Bij de beoordeling van de aanvragen om vergunningen doet zich voornamelijk de vraag voor, op welke wijze het aantal toelaat bare huurauto's over de verschillende bedrijven moet worden verdeeld en hoe beslist moet worden op aanvragen om nieuwe vergunningen of op aanvragen om uitbreiding van bestaande ver gunningen. Voorts doen zich bij de uitvoering van de Wet auto vervoer personen allerlei min of meer technische aangelegenhe den voor, waaraan de nodige aandacht moet worden geschonken. Bij burgemeester en wethouders is dan ook de wens naar vo ren gekomen een commissie in te stellen, die hen omtrent de bedoelde vragen en aangelegenheden kan adviseren. Voorts lijkt het wenselijk verschillende punten, welke tot dusverre als vaste voorwaarden in de vergunningen werden geregeld, in een verordening op te nemen. Het onderhavige ontwerp heeft tot strekking voor de gemeen te Leeuwarden een aanvullende regeling te geven nopens punten, welke voor deze gemeente van practisch belang moeten worden geacht. Bij de voorbereiding van dit ontwerp is onze commissie voorgelicht door een werkcornmissie waarin vertegenwoordigers van de gemeente, de Rijksverkeersinspectie in het district Friesland, de werkgevers en de werknemers in het huurautobe- drijf zitting hadden. Met betrekking tot de inhoud van het ontwerp moge de aan dacht worden gevestigd op het volgende: 1. Adviescommissie Voor wat betreft de samenstelling van de commissie is de voorkeur gegeven aan een open systeem in dier voege, dat in het tweede lid van artikel 2 is bepaald, dat in de commissie in elk geval een vertegenwoordiger van de aldaar met name ge noemde instanties zitting heeft en dat burgemeester en wet houders naar behoefte ook andere instanties in de commissie kunnen doen vertegenwoordigen. I)e in het ontwerp aangeduide vertegenwoordigers worden voorshands voldoende representatief geacht om nopens de huurauto-materie te kunnen adviseren. In verband met het technische karakter van aangelegenheden betreffende de huurauto-materie is in art. 3 van het ontwerp de taak van de commissie %o ruim mogelijk omschreven. Teneinde de commissie in staat te stellen haar adviezen zo goed mogelijk voor te bereiden en zoveel mogelijk beroepen te voorkomen, is haar in het ontwerp de bevoegdheid gegeven be langhebbenden te horen. De term "belanghebbenden" is ontleend aan de gelijkluidende term in art. 55 der wet en omvat niet alleen de rechtstreeks belanghebbende, maar al degenen, die bij de beschikking belang hebben. Ter verhoging van de rechts zekerheid wordt het wenselijk geoordeeld om in de gevallen, waarin ambtshalve of in beroep door burgemeester en wethouders een beschikking zal worden genomen, de commissie de verplich ting op te leggen om de rechtstreeks belanghebbenden te horen. Met het oog op de mogelijkheid, dat er in de praktijk be hoefte zal bestaan aan een regeling met betrekking tot de werk wijze van de commissie - gedacht wordt b.v. aan regeling be treffende het stemmen, vervanging van een lid der commissie bij min of meer langdurige afwezigheid, enz. - is in art. 3, lid 3, van het ontwerp terzake een voorziening getroffen. 2Duur bedrijfsvergunning. Tot dusverre worden door burgemeester en wethouders vergun ningen voor het vervoeren' van personen met huurauto's verleend voor de tijd van één jaar. In verband met de bedrijfszekerheid van" van de ondernemers wordt het wenselijk geacht de bedoelde ter mijn op vijf jaren te stellen. In dit verband moge worden ge memoreerd, dat het krachtens art. 47 der wet mogelijk is om de vergunningen op bepaalde gronden te allen tijde ambtshalve te wijzigen of in te trekken. 3Overdracht bedrijfsvergunning. In afwijking van de vaste voorwaarde in de tot nu toe door burgemeester en wethouders verleende bedrijfsvergunningen, dat de vergunning niet voor overdracht vatbaar is, is in aanslui ting op het bepaalde in art. 46, eerste lid, der wet, dat de overdracht mogelijk maakt, in het ontwerp voorgeschreven, dat onder meer een verzoek om overdracht der vergunning schrifte lijk bij burgemeester en wethouders moet worden ingediend, ter wijl in art. 7 van het ontwerp is bepaald, dat o.a. een beslis sing op dit stuk met redenen omkleed moet zijn. 4Voortzetting huurautobodrijf na overlijden van de vergunning houder. In artikel 51, lid 3, der wet, is bepaald, dat bij raads- verordening een regeling kan worden vastgesteld betreffende tijdelijke voortzetting van het vervoer na het overlijden van de vergunninghouder. Daar in de praktijk plotseling de behoefte aan een zoda nige regeling kan blijken, lijkt het wenselijk terzake een voorziening te treffen. In de huurautoverordeningen van vele gemeenten komt de vol gende redactie voor: 1. Indien de houder van een bedrijfsvergunning overlijdt, kunnen burgemeester en wethouders op schriftelijk verzoek van de erven, een of meer in overleg met de erven aan te wijzen personen toestaan, gedurende ten hoogste acht maanden het be drijf van de overledene voort te zetten onder voorwaarde, dat binnenbeen door burgemeester en wethoude rs te bepalen termijn door één of meer der erven of door een door hen aan te wijzen persoon een aanvraag om een bedrijfsvergunning wordt ingediend. 2. De bevoegdheid tot voortzetting van hst vervoer ver valt a. indien binnen de door burgemeester en wethouders gestelde termijn de in het eerste lid bedoelde aanvraag om een be dri jfsvergunning niet is ingediend; b. door hst in werking treden van de beschikking op de aan vraag om de bedrijfsvergunningbedoeld in het eerste lid. Deze redactie is kennelijk ontleend aan artikel 47 van het Uitvoeringsbesluit Autovervoer Personen 1939* Opgemerkt moge worden, dat togen de hierboven vermelde re dactie enkele bezwaren kunnen worden ingebracht. Met name dwingt zij de administratie er toe om een onderzoek in te stellen wie de erven zijn en of alle erven het schriftelijk verzoek hebben ondertekend, hetgeen moeilijkheden kan opleveren, wanneer niet nauwkeurig bekend is, wie de erven zijn of wanneer een of meer erven in het buitenland woonachtig zijn. Daar voorts moet wor den aangenomen, dat de bedrijfsvergunning met het overlijden van de vergunninghouder vervalt en het voortzetten van het be drijf volgens de redactie slechts geoorloofd is met schrifte lijke toestemming van burgemeester en wethouders, zijn degenen, die het bedrijf na het overlijden voortzetten, in overtreding zolang geen schriftelijks toestemming is gegeven; het is prac tisch onmogelijk de toestemming reeds aanstonds na hot over lijden te verstrekken. "De"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 357