vermeld 3 leerlingen, waarvan verwacht mag worden, dat ze hij de opening der school de voor toelating vereiste leeftijd nog niet zullen hebben bereikt, aangezien deze leerlingen pas op 1 September 1955 leerplichtig zullen worden, ingevolge de juris prudentie zullen ook deze leerlingen niet mogen worden meegeteld. Van de resterende 102 leerlingen bezoeken thans 58 gelijk soortige bijzondere scholen, nl. 38 de R.K. school voor jongens in de Speelmansstraat, 9 de R.K. school voor meisjes Grote Kerk straat 81 en 11 de R.K. school voor meisjes Grote Kerkstraat 89. Voor deze leerlingen blijft in die scholen in het voor hen be stemde lokaal voldoende plaatsruimte beschikbaar, terwijl de wo ning dier leerlingen minder dan 4 kilometer van de door hen be zochte school is verwijderd. Het voor schoolstichting vereiste aantal leerlingen van 100 is dus niet bereikt, zodat op die grond de ge vraagde medewerking niet zal kunnen worden verleend. Wat overigens betreft het door het schoolbestuur aangevoerde motief, dat de school in de toekomst te klein zal zijn, volstaan wij met er op te wijzen, dat thans voor de leerlingen, zoals uit het vorenstaan de blijkt, voldoende plaatsruimte beschikbaar is. Mocht te eni ger tijd behoefte aan uitbreiding ontstaan, dan zal uiteraard aan dit vraagstuk de nodige aandacht moeten worden geschonken. De vraag rijst voorts of de uitzonderingsbepaling van arti kel 73 in het onderhavige geval toepassing kan vinden en of dus aanzienlijke toeneming of belangrijke verplaatsing der bevolking of andere gewichtige omstandigheden aanleiding tot schoolstich ting geven. Uit de stukken zal U blijken, dat van het totaal aantal op de leerlingenlijst voorkomende leerlingen slechts 25 woonachtig zijn in het nieuwe stadsdeel. De meeste leerlingen wonen n. 1. in straten, die niet tot de nieuwbouw kunnen worden gerekend, terwijl voor verschillende kinderen de afstand naar een van de bestaande R.K. scholen niet groter en veelal zelfs kleiner zal zijn, dan naar de Sweelinckstraat. Het wil ons dan ook voorkomen, dat toeneming der bevolking in genoemd stadsdeel geen aanleiding geeft tot stichting van een R.K. school aldaar. Volgens de letter der bepaling bestaat er een kennelijk verband tussen "de aanzien lijke toeneming der bevolking" en de behoefte aan vermeerdering van het aantal scholen. Was dit niet het geval, dan zou immers het gevolg zijn, dat, indien eenmaal in enig deel van de gemeente aanzienlijke bevolkingsaanwas is geconstateerd, elke gezindte daaraan recht zou kunnen ontlenen op stichting van een nieuwe school. Op grond van het vorenstaande zijn wij tot de conclusie ge komen, dat er geen voldoende aanleiding tot schoolstichting aanwezig is en derhalve de uitzonderingsbepaling, bedoeld in de aanhef van het vierde lid van artikel 73 der wet, niet kan wor den toegepast. Aangezien het voor schoolstichting vereiste aan tal leerlingen volgens het eerste lid van genoemd artikel 73 honderd bedraagt en slechts 44 leerlingen (102 - .58) mogen wor den meegeteld, kan volgens ons oordeel de gevraagde medewerking niet worden verleend. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten overeen komstig het hierna volgende ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T. Bakker, Secretaris. Verzonden 21 November 1953- QEIK No. 12415 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 November 1953 (bijlage no. 235); BESLUIT: de door het bestuur der Rooms Katholieke Schoolvereniging, alhier, gevraagde medewerking tot stichting van een R.K. school voor gewoon lager onderwijs te weigeren, aangezien het voor schoolstichting vereiste aantal leerlingen van 100 nie1; aan_ wezig is, nu slechts 44 van de 116 op de leerlingenlijst voor komende kinderen mogen worden meegeteld en er bovendien geen aanleiding bestaat tot toepassing van de in de aanhef van het vierde lid van artikel 73 der Lager-onderwijswet 1920 vermelde uitz onderingsbepaling Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 350