Ontheffing van verplichte winkelsluiting. Bijlage no. 237. Leeuwarden, 20 November 1953- Aan de Gemeenteraad. Volgens artikel 3, eerste lid, van de Winkelsluitingswet 1951 geldt de verplichte winkelsluiting op werkdagen niet in de tijdvakken van 29 November tot en met 4 December en van 20 tot en met 24 December van 18 tot 21 uur. Dit jaar evenwel vallen zowel 2 9 November als 20 December op een Zondag, zodat deze beide dagen komen te vervallen. Deze regeling, die in de plaats is gekomen van een soortgelijke rege ling, welke vervat was in artikel 4, tweede lid, onder b, van de oude wet, beoogt de grote drukte op te vangen, die juist in deze perioden in de winkels pleegt te heersen en komt tegemoet aan de verlangens van de middenstand zowel als van het publiek. In het vorenstaande heeft de afdeling Leeuwarden van de raad voor het grootwinkelbedrijf aanleiding gevonden ons te ver zoeken om te bevorderen, dat het verlies van twee avonden ge durende de bovengenoemde perioden wordt gecompenseerd door een gemeentelijke regeling op grond van artikel 11, eerste lid, der wet, waarbij op de Zaterdagen 28 November en 19 December open stelling van 18 tot 21 uur wordt toegestaan. Een overeenkomstig verzoek is ontvangen van de Leeuwarder Middenstandsraad met be trekking tot Zaterdag 28 November, terwijl genoemde raad, des gevraagd, heeft doen weten, dat hij geen bezwaar heeft tegen een uitbreiding tot Zaterdag 19 December. Met betrekking tot deze aangelegenheid hebben wij het oordeel gevraagd van de bedrijfsunie van samenwerkende perso neelsorganisaties, welke unie in een schrijven, dat mede bij de stukken is overgelegd, ons heeft doen weten, dat harerzijds tegen inwilliging van deze verzoeken geen bezwaar bestaat. Waar voor dit jaar nog slechts voor 4 dagen van de zoge naamde 21 dagen-regeling gebruik is gemaakt (zie de bijlagen nos. 81 en 202 van dit jaar)bestaat er naar ons oordeel geen bezwaar tegen om aan deze verzoeken tegemoet te komen, met dien verstande, dat uit billijkheidsoverwegingen de ontheffing mede dient te gelden voor de markthandel, de straathandel en de han del te water, voor welke vormen van handel in artikel 9, tweede lid, een overeenkomstige regeling geldt als in artikel 3 voor winkels. Gelet op het vorenstaande geven wij U in overweging over te gaan tot vaststelling van het hierna afgedrukte ontwerp besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T.Bakker, Secretaris. Verzonden 21 November 1953»

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 352