Sluiten van kasgeldleningen gedurende 1954-
Bijlage no. 232. Leeuwarden, 19 November 1953
Aan de Gemeenteraad.
Teneinde gedurende het dienstjaar 1954 in de behoefte
aan vlottende middelen te kunnen voorzien, is het noodzake
lijk, dat opnieuw het gebruikelijk raadsbesluit, houdende
machtiging aan ons college tot het aangaan van tijdelijke
geldleningen, wordt genomen.
Om te voorkomen, dat de ongeconsolideerde schuld ener
gemeente een te grote omvang aanneemt, hebben de Ministers
van Binnenlandse Zaken en van Pinanciën de colleges van Gede
puteerde Staten in overweging gegeven om bij de beoordeling
van gemeentelijke investeringen er op toe te zien, dat ten ge
volge van de uitvoering van kapitaalswerken de netto vlotten
de schuld van een gemeente in een dienstjaar niet duurzaam
- d.i. niet anders dan zeer tijdelijk- stijgt boven een be
drag, overeenkomende met 25van de op de gemeentebegroting
uitgetrokken credieten (met uitzondering van de hoofdstukken
kasvoorzieningen en verrekeningen).
Het voldoen aan deze norm betekent, dat een gemeente,
welker vlottende schuld de grens van 25$ van het bedrag van
de gewone dienst bereikt of overschrijdt, geen nieuwe inves
teringen mag entameren, alvorens de vlottende schuld door con
solidatie is verminderd.
Het bedrag der geraamde uitgaven op de gewone dienst voor
1954 bedraagt voor Leeuwarden, onder aftrek van de uitgaven
op de hoofdstukken kasvoorzieningen en verrekeningen,
f. 13-133.450,--; 25$ hiervan is rond f. 3.283.362,50, zodat
het z.g. algemeen kasgeldleningsbesluit ten hoogste een bedrag
van f. 3-280.000,-- zal mogen omvatten.
Onder overlegging van het advies van de Pinanciële Com
missie stellen wij U voor over te gaan tot vaststelling
van het hierachter in ontwerp afgedrukte besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Heulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 21 November 1 953-