Beschikbaarstelling gelden voor verbetering en uitbreiding cen trale verwarming in de school voor g.l.o. aan de fapeelmans straat. Bijlage no. 225. Leeuwarden, 29 October 1953. Aan de Gemeenteraad Door U is om prae-advies in onze handen gesteld een ver zoek van het bestuur der Rooms Katholieke Schoolvereniging al hier om overeenkomstig het bepaalde in artikel 72 der Lager- onderwijswet 1920 gelden uit de gemeentekas te mogen ontvan gen voor de verbetering en uitbreiding van de centrale ver warmingsinstallatie in de school voor gewoon lager onderwijs aan de Speelmansstraat. Het vorige jaar heeft het schoolbestuur reeds eenzelfde verzoek tot U gericht. Met het oog op de minder goede toestand, waarin de school verkeerde, werd het toen niet verantwoord geacht nog belangrijke kosten aan dit gebouw te maken en werd na overleg met het schoolbestuur de medewerking voor de verbe tering der verwarming verleend, door beschikbaarstelling van gelden voor de aanschaffing van een kachel in één der leslo kalen, waarin geen radiatoren aanwezig zijn. Het thans ingekomen verzoek van het schoolbestuur is ge grond op de overweging, dat blijkens verkregen inlichtingen het schoolgebouw nog in zodanige toestand verkeert,dat het in de naaste toekomst nog niet door een nieuw gebouw behoeft te worden vervangen. Aangezien de school derhalve nog een zekere tijd in het bestaande gebouw zal blijven gehuisvest, is het daarom noodzakelijk thans de nodige verbeteringen aan de ver warming aan te brengen. Zoals wij reeds te Uwer kennis brachten in ons prae-ad vies d,d30 October 1952 (bijlage no. 225),is de bestaande centrale verwarming inderdaad niet in staat bij lage buiten temperaturen de lokalen voldoende te verwarmen, terwijl in de gangen en in het hiervoren reeds genoemde lokaal geen ra diatoren aanwezig zijn. Het wil ons voorkomen, dat het in de gegeven, omstandig-, heden inderdaad noodzakelijk is de verwarmingsinstallatie in de school te verbeteren. Blijkens een door ons ingesteld onderzoek zal echter slechts een voldoende temperatuur in gangen en lokalen kun nen worden verkregen door bet aanbrengen van een ketel van grotere capaciteit, uitbreiding van het aantal radiatoren en het leggen van nieuwe buisleidingen, aangezien de bestaande van een te geringe doorsnede zijn. De noodzakelijkheid om deze buisleidingen te vernieuwen is derhalve een gevolg van een bij de aanleg der verwarming gemaakte constructiefout en in dit geval zal dus,evenals bij de uitbreiding van het aantal radiatoren, artikel 72 der wet toepassing kunnen vinden. Uit het ingestelde onderzoek is echter gebleken, dat de bestaande ketel versleten is en aangezien krachtens de juris prudentie vervanging van een ketel wegens slijtage niet kan worden beschouwd als een verandering van inrichting in de zin van artikel 72, zullen de kosten, hierop vallende, door het schoolbestuur moeten worden bestreden uit de exploitatie vergoeding ex artikel 101 der wet. Wij menen echter, dat de meerdere kosten van de nieuwe ketel, die een gevolg zijn van de vergroting der capaciteit, vallen onder de bepalingen van artikel 72 en langs deze weg "voor"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 325