w Verordening tot heffing van een vergoeding voor het gebruik van lokalen van gemeentelijke inrichtingen van onderwijs. Bijlage no. 226. Leeuwarden, 22 October 1953. Aan de Gemeenteraad. Sedert geruime tijd hebben wij in voorbereiding een her ziening van de verordening tot heffing van een vergoeding voor het gebruik van lokalen van gemeentelijke inrichtingen van on derwijs en van andere voor de publieke dienst bestemde gemeente gebouwen door verenigingen of particulieren voor onderwijsdoel einden, opgenomen in gemeenteblad 1951? no. 3, mede in verband met de herhaaldelijk ontvangen verzoeken tot het verlenen van financiële steun aan de in deze gemeente gevestigde gymnastiek verenigingen. Hoewel ons is gebleken, dat het verlenen van enige financië le steun aan de verenigingen niet ongewenst is, zijn wij van mening, dat dit niet kan worden bereikt door verlaging van de thans geldende tarieven voor het gebruik van gemeentelijke loka len. Deze tarieven kunnen naar ons oordeel in het algemeen niet te hoog worden geacht. Wel dient onzes inziens een einde te worden gemaakt aan de feitelijk onjuiste situatie, dat voor het gebruik van de in zekere zin onafscheidelijk tot de inventaris van een gymnastiek lokaal behorende gymnastiektoestellen een extra vergoeding moet worden betaald van f. 0,25 per uur voor de lokalen, gelegen in het stedelijk gedeelte van de gemeente en van f. 0,10 per uur voor de lokalen in het overige gedeelte van de gemeente. Indien deze vergoeding komt te vervallen, zal de totale opbrengst van de verschuldigde vergoedingen per jaar ongeveer f. 1.500,-- lager worden, van welk bedrag het grootste gedeelte ten bate van de gymnastiekverenigingen komt. Ben uitzondering zouden wij hierbij echter willen maken voor het gebruik van de in enkele lokalen aanwezige piano. Om ongewenst gebruik zoveel mogelijk te voorkomen, wordt voorge steld hiervoor de extra-vergoeding te handhaven en te bepalen op f. 0,50 per uur. Indien U zich met onze opvatting kunt verenigen, zal de heffingsverordening gewijzigd moeten worden en kan deze gelegen heid worden benut, om door een algehele herziening van de ver ordening tot een minder omslachtige berekening van de verschul digde vergoeding en een verdere vereenvoudiging van de uit de bepalingen van deze verordening voortvloeiende werkzaamheden te geraken, terwijl ook enkele noodzakelijke wijzigingen van re dactionele aard kunnen worden aangebracht. Volgens de titel van de verordening is de vergoeding niet alleen verschuldigd voor de lokalen van gemeentelijke inrich tingen van onderwijs, maar ook voor die van andere voor de pu blieke dienst bestemde gebouwen» Hieruit zou kunnen worden afge leid, dat bij gebruik voor onderwijsdoeleinden van b.v. de boven zaal van het Beursgebouw, een zelfde vergoeding verschuldigd is als voor het gebruik van een schoollokaal. Dit is uiteraard niet het geval, zodat naar onze mening in de titel van de ver ordening o.m. de woorden "en van andere voor de publieke dienst bestemde gemeentegebouwen" dienen te worden geschrapt. Artikel 3? eerste lid, sub a, bepaalt thans, dat de ver goeding voor het gebruik van de lokalen, gelegen in het stede lijk gedeelte van de gemeente, bedraagt gedurende het tijdvak: - van - -I r<

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 327