No. 11637. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (bijlage no. 226 BESLUIT vast te stellen de volgende VERORDENING tot heffing van een vergoeding voor het gebruik van lokalen van gemeentelijke in richtingen van onderwijs. Artikel 1. Voor het gebruik van lokalen van gemeentelijke inrichtingen van onderwijs met de daarin aanwezige toestellen, leermiddelen en dergelijke, krachtens vergunning ingevolge de verordening, regelende het gebruik van schoollokalen voor particuliere les sen, wordt ten behoeve van de gemeente een vergoeding geheven. Artikel 2. De vergoeding is verschuldigd door degene, te wiens name de vergunning tot het gebruik van het lokaal is gesteld. Artikel 3. 1. De vergoeding bedraagt per uur: a. voor het gebruik van een lokaal, gelegen in het stedelijk gedeelte der gemeente, f. 0,65; b. voor het gebruik van een lokaal, gelegen in het overige gedeelte der gemeente, f. 0,30. 2. Voor het gebruik van de in het lokaal aanwezige piano wordt de in het eerste lid genoemde vergoeding met f. 0,50 per uur verhoogd. 3. Voor de toepassing van deze verordening worden de gemeente lijke inrichtingen van onderwijs, gelegen in Wirdum, Goutum, Hempens en Lekkum, geacht te behoren tot het overige gedeel te van de gemeente. Artikel 4. Indien een vergunning is verleend ten behoeve van een vere niging, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders ten doel heeft kosteloos of tegen geringe vergoeding onderwijs te geven aan on- of minvermogenden, is de helft van de in artikel 3 genoemde vergoeding verschuldigd. Het verzoek hiertoe dient tegelijk met de aanvrage tot gebruik van een of meer lokalen aan burgemeester en wethouders te worden gericht. Artikel 5. 1. Het aantal uren, vermeld in de door burgemeester en wethou ders verleende vergunning, strekt tot grondslag voor de be rekening van de vergoeding. 2. Een gedeelte van een uur wordt voor een uur gerekend, indien dit gedeelte meer dan 30 minuten en voor een half uur, in dien dit 30 minuten of minder bedraagt. "Artikel 6" Artikel 6. 1 De controleur der gemeentebelastingen verleent ontheffing van de verschuldigde vergoeding wegens het niet gebruiken van de lokalen op de daarvoor aangegeven uren, indien van deze afwijking var. de vergunning ten minste veertien dagen tevoren aan de controleur der gemeentebelastingen schriftelijk kennis is gegeven en de lokalen in het tijd vak, waarvoor de aanslag is opgelegd, ten minste vijf uren niet zijn gebruikt. 2. Ingeval van gemeentewege over lokalen moet worden beschikt tijdens uren, waarop zij in gebruik zijn gegeven, verleent de controleur der gemeentebelastingen voor die uren onthef fing van de vergoeding. 3. Indien bij wijziging van de vergunning het aantal uren, waarvoor de lokalen in gebruik zijn afgestaan in de loop van het belastingjaar veranderinc ondergaat, wordt de ver goeding in dit belastingjaar verschuldigd, dienovereenkom stig herzien. De teveel betaalde vergoeding wordt zo spoe dig mogelijk gerestitueerd. Artikel 7. Het belastingjaar loopt van 1 September tot en met 31 Augus tus Artikel 8. 1 De controleur der gemeentebelastingen maakt binnen twee maanden na de aanvang van het belastingjaar een lijst op van de vergoedingen, welke zijn verschuldigd door de in ar tikel 2 genoemde belastingplichtigen, aan wie bij de aan vang van het belastingjaar een vergunning tot het gebruik van lokalen is verleend. 2. De controleur der gemeentebelastingen maakt van de vergoe dingen, verschuldigd door de belastingplichtigen aan wie in de loop van het belastingjaar een vergunning is verleend tot het gebruik van lokalen, oinnen twee maanden na dagte kening van deze vergunning lijsten van vergoedingen op. 3. De lijsten van vergoedingen worden door de controleur der gemeentebelastingen binnen veertien dagen, nadat zij zijn opgemaakt, aan de gemeente-ontvanger ter invordering toe gezonden. Artikel 9. De gemeente-ontvanger zendt binnen veertien dagen na ont vangst van de lijsten van vergoeding aan de daarop voorko mende belastingplichtigen een gedagtekend aanslagbiljet, waar van het model door de controleur der gemeentebelastingen wordt vastgesteld. Artikel 10. 1. De vergoeding is invorderbaar in zoveel gelijke termijnen, als er na de dagtekening van het aanslagbiljet, nog drie maandelijkse tijdvakken van het belastingjaar overblijven. 2. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen steeds drie maanden daarna. 3. <<ordt het aanslagbiljet gedagtekend in het laatste driemaan delijkse tijdvak van het belastingjaar, of nadat het be lastingjaar is verstreken, dan is de'vergoeding een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet in eens invorderbaar. "Artikel 11."

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 329