No. 12414. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 November 1953 (bijlage no. 234); B E S I U I T aan het bestuur der Nederlands Hervormde Schoolvereniging, alhier, medewerking te verlenen voor de aanschaffing van leer middelen voor het 7e en 8e leerjaar van de school voor gewoon lager onderwijs aan de Beukenstraat. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Weigering tot verlenen van medewerking voor stichting van R.K. school voor g.l.o. in het westen der stad. Bijlage no. 235- Leeuwarden, 19 November 1953. Aan de Geme enteraad Bij Uw besluit van 1 September 1953 is om prae-advies in onze handen gesteld een verzoekschrift van het bestuur der Rooms Katholieke Schoolvereniging, alhier, om overeenkomstig het bepaalde bij artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 gelden uit de gemeentekas beschikbaar te stellen voor de stichting van een zesklassige school voor gewoon lager onderwijs voor jongens en meisjes in de omgeving van de Sweelinckstraat. Het verzoekschrift van het schoolbestuur is gegrond op dé volgende overwegingen: le. de school in de Speelmansstraat zal in de nabije toekomst wegens uitbreiding van het aantal leerlingen te klein zijn; 2e. wegens uitbreiding van het westelijk stadsdeel hebben de daar woonachtige ouders van leerlingen, die voor hun kinde ren R.K. onderwijs wensen, alleszins belang bij de stich ting van een nieuwe R.K. school in dat stadsdeel, .aangezien deze leerlingen thans gedwongen zijn een school in het cen trum der stad te bezoeken. Ingevolge het tweede lid van artikel 75 der wet, wordt het verzoek om medewerking slechts geweigerd, indien niet aan de in artikel 73 omschreven vereisten is voldaan. Volgens het eerste lid van artikel 73 moet bij een aanvrage tot het ontvangen van de voor de stichting van een schoolgebouw benodigde gelden worden overgelegd een verklaring, waaruit blijkt, dat de school zal worden bezocht door tenminste 100 leerlingen. Hierbij moet evenwel worden gelet op het bepaalde bij het vierde lid van dit artikel, hetwelk luidt als volgt: "Behalve in gevallen, waarin aanzienlijke toeneming of belang rijke verplaatsing van de bevolking in enig deel der gemeente of andere gewichtige omstandigheden tot schoolstichting aanleiding geven, worden onder het aantal leerlingen, bedoeld in het eerste lid onder a, niet medegerekend a. leerlingen, die de door hen bezochte gelijksoortige openbare school zouden verlaten, zonder deze op het tijdstip, waarop de verklaring wordt overgelegd, gedurende tenminste 6 maanden te hebben bezocht, terwijl zij tevoren waren geplaatst op een ge lijksoortige bijzondere school, welke door hen is verlaten, of schoon zij zijn blijven wonen binnen een afstand van 4 km van die school; b. leerlingen, die de door hen bezochte gelijksoortige bij zondere school zouden verlaten, doch voor wie in die school in het voor hen bestemde lokaal plaatsruimte beschikbaar zou blij ven, tenzij de woning dier leerlingen meer dan 4 km van de door hen bezochte gelijksoortige bijzondere school verwijderd is en zij op het tijdstip, waarop de verklaring wordt overgelegd, de door hen te verlaten school reeds gedurende tenminste zes maan den hebben bezocht. Blijkens de overgelegde bescheiden zullen 116 leerlingen de nieuw te stichten school bezoeken. Voor elf van deze leer lingen heeft echter,in plaats van de vader, de moeder de ver eiste handtekening geplaatst en aangezien blijkens de jurispru dentie de handtekening van de moeder - zolang de vader nog in leven is - geen rechtskracht heeft, zullen deze leerlingen bui ten beschouwing moeten worden gelaten. Voorts staan op de lijst ver-"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 349