dien verstande, dat het besluit vóór 1 Juli moet zijn genomen en in werking treedt met ingang van 1 Januari van het tweede daaropvolgende kalenderjaar. Hoofdstuk VII. Opheffing der regeling. Artikel 31. 1. Tot opheffing der regeling kan slechts worden overgegaan na dat twee derde van de raden der gemeenten daartoe heeft be sloten. 2. De opheffing zal ingaan zes maanden nadat het in het vorige lid bedoelde meerderheidsbesluit is tot stand gekomen. 3. Het bestuur zal, zodra tot opheffing is besloten, de ontbin ding van het instituut voorbereiden en tevens de nodige voor zieningen treffen met betrekking tot de liquidatie overeen komstig het volgende artikel. Artikel 32. 1. Van de op het tijdstip van opheffing aanwezige bezittingen van het instituut zal in de eerste plaats een zodanig bedrag worden gereserveerd als nodig is om de voortzetting der reeds toegekende uitkeringen te verzekeren. 2. Hetgeen overblijft, nadat verder alle uitgaven zijn gedaan, zal aan de gemeenten worden uitgekeerd in verhouding van de bijdrage van elke gemeente tot het totaal der gemeentelijke bijdrage over het laatst verlopen kalenderjaar. 3. Hetgeen in geval van opheffing tot dekking van nog te verrich ten uitgaven ontbreekt zal ten laste der gemeenten worden om geslagen naar de in het tweede lid bedoelde verhouding. Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen. Artikel 33. Een afdruk van deze regeling en van^het in artikel 7 bedoelde reglement worden aan iedere deelnemer éénmaal kosteloos en ver volgens slechts tegen betaling van f. 0,25 uitgereikt. Artikel 34» Burgemeester en wethouders dor gemeente Leeuwarden worden overeenkomstig artikel 8 der Wet gemeenschappelijke regelingen belast met de zorg voor de in dat artikel voorgeschreven bekend making in de Uederlandse Staatscourant. Artikel 35- Deze regeling, welke kan worden aangehaald, als Intercommunale I.Z.A.-regeling Friesland, treedt in werking op 1 April 1953»,, Ingeval de in het vorige artikel bedoelde bekendmaking niet vóór laatstgenoemde datum is geschied, treedt zij in werking op de eerste dag van de op die bekendmaking volgende kalendermaand. II. Ho. 5800. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN? Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 Kei 1953 (bijlage no. 106) BESLUIT vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING tot wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement. Artikel I. Na artikel 51 wordt ingevoegd artikel 1. In uitkering wegens ziektekosten van ambtenaren wordt voorzien door toetreding der gemeente tot de gemeenschappelijke rege ling, aangegaan door gemeenten in de provincie Friesland, waarbij is ingesteld het instituut ziektekostenvoorziening voor ambtenaren in dienst dier gemeenten. 2. De ambtenaar, met uitzondering van hem, die blijkens een schriftelijke mededeling van burgemeester en wethouders naar hun oordeel een nevenbetrekking bekleedt, is verplicht in de in het eerste lid bedoelde voorziening deel te nemen. Van deze verplichting kunnen burgemeester en wethouders op zijn verzoek ontheffing verlenen aan de ambtenaar, die tegen deze deelneming gewetensbezwaren heeft. 3- De kosten van deze voorziening worden door de gemeente en de ambtenaar gelijkelijk gedragen. De bijdrage van de ambtenaar wcrdt op zijn bezoldiging ingehouden; zij wordt geregeld bij de gemeenschappelijke regeling, bedoeld in het eerste lid. Burgemeester en wethouders kunnen omtrent de inhouding nadere regelen stellen. Daarin kunnen onder ambtenaren gewezen amb tenaren worden begrepen. Artikel II. Artikel 53 wordt gelezen als volgt: 1. Aan een ambtenaar, die een hoofdbetrekking bekleedt in dienst der gemeente, worden vergoed de in enig tijdvak van ten hoog ste een jaar te zijnen laste blijvende, naar het pordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte kosten voor ver richtingen en leveringen, vallende onder de voorziening, be doeld in artikel 51a, voorzover zij tezamen met de voor de deelneming in deze voorziening verschuldigde bijdrage een be drag overschrijden van 5 van zijn bezoldiging. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kunnen burge meester en wethouders in bijzondere gevallen, indien de nood zakelijke kosten verband houdende met ziekte, welke de ambte naar in enig tijdvak van ten hoogste een jaar voor zich of voor zich en zijn gezin heeft gemaakt, een bedrag overschrij den dat redelijkerwijze te zijnen laste kan komen, in die kosten een tegemoetkoming verlenen. Artikel III. Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum waarop de gemeenschappelijke regeling ziektekostenvoorziening ten behoeve van ambtenaren in dienst der gemeenten in de provin- cie"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 167