No. 4395- DE RAAD DER GE MEE NTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 April 1953 (bijlage no. 86) Gelet op de artikelen 170 en 228 van de Gemeentewet; BESLUIT s met de Stichting Spaarbank de Centrale Volksbank te Utrecht per 1 Juli 1953 een geldlening aan te gaan tot een bedrag van f. 400.0C0,-- (vier honderd duizend gulden), tegen een koers van 99 De uitbetaling zal geschieden door overschrijving bij het Agentschap Leeuwarden van de Nederlandse Bank, op de rekening van de Coöperatieve Zuivelbank te Leeuwarden, ten gunste en op naam van geldnemer. Geldnemer zal van het onafgeloste gedeelte van de lening een tegen 3 3/4 per jaar te berekenen rente betalen, te voldoen op 2 Januari en 1 Juli van elk jaar. De op 2 Januari 1954 verschuldigde rente zal worden berekend van 1 Juli 1953 af. Het bedrag der lening zal worden afgelost als volgt: in de jaren 1954 tot en met 1993 telkens f. 10.000,-- per jaar. De aflossingen zullen achtereenvolgens worden voldaan op 1 Juli van elk jaar, de eerste aflossing op 1 Juli 1954, de laatste op 1 Juli 1993. Geldnemer zal uitsluitend extra mogen aflossen op de aflossings verschijndagen, doch a. eerst op of na 1 Juli 1963 en dan in de jaren 1963 tot en met 1967 slechts tegen de koers van lOli b. op of na 1968 tegen de koers van 101 Alle aan geldgever verschuldigde betalingen zullen geschieden door storting of overschrijving bij De Twentsche Bank N.V. te Utrecht of bij nader door geldgever aan te wijzen plaats van betaling, ten gunste van de rekening van geldgever. De lening zal verder onderworpen zijn aan de volgende bepa lingen: Art1Geldnemer zal het originele goedgekeurde besluit, waar- bij machtiging is verleend tot het aangaan van de geldlening, geconstateerd bij de bovenvermelde onderhandse overeenkomst, aan geldgever ter inzage toezenden en aan laatstgenoemde een gewaar merkt afschrift hiervan overleggen. Art2De uitbetaling zal eerst geschieden na overlegging door geldnemer van een schuldbekentenis, opgemaakt overeenkom stig het ontwerp van geldgever. geldnemer aan Art3Uiterlijk 5 dagen na de overschrijving,z-1 geldgever doen toekomen een ontvangstbewijs, opgemaakt overeenkomstig het ontwerp van geldgever. Is de zesde dag na de overschrijving voormeld ontvangstbewijs niet in het bezit van geldgever, dan zal geldnemer aan geldge ver naast de overeengekomen rente bovendien een boete verschul digd zijn van vijf en twintig gulden (f. 25,voor elke dag, waarop het ontvangstbewijs later dan de zesde dag na de over schrijving in het bezit van geldgever zal zijn, onverminderd het recht van geldgever om krachtens artikel 8 dezer overeen komst het overgeschreven bedrag met renten en kosten berekend vanaf de dag van overschrijving onmiddellijk op te eisen. "Art.4" Art4Bij de berekening van rente zal elke maand op 30 da gen en elk jaar op 360 dagen worden gesteld. Art. 5« Extra aflossing kan slechts plaats vinden, indien geld nemer van zijn voornemen daartoe tenminste drie maanden tevoren aan geldgever schriftelijk zal hebben kennis gegeven. Deze kennis geving is onherroepelijk en verplicht geldnemer om op de gestelde datum de extra aflossing te voldoen. Bedragen, die extra worden afgelost, zullen gerekend worden allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossingstermijn, daarna van de voor laatste en zo vervolgens. Art6De betalingen zullen geschieden in Nederlands geld zon der korting of schuldvergelijking en zonder kosten voor geldge ver. Geen kwijting kan worden gevorderd voor en aleer de verschul digde bedragen voor rente en aflossing in het bezit van geldge ver zijn, of op de door hem aan te wijzen betalingsplaats zijn gestort. De betalingen zullen gerekend worden allereerst te zijn ge schied ter voldoening van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de vergoedingen, vervolgens van de rente en het laatst van de hoofdsom. Art7Indien geldnemer het aan aflossing of renten verschul digde niet op tijd en overeenkomstig het in art.6 bepaalde heeft voldaan, zal hij aan geldgever betalen als boete een bedrag ge lijk aan 6 per jaar van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatigheid. Hierbij wordt een gedeelte van een maand voor een volle gerekend. Art8Het onafgeloste gedeelte van het bedrag der lening is, met de rente en de kosten, onmiddellijk opeisbaar abij niet-nakoming van een of meer der in deze overeenkomst vermelde bepalingen of aangegane verbintenissen; b. bij door geldnemer gedaan verzoek tot het bekomen van sur séance van betaling; c. bij faillietverklaring van geldnemer. Geldnemer zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voor vallen van een der vermelde gevallen van onmiddellijke opeisbaar heid, zonder dat voorafgaande ingebrekestelling door een bevel of andere soortgelijke akte nodig is. Art9De belastingen, waarmede de betaling van renten mocht worden getroffen, komen ten laste van geldnemer. Art.10. Geldnemer zal, binnen 2 maanden nadat geldgever het verlangen daartoe aan geldnemer schriftelijk zal hebben te ken nen gegeven, aan en op kosten van geldgever, obligatien aan toon der leveren, elk nominaal groot 1.000,-- of 500,-- gulden, voorzien van coupons en zonodig van talon, zulks ten belope van het op het tijdstip dier levering nog onafgeloste gedeelte van het bedrag der lening, afgerond tot een veelvoud van 1.000,-- of 500,-- gulden en onder verplichting van gelijktijdige aflos sing van het deel van het bedrag der lening, dat het veelvoud overtreft. Het model en de redactie van mantel, coupon en talon worden aan de goedkeuring van geldgever onderworpen. De bepalingen van de overeenkomst en deze algemene bepalingen gelden ook voor de ze obligatien voor zover volledige toepassing niet onmogelijk is. De uitloting der obligatien geschiedt jaarlijks in hetopen baar. Geldnemer maakt de uitslag uiterlijk een maand voor de betaalbaarstelling in ten minste één der te Amsterdam verschij- nende

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 124