend is, geeft de gemeente Leeuwarden een bij
drage in de exploitatiekosten van lagere landbouwscholen voor
elke uit deze gemeente afkomstige leerling van f. 15,--.
Het middelbaar landbouwonderwijs wordt in Friesland ge
geven aan vier landbouwwinterscholen, welke zijn gevestigd in
Leeuwarden, Drachten, Sneek en Dokkum. De eerste drie zijn
rijksscholen, waarvan de exploitatie geheel wordt gefinan
cierd door het Rijk. De te Dokkum gevestigde school is een
bijzondere school, welke gedeeltelijk gesubsidieerd wordt
door het rijk, terwijl het exploitatietekort moet worden ge
dekt door vrijwillige bijdragen van gemeenten, verenigingen
en particulieren. Het schoolgeld aan de Rijkslandbouwwinter-
scholen bedraagt f. 25,-- per winter-halfjaar en aan de
school te Dokkum f. 75,--.
De scholen te Leeuwarden en Dokkum zijn ten aanzien van
het te geven onderwijs gelijksoortige scholen. Wat de levens
beschouwelijke richting betreftverschillen zij in doelstel
ling. Indien deze scholen onder de bepalingen van de Nijver
heidsonderwijswet zouden vallen (het landbouwonderwijs is nog
steeds niet wettelijk geregeld), zou, volgens beslissing van de
Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, voor de
school te Dokkum de door de gemeente Leeuwarden te betalen
bijdrage verplicht zijn, aangezien door het verschil in doel
stelling beide scholen niet als gelijksoortig kunnen worden
beschouwd. Zowel in verband met dit standpunt van de minister
als met de door U gevolgde gedragslijn ten aanzien van het
lager landbouwonderwijs, komt het ons billijk voor de school
te Dokkum te subsidiëren naar verhouding van het aantal uit
Leeuwarden afkomstige leerlingen, dat deze school bezoekt.
Aangezien het exploitatietekort wel niet elk jaar even
groot zal zijn, zouden wij een eventueel ook voor volgende
kalenderjaren toe te kennen subsidie niet volstrekt willen
laten afhangen van zulk een tekort, al moet dit er uiteraard
wel verband mee houden.
Op"