naar 116 Deze uitkering kan nu voor 1954 f. 97*000,-- hoger worden geraamd. De verhoging van het uitkeringspercentage houdt mede verband met de voorzieningen, welke ten aanzien van de bezoldiging van het gemeentepersoneel zijn of worden getroffen. Het betreft hier de z.g. denivellering van de jaarwedden en het opheffen van de limiet betreffende de vacantietoelagen. Deze hogere personeelslasten worden voor 1954 op rond f. 85.000,-- geraamd. De wijziging van de jaarwedden van het politiepersoneel zijn hierbij buiten beschouwing gelaten, aan gezien de kosten hiervan uit verhoging van de voor de politie geldende vergoedingsnorm, c.q. uit de beschikbare reserve, zul len moeten worden bestreden. Een en ander zal bij wijzigingsbesluit in de begroting 1954 worden aangebracht. Leningsschuld. Tot aan het einde van 1952 was het de gemeentebesturen niet mogelijk kapitaalswerken in uitvoering te nemen, alvorens zekerheid bestond, dat voor de financiering daarvan een vaste geldlening beschikbaar was. De omstandigheden, welke destijds tot deze opvatting hebben geleid, zijn sindsdien in gunstige zin gewijzigd. De Minister van Binnenlandse Zaken heeft dan ook bij schrijven van 12 December 1952 onder de aandacht van de colleges van G-edeputeerde Staten gebracht, dat de Regering er niet langer bezwaar tegen heeft, dat de gemeenten wederom, bin nen zekere grenzen, haar investeringen voor-financieren met kort crediet. De minister zou het op prijs stellen, indien de colleges van Gedeputeerde Staten bij het beleid ten aanzien van de goedkeuring van gemeentelijke kapitaalswerken en ten aanzien van het toezicht op de gemeentelijke financien zodanig zouden willen handelen, dat de netto-vlottende schuld van een gemeente in een dienstjaar niet duurzaam - dit is dus niet anders dan zeer tijdelijk - stijgt boven een bedrag, overeenkomende met 25 van de gewone dienst der begroting (met uitschakeling van de hoofdstukken "Verrekeningen en kasvoorzieningen" Bij schrijven van 6 Maart 1953 - ons ter kennis gebracht door Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d. 16 Maart 1953 - heeft de minister aan Gedeputeerde Staten bericht, dat in verband met de overstromingsramp, die ons land heeft getroffen, de Regering nogmaals een ernstig beroep op de colleges van Gedeputeerde Staten meent te moeten doen, om bij hun goedkeuringsbeleid er op toe te zien, dat onder de huidige omstandigheden slechts die gemeentelijke investeringen doorgang vinden, die geen uit stel kunnen lijden. Slechts langs deze weg, zo schrijft de mi nister, kan worden bereikt, dat de tijdige consolidatie van vlottende gemeenteschuidwaarop in het rondschrijven van 12 De cember 1952 is aangedrongen, plaats vindt zonder dat het ge meentelijk beroep op de kapitaalmarkt wederom tot spanningen leidt en dat de uitvoering van de essentiële gemeentelijke in vesteringen, waaronder in de eerste plaats de woningbouw moet worden genoemd, op een redelijk peil kan worden gehandhaafd, zonder dat opnieuw moeilijkheden bij de financiering optreden. Dat de situatie op de kapitaalmarkt, vergeleken bij 1951 en 1952, een belangrijke wijziging heeft ondergaan, moge U ook zijn gebleken uit het feit, dat onze gemeente in 1953 niet met een emissie op de kapitaalmarkt is verschenen, doch dat het ons mogelijk is geweest U voorstellen te doen tot het sluiten van onderhandse geldleningen, in totaal ten bedrage van f. 4*650.000,--, tegen rentepercentages van 4, 3 3/4 en 3i Kasgeldleningen heeft de gemeente tot op heden in 1953 niet behoeven te sluiten. - - 1 O J l - wn Te Uwer oriëntering voegen wij hierbij een overzicht van de leningsschuld sedert 1 Januari 1945. Hieruit blijkt, dat de geconsolideerde schuld van de gemeente is toegenomen met 26,5 mill, gulden, waarvan ten behoeve van de woningbouw 2175 mill. Subsidies. Het Centraal Drankweer Comité Leeuwarden heeft verzocht het sedert enkele jaren op f. 500,-- vastgestelde subsidie voor 1954 tot op f. 1.000,-- te willen verhogen. De financiële posi tie van de gemeente en de door het comité overgelegde exploitatie rekening over 1952 in aanmerking nemende, geven wij U in overwe ging het verzoek om verhoging van subsidie af te wijzen. Het verzoek van de Kristlik Fryske Folksbibleteek, een jaarlijks subsidie te verlenen ten bedrage van f. 25,--, is naar onze me ning niet voor inwilliging vatbaar. Nog afgezien van de omstan digheid, dat hier geen bijzondere band met onze gemeente aan wezig is, zou het toekennen van een subsidie tot niet te voor ziene consequenties kunnen leiden. Een in Uw vergadering van 23 Juli 1952 ter afdoening in onze handen gesteld verzoek om een jaarlijkse bijdrage uit het Fonds voor culturele doeleinden hebben wij om dezelfde redenen afgewezen. De stichting "Friese Kunstnijverheidsschool" die tot op heden een subsidie ontving tot een bedrag, gelijk aan de verschuldig de vergoeding voor het gebruik van schoollokalen, heeft U ver zocht een hoger subsidie te verlenen. Aangezien geen stukken zijn overgelegd, i.e. geen begroting voor 1954 is bijgevoegd, waaruit blijkt, dat de stichting in financiële moeilijkheden verkeert, adviseren wij U hetzelfde bedrag als voor 1953, te we ten f. 170,--, uit te trekken. De Vereniging tot bevordering van vreemdelingenverkeer te Leeu warden heeft verzocht een jaarlijks subsidie beschikbaar te stellen van f. 4.000,--. In Uw vergadering van 11 Februari 1953 is voor 1953 een subsidie ten bedrage van f. 2.500,-- verleend. Al naar gelang ons concrete plannen zouden worden voorgelegd, zou dit bedrag geheel of gedeeltelijk betaalbaar worden gesteld. Mede met het oog op de ontwikkeling van het V.V.V.-wezen in onze gemeente zijn wij van mening, dat ook voor 1954 f. 2.500,-- op deze post dient te worden uitgetrokken. Van de Vereniging voor alcoholbestrijding bij snelverkeer (V.A.S.gevestigd te Leeuwarden, hebben wij een verzoek ont vangen U voor te stellen een subsidie ten bedrage van f. 50,-- beschikbaar te stellen. Bestrijding van het gebruik van alcoho lica bij het steeds toenemende snelverkeer is uitermate wense lijk, zodat wij hebben gemeend, nu het hier slechts een gering bedrag betreft, het gevraagde subsidie van f. 50,-- in de ontwerp-begroting te moeten opnemen. Een verhoging van het aan de Jeugdleeszaal toe te kennen sub sidie van f. 150,-- tot op f. 200,is onzes inziens verant woord. Vroegere diensten. In 1953 is een bijdrage ten bedrage van f. 329*367,42 uit de 2e afd. van het gemeentefonds ontvangen, ter gedeeltelijke dekking van het nadelig saldo van de gewone dienst 1947- Na afboeking van dit bedrag op de geaccumuleerde tekorten zijn deze per 1 Januari 1954 nog groot f. 505.990,--. Tengevolge van deze afboeking kan voor 1954 de afschrijving op de oude tekorten f. 12.440,-- en de rente f. 15.200,-- la ger worden geraamd. r v. v._* .rk

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 293