Groep 5»
per week
kl.l kl.3
per uur
kl.l kl.3
bij aanvang
na 1 jaar
na 2 jaar
na 3 jaar
na 4 jaar
Groep 6.
bij aanvang
na 1 jaar
na 2 jaar
na 3 j aar
na 4 jaar
49,44
50,40
51,36
52,80
54,24
43,68
4464
45,60
47,04
48,43
1,03
1,05
1,07
1,10
1,13
0,91
0,93
0,95
0,98
1,01
per week
per uur
kl.l
kl.3
k.l. 1
52,32
46,56
1.09
53,28
47,52
1,11
54,24
48,48
1,13
55,68
49,92
1,16
57,12
51,36
1,19
kl.3
0,97
0,99
1,01
1,04
1,07
b.
c.
Artikel II.
1. Het op de in artikel I bedoelde data volgens het gewijzig
de artikel 12 geldende loon wordt vastgesteld met inacht
neming van het bepaalde in de volgende leden.
2. Het op bedoelde data volgens het ongewijzigde artikel 12
toegekende loon wordt vermeerderd met:
a. f. 0,01 per uur of f. 0,48 per week, indien het een
loon betreft, vastgesteld volgens groep 1 of 2
f. 0,02 per uur of f. 0,96 per week, indien het een
loon betreft, vastgesteld volgens groep 3;
f. 0,03 per uur of f. 1,44 per week, indien het een
loon betreft, vastgesteld volgens groep 45 of 6.
Indien de aldus verkregen som voorkomt in de van toepas
sing zijnde kolom van de voor de ambtenaar geldende
schaal van het gewijzigde artikel 12, geeft zij het in
lid 1 bedoelde loon aan.
4* Indien de volgens het tweede lid verkregen som niet voor
komt in de vorenbedoelde kolom, geeft het naast hogere
bedrag in die kolom het loon aan, bedoeld in lid 1.
Artikel III.
Burgemeester en wethouders bepalen de datum van ingang
van de periodieke loonsverhogingen, toe te kennen na de
toepassing van artikel II.
3.
Artikel IV.
Artikel II en de in artikel III bedoelde vaststelling
vinden overeenkomstige toepassing bij een aanstelling, een
bevordering of een toepassing van artikel 8 van de loonre
geling 1947, ingaande op een datum gelegen tussen die, be
doeld in artikel I en die van inwerkingtreding van deze
verordening, gerekend naar de datum van ingang van onder
scheidenlijk die aanstelling, bevordering of toepassing.
Overgangs- en slotbepalingen.
Artikel V.
1. De kortingen voor het van gemeentewege verstrekte genot
van woning, vuur, licht en water ondergaan tengevolge
van de totstandkoming van deze verordening geen wijziging.
2. De vergoedingen wegens verricht overwerk, dan wel krachtens
de Verplaatsingskostenverordeningbetrekking hebbende op
het tijdvak gelegen tussen de in artikel I bedoelde data, en
de datum van inwerkingtreding van deze verordening, onder
gaan tengevolge van de totstandkoming van deze verordening
geen wijziging.
Artikel VI.
Indien de toepassing van deze verordening zou leiden tot
onjuiste salarisverhoudingen of hardheden van overwegende aard,
zijn burgemeester en wethouders bevoegd in het voordeel van
de ambtenaar van deze verordening af te wijken.
Artikel VII.
Deze verordening treedt in werking op 1 October 1953
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.