De genoemde bezwaren worden naar onze mening door de in het ontwerp opgenomen redactie ondervangen. 5« Stallingruimte Als één van de voorwaarden in de tot nu toe verleende bedriófsvergunningen was gesteld, dat de ondernemer ten ge noegen van burgemeester en wethouders moet aantonen de be schikking te hebben over een stalling van zodanige grootte dat alle in het bedrijf gebezigde huurauto's daarin kunnen worden ondergebracht. Zowel in het belang van de verkeers veiligheid als van het materiaal is opneming van een soort gelijke bepaling in de verordening wenselijk (artikel 10, eerste lid). Er zijn momenteel echter enkele bedrijven,marvoor een bedrijfsvergunning is verleend, die niet geheel aan het in dit eerste lid gestelde voldoen. Bovendien is het mogelijk, dat deze bepaling voor eventueel nieuwe bedrijven niet strikt kan worden gehandhaafd. In verband hiermede is in het tweede lid van genoemd artikel een ontheffingsmogelijkheid opgeno men. 6. Taxi-standplaatsen. Gebruik makende van de mogelijkheid in artikel 51» eerste lid, der wet om in een gemeenteraadsverordening een daartoe strekkende regeling op te nemen, is in artikel 11 van het ont werp het verbod ingevoerd om met een huurauto andere personen te vervoeren dan die, welke zich aanmelden bij of doen afhalen na bestelling aan het kantoor, de stalling of de terreinen van het bedrijf. Teneinde twijfel te vermijden,of b.v. een ter rein, behorende bij een bedrijf, al dan niet als een taxistand plaats moet worden aangemerkt, is ter tegemoetkoming aan prac- tische bezwaren tevens in dit artikel aansluiting gezocht bij artikel 5 van het ontwerp, waarin is bepaald, dat het bedoelde kantoor, de stalling en de terreinen in de bedri jfsvergunning worden aangeduid. Daar in afwijking van het verbod vergunning van burgemees ter en wethouders mogelijk is (art. 11, tweede lid), zal het tevens mogelijk zijn, dat bij gebleken behoefte aan de daar voor in aanmerking komende ondernemers wordt toegestaan op een bepaalde plaats in de gemeente een taxi-standplaats in te nemen dan wel te vergunnen om bij bijzondere gelegenheden (concert, schouwburg e-d.) te bestemder plaatse standplaats in te nementeneinde het publiek gelegenheid te geven zich van een huurauto te bedienen. De redactie van het artikel maakt tevens een einde aan het in de praktijk voorkomende euvel, dat van buiten de gemeente komende huurauto's, die in deze gemeente de rit beê'indigen, bij het eindpunt soms een lange tijd blijven staan met de bedoeling een retourvracht te kunnen opnemen, welke bedoeling dikwijls met succes wordt bekroond. Ondanks het verbod in artikel 49, tweede lid, der wet was het tot dusverre niet mogelijk tegen dit euvel op te treden. De bepaling in het onderhavige artikel, dat het verboden is standplaats in te nemen met het kennelijk doel een aanmelding of bestelling aan te nemen of de huurauto te huur of ten gebruike aan te bieden, moet als aanvulling op de evengenoemde wetsbepaling worden beschouwd in dier voege, dat controle en optreden wordt vereenvoudigd. In verband met het gewicht van de hier bedoelde beslissingen en in verband met het feit, dat naar de letter van artikel 55 der wet tegen die beslissingen geen beroep mogelijk is op Gede puteerde Staten, is in het ontwerp een beroepsmogelijkheid opgenomen" opgenomen, waarbij de gemeenteraad als beroepsinstantie in aanmerking komt. 7. Tarief. Teneinde in het belang van een regelmatig en geordend ver voer met huurauto's een te felle concurrentiestrijd in de ge meente te remmen, bestaat er in de praktijk behoefte aan een bepaling, op grond waarvan beneden de door burgemeester en wethouders goedgekeurde of vastgestelde minimum-tarieven geen ritten mogen worden uitgevoerd (art. 13 van het ontwerp). 8. Eisen ten aanzien vein bestuurders van huurauto's. In de artikelen 104 en 105 van het Uitvoeringsbesluit Auto vervoer Personen 1939 is bepaald, dat bestuurders van een huur auto de leeftijd van tenminste 21 jaren moeten hebben, in het bezit moeten zijn van een geneeskundige verklaring, welke niet ouder is dan vijf jaren en in het bezit moeten zijn van voldoen de gehoor- en gezichtsvermogen. Voor controle op deze bepalingen is slechts repressief toezicht mogelijk. Teneinde in deze mede preventief toezicht mogelijk te maken, wordt, evenals in de tot nu toe door burgemeester en wethouders verleende bedrijfsvergunningenin art. 15 van het ontwerp een bestuurdersvergunning verlangd van de commissaris van politie. De regeling in het artikel is nagenoeg dezelfde als de regeling, welke tot dusverre in de genoemde vergunningen voorkomt. Teneinde te voorkomen, dat, zoals thans veelvuldig voor komt, ongeldige bestuurdersvergunningen in omloop blijven, is de verplichting opgenomen deze binnen een week na het verloren gaan van de geldigheid in te leveren. Teneinde op dit .gebied met een schone lei te beginnen, is in artikel 19 van het ontwerp bepaald, dat alle vóór het in werking treden van de verordening afgegeven bestuurdersvergun ningen met ingang van een door burgemeester en wethouders te bepalen dag vervallen. De bevoegdheid tot afgifte van bestuurdersvergunningen is in handen gelegd van de commissaris van politie, daar deze de hier bedoelde materie het beste kan beoordelen en op de aanvragen spoedig een beslissing moet worden genomen. Niette min wordt het wel wensëLijk geacht om tegen een weigering en intrekking beroep op burgemeester en wethouders open te stel len, die dan de huurautocommissie zullen moeten raadplegen. Voorts is in aansluiting op de regeling betreffende de bestuurdersvergunning in artikel 9 van het ontwerp bepaald, dat de in deze gemeente ingeschreven huurauto's slechts mogen worden bestuurd door personen, die in het bezit zijn van een geldige bestuurders vergunning, terwijl vervolgens in dat ar tikel eveneens in het belang- van de veiligheid is voorgeschre ven, dat huurauto's niet aan derden ten gebruike mogen worden afgestaan. OP grond van het bovenstaande geven wij U in overweging over te gaan tot vaststelling van h t hierna afgedrukte be sluit. De Voorzitter van de Commissie voor de Strafverordeningen A.A.M. van der Meulen. Verzonden 10 December 1953.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 358