IT o81 73
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het schrijven d.d. 24 Juli 1953 van J. Turk-
sma, oud-wethouderalhier, houdende verzoek hem ouderdoms
pensioen te verlenen;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders
d.d. 30 Juli 1953 (bijlage no. 157);
BESLUIT
aan J. Turksma, voornoemd, met ingang van 24 September
1953 ten laste der gemeente een ouderdomspensioen te ver
lenen van f. 570,- per jaar, verhoogd met een toeslag en
een bijzondere toeslag, elk groot f. 143,-.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Wijziging Reglement Medezeggenschap.
Bijlage no. 158. Leeuwarden, 30 Juli 1953.
Aan de Gemeenteraad.
Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behande
ling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden heeft de
aangesloten gemeenten bij schrijven van 14 Juli 1953 mede
gedeeld dat in de praktijk is gebleken, dat in verschillende
gevallen de medezeggenschapscommissies als gevolg van de ge
stelde minima in het Reglement Medezeggenschapscommissies
niet of te eenzijdig kunnen worden samengesteld. Teneinde aan
dit bezwaar tegemoet te komen, meent het Centraal Orgaan in
overeenstemming met de bij het centraal overleg betrokken
personeelsorganisaties een wijziging van de artikelen 4 en 5
van het reglement in overweging te moeten geven.
Naar aanleiding van de mededeling van het Centraal Bu
reau brengen wij onder Uw aandachtdat krachtens het bij Uw
besluit van 19 September 1951 vastgestelde Reglement Mede
zeggenschap voor sommige takken van dienst medezeggenschaps
commissies zijn ingesteld.
Omtrent de samenstelling van deze commissies bepaalt
het reglement, dat elke organisatie, die tenminste tien pro
cent van het personeel, doch niet minder dan vier ambtenaren,
bij de tak van dienst tot haar leden telt, jaarlijks twee amb
tenaren als leden en twee ambtenaren als plaatsvervangende le
den van de commissies aanwijst.
De thans bestaande medezeggenschapscommissies zijn, gelijk
U bekend is, in zekere mate te beschouwen als een voortzetting
van de vroegere dienstcommissies.
Aangezien de mogelijkheden betreffende de samenstelling dier
dienstcommissies minder beperkt waren - vertegenwoordigers van
alle in het plaatselijk Georganiseerd Overleg zitting hebbende
organisaties waren toegelaten - zijn sommige vertegenwoordigers
van organisaties in de vroegere dienstcommissies als 'advise
rende" leden tot de medezeggenschapscommissies toegelaten.
In deze ongewenste toestand zou bij aanvaarding van de
door het Centraal Orgaan aanbevolen wijziging verbetering wor
den gebracht. Door deze wijziging zal n.l. het voor de instel
ling van en de deelneming aan de medezeggenschapscommissies
verplichte ledental van 10 worden teruggebracht tot 7
Het verplichte minimum-aantal leden wordt van vier op zes ge
bracht, hetgeen een betere waarborg schept, dat niet te onbe
duidende organisaties in de commissies zullen worden vertegen
woordigd
Wij achten de beoogde verruiming in het belang van een
goede functionnering van het instituut der medezeggenschaps
commissies
In verband met de in het centraal overleg bereikte over
eenstemming kan plaatselijk overleg omtrent de bovenbedoelde
wijziging achterwege blijven.
Op grond van het bovenstaande stellen wij U voor het
Reglement Medezeggenschapscommissies te wijzigen overeenkom
stig het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.K. Dijkstra, 1.-Burgemeester
Verzonden 5 Augustus 1953. T. Bakker Secretaris.