Vestigen erfdienstbaarheid van weg op gemeentegrond.
Bijlage no. 100. Leeuwarden, 13 Mei 1953-
Aan de gemeenteraad.
Op 30 Januari 1952 besloot U aan de Coöperatieve Vereniging
tot aankoop en bewerking van landbouwbenodigdheden voor Friesland
(C.A.F.), alhier, te verkopen een perceel industrieterrein, ge
legen tussen het voor in dus trie haven bestemde gedeelte van de
Snekertrekvaart en de ten oosten daarvan geprojecteerde parallel
weg (bijlage no. 26/1952).
Deze verkoop heeft plaats gehad c.a. onder voorwaarde, dat,
indien het industrieterrein van een spooraansluiting wordt voor
zien, het tneleidende spoor op gemeentegrond komt te liggen; de
eventuele aftakking van dat spoor ten behoeve van koopsters be
drijf zal echter op het door haar aangekochte terrein dienen te
liggen. Uit deze bepaling volgt, dat tussen het verkochte ter
rein en de inmiddels reeds aangelegde parallelweg een strook ge
meentegrond beschikbaar zal moeten blijven voor de eventueel
aan te leggen spoorlijr.Bij het uitzetten van de juiste begren
zing van het verkochte terrein is dan ook met het vorenstaande
rekening gehouden.
Door de aanwezigheid van de strook gemeentegrond heeft
koopster thans geen rechtstreekse uitweg van het industrieterrein
naar de openbare weg. Teneinde haar dit recht te verzekeren,
dient ten laste van de bedoelde strook (lijdend erf) en ten
nutte van het verkochte terrein (heersend erf) een erfdienstbaar
heid van weg te worden gevestigd. Onzerzijds bestaan hiertegen
geen bezwaren. Wij geven U dan ook in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierbij overgelegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong 1. Secretaris.
Verzonden 13 Mei. 1953