Wethouderspansioen E. Beeksma.
Bijlage no. 194. Leeuwarden, 16 September 1953.
Aan de Gemeenteraad.
In zijn hierbij overgelegd schrijven van 12 September 1953
verzoekt de heer S. Beeksma om toekenning van ouderdomspensioen
als gewezen wethouder.
Naar aanleiding van dit verzoek brengen wij onder Uw aandacht,
dat de Verordening, regelende de toekenning van vergoeding en
pensioen aan afgetreden wethouders der gemeente Leeuwarden en
aan hunne weduwen en wee zen, aan hem, die gedurende ten minste
vier Jaren wethouder is geweest, bij het bereiken van de 65-Jarige
leeftijd, of, indien hij bij het eindigen van zijn wethouderschap
die leeftijd reeds bereikt heeft, met ingang van de dag na dien,
aanspraak op ouderdomspensioen verleent. Lit ouderdomspensioen
bedraagt voor elke maand, gedurende welke de betrekking van wet
houder is bekleed, 1/240 gedeelte van de laatst genoten wethou
der sJaarwedde tot een maximum van de helft dier wedde.
Adressant is wethouder geweest van 3 April 1946 tot 4 Sep
tember 1946 en van 7 Januari 1948 tot 1 September 1953» Aangezien
adressant dus gedurende 72 maanden het wethouderschap dezer ge
meente heeft bekleed, voldoet hij aan de bij de bovengenoemde
verordening gestelde vereisten.
Het hem toe te kennen pensioen behoort te worden gesteld
op 72/240 gedeelte van de laatstgenoten we thouder s Jaarwedde ad
f5400,alzo op f. 1620,--. Met toepassing van de wet van
9 November 1950, Staatsblad no. K. 502, tot verhoging van pen
sioenen met een bijzondere toeslag, kan het pensioen ad f. 1620,--
worden verhoogd met een bijzondere toeslag, groot f. 20,--.
Op grond van het bovenstaande stellen wij U voor adressant
een pensioen te verlenen overeenkomstig het hierna afgedrukte
ontwerp-be sluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 16 September 1953.