Zuiden en in het Oosten) aan de orde moeten worden gesteld. Voorts heeft de combinatie van imbecillen en debielen in één school voor buitengewoon lager onderwijs dusdanige bezwaren, dat zo spoedig mogelijk een afzonderlijke school voor imbe cillen moet worden gesticht. Het tekort aan gymnastieklokalen is nijpend, nu sedert 1945 acht nieuwe scholen voor lager-en uitgebreid lager onderwijs zijn gebouwd, terwijl geen gymnastieklokalen konden worden ge sticht. Wij zullen pogingen aanwenden om in 1954 te komen tot de bouw van tenminste drie van deze lokalen. Nu in het lopende jaar een nieuwe openbare kleuterschool aan de Brederostraat in gebruik is genomen en een aanvang is gemaakt met de bouw van een nieuwe openbare kleuterschool aan Achter de Hoven, is voor de sanering en verdere uitbouw van het gemeentelijk kleuteronderwijs de bouw van een nieuwe school in het Oosten der stad wel het uiterste minimum, waarnaar in 1954 terzake moet worden gestreefd. Welke financiële gevolgen de totstandkoming van de wet op het kleuteronderwijs, waarvan het ontwerpin vergevorderde staat van voorbereiding verkeert, met betrekking tot de bouw van scholen voor het bijzonder kleuter onderwijs voor de gemeente zal hebben, is thans nog niet bekend Vooralsnog hebben wij het subsidie voor het bijzonder kleuter onderwijs uitgetrokken tot hetzelfde bedrag per bevoegde leer kracht als voor 1953. Bij de eerstvolgende wijziging zullende financiële ge volgen van de bouw van drie scholen voor lager onderwijs en van een kleuber school in de begroting voor 1954 worden opgenomen. Het is niet bekend, wat voor onze gemeente de gevolgen zullen zijn van de aangekondigde wetsontwerpen betreffende het middelbaar- en voorbereidend hoger onderwijs. Het staat evenwel vast, dat in de naaste toekomst rekening moet worden gehouden met de bouw van een nieuwe gemeentelijke hogere burgerschool. De kosten van het lager- en van het middelbaar nijverheids onderwijs vertonen opnieuw een stijging en wel met een bedrag van f. 32.000,--. De oorzaak hiervan ligt enerzijds in het toenemen van de exploitatiekosten, terwijl anderzijds de bij dragen van buitengemeenten practisch niet vermeerderen. Het stichten van lagere nijverheidsscholen in onze provincie is aan dit laatste niet vreemd. In verhouding tot het aantal leerlingen van buitengemeenten neemt het aantal leerlingen uit onze gemeente, dat dit onderwijs volgt, toe. Maatschappelijke steun en voorzorg Het nadelig saldo van dit hoofdstuk moet voor 1954 ruim f. 38.000,-- hoger worden geraamd dan voor 1953. Yoor subsidie aan de gemeentelijke instelling voor maat schappelijk hulpbetoon moet f. 39.000,-- meer worden uitgetrok ken. Het aantal ondersteunden bedroeg in 1952 gemiddeld 822. Gedurende het eerste kwartaal van 1953 was dit 922. De krankzinnigenverpleging vraagt in 1954 per saldo een bedrag van f. 30,000,-- meer dan in 1953» De stijging is een gevolg van het toenemen van het aantal verpleegden van 297 tot op 309, van het verhogen van de verpleegprijzen in verschil lende inrichtingen en van het feit, dat de Provinciale Staten van Friesland bij besluit van 13 Januari 1953, no. 18 b (Pro vinciaalblad 1953, no. 32) hebben besloten met ingang van 1 Januari 1953 de provinciale bijdrage in de kosten van ver pleging enz. van armlastige krankzinnigen te verlagen van 25% op 22%. De verlaging houdt verband met het subsidie, dat de provincie aan de stichting "Het Friesche Patronaat" verleent. "Deze" Deze stichting is belast met de psychiatrische voor- en nazorg van geestelijk gestoorde personen en ontslagen patiënten uit psychiatrische inrichtingen. Het provinciaal bestuur verwacht, dat met deze zorg opneming of herhaalde opneming van patiënten kan worden voorkomen of beperkt. Of dit laatste inderdaad zal opwegen tegen het vermin deren van het aan de gemeente toe te kennen provinciaal subsidie ad f. 13.500,--, dient uiteraard te worden afgewacht. Wegens financiële moeilijkheden en tengevolge van het feit, dat de huisvesting in de Grote Kerkstraat niet langer verant woord werd geacht, is de kinderbewaarplaats, die werd geëxploi teerd door de vereniging "Kinderbewaarplaats" met ingang van 1 Juli j.l. gesloten. De vereniging stelt thans een onderzoek in ter beantwoording van de vraag of, en zo ja, in hoeverre hier ter stede behoefte is aan het opnieuw oprichten en instandhou den van een kinderbewaarplaats. In afwachting hiervan is voor 1954 voorlopig het reeds sedert jaren beschikbaar gestelde sub sidie ten bedrage van f. 1.250,-- gehandhaafd. Zoals U bekend is, heeft het Nieuwe Stadsweeshuis de laatste jaren met grote exploitatietekorten te kampen gehad. De tekorten werden voornamelijk veroorzaakt door het feit, dat slechts een gering aantal kinderen was opgenomen en de exploitatiekosten van het grote gebouw aanzienlijk toenamen. Naar het oordeel van de voogden van het weeshuis was het maken van deze hoge kosten voor een betrekkelijk klein aantal kinderen niet langer verantwoord, zodat terzake met ons overleg is ge pleegd. Dit overleg heeft geleid tot het onderbrengen van de kinderen in andere inrichtingen en in gezinnen, waardoor het gebouw bereids is ontruimd. De bestemming van het gebouw zal nog nader moeten worden geregeld. Verwacht wordt, dat in den vervolge de te maken kosten door de inkomsten kunnen worden gedekt. Mocht dit onverhoopt in het komende jaar nog niet het geval zijn, dan is dekking van een deficit uit eigen middelen mogelijk. Voor 1954 behoeft der halve in de gemeentebegroting geen bijdrage ter dekking van het exploitatietekort van het Nieuwe Stadsweeshuis te worden opgeno men. Werkloosheid - werkverruimingsobjecten. In de aanbiedingsbrief van de begroting 1953 hebben wij medegedeeld, dat, indien hier ter stede de werkloosheid effec tief zal worden bestreden - en wij zullen gaarne al het moge lijke in het werk stellen hiertoe te geraken - het Rijk finan ciële steun dient te verlenen. Het is in dit verband verheugend te kunnen constateren, dat in de afgelopen maanden van dit jaar, vergeleken bij 1952, de werkloosheid is gedaald. Uit bijlage III moge U het verloop van de werkloosheid in onze gemeente blijken. Welk beeld de komende wintermaanden in dit opzicht zullen geven, valt uiteraard thans (September 1953) nog niet te zeggen. Niet temin hebben wij de voorbereiding van de U bekende z.g. werk verruimingsobjecten met spoed voortgezet. In ons voorstel om in beginsel te besluiten tot verplaat sing van de veemarkt, waarbij wij U machtiging hebben gevraagd met het voorbereiden en uitwerken van plannen tot het stich ten van een nieuwe veemarkt en tot het in verband hiermede aan leggen van een gedeelte van de rondweg van Harlingerplein tot Julianalaan een aanvang te maken, hebben wij U medegedeeld, bereids de nodige stappen te hebben gedaan om terzake financiële steun van het Rijk te verkrijgen. Het verheugt ons U thans te kunnen mededelen, dat de directeur van het Bureau Werkgelegenheid ons bij schrijven van 15 Juli jJ.. "heeft"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 295