(3) Was de schoolgeldplichtige in het hiervoor bedoelde ka
lenderjaar niet belastingplichtig voor de inkomstenbelasting,
dan wordt het schoolgeld geheven naar de maatstaf van de in
komstenbelasting of de loonbelasting en de vermogensbelasting,
welke vermoedelijk verschuldigd zullen zijn over het kalender
jaar, onderscheidenlijk het belastingjaar, waarin het school
geldjaar is aangevangen,ofindien de schoolgeldplichtige ook
in dat kalenderjaar niet belastingplichtig was voor de inkom
stenbelasting, over het daaropvolgende kalenderjaar, respectie
velijk belastingjaar.
(4) Is de schoolgeldplichtige een gehuwde vrouw, die niet
duurzaam gescheiden van haar echtgenoot leeft, dan wordt de
schoolgeldmaatstaf bepaald alsof de echtgenoot de schoolgeld
plichtige is.
(5) Bij het vaststellen van het in de vorige leden bedoelde
bedrag van de schoolgeldmaatstaf wordt de aftrek ter voorkoming
van dubbele belasting buiten aanmerking gelaten.
Artikel 5»
De controleur der gemeentebelastingen kan aan de schoolgeld-
plichtigen een voorlopige aanslag opleggen, welke uitsluitend met
betrekking tot de invordering als een aanslag in de zin van deze
verordening wordt beschouwd.
Artikel 6.
(1) Van personen, die in Indonesië', in Suriname of in de Ne
derlandse Antillen woonden in het tijdvak van een jaar, onmid
dellijk voorafgaande aan het tijdvak, waarover het schoolgeld
wordt geheven, wordt het schoolgeld geheven naar de schoolgeld
maatstaf, welke vermoedelijk in aanmerking zou zijn genomen, in
dien de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting ook aldaar
werden geheven, met dien verstande, dat uitsluitend wordt gelet
op het inkomen en eventueel het vermogen naar de daar geldende
regelen vastgesteld voor het laatstelijk aangevangen belasting
jaar of herrekeningstijdvak en dat ook overigens de schoolgeld-
maatstaf wordt bepaald met inachtneming van de toestand bij de
aanvang van het laatstelijk aangevangen belastingtijdvak.
(2) Van de overige niet in Nederland wonende schoolgeldplich-
tigen wordt het maximum schoolgeld geheven, tenzij zij aantonen,
dat en in hoeverre een lager bedrag in aanmerking genomen zou
zijn, indien hun woonplaats behoorde tot het grondgebied van de
gemeente, waar de school is gevestigd. Te hunnen aanzien wordt
de schoolgeldmaatstaf echter niet lager gesteld dan f. 500,--.
Artikel 7.
(1) Bedraagt de schoolgeldmaatstaf minder dan f. 15,--,dan
is geen schoolgeld verschuldigd.
(2) Het schoolgeld bedraagt, behoudens het bepaalde in het
derde lid, per leerling en per schoolgeld jaar bij een school
geldmaatstaf van:
f. 15,-- of meer, doch minder dan f. 20,-- f. 1,50
20,-
25,-
30,--
35,--
40,—
50,--
60,--
70,--
20,--
25,
30,
35,—
40,--
50,--
60, --
70,--
80,--
2,-
2,50
3,~
3,50
4,~
4,50
5,--
5,25
"f."
f.
80,—
90,—
ff
100,--
110,—
120,--
f!
130,—
140,—
150,—
160,--
170,--
180,—
190,—
200,—
220,--
240,--
260,--
280,--
300,—
320,—
340,—
360,—
380,-
400,—
420,—
440,--
460,—
480,--
of meer, doch minder dan
90,-- f. 5,50
100,— 5,75
110,— 6,—
120,-- 6,25
130,— 6,50
140,6,75
150,-- 7,—
160,-- 7,25
170,-- 7,50
180,-- 7,75
190,-- 8,--
200,— 8,25
220,-- 8,50
240,— 9,"
260,-- 9,50
280,-- 10,—
300,-- 10,50
320,-- 11,—
340,-- 11,50
360,-- 12,--
380,— 12,50
400,-- 13,—
420,— 13,50
440,— 14,"
460,-- 14,50
480,-- 15,--
15,50,
20,--, waar-
480,te boven
vermeerderd met f. 0,50 voor elk bedrag van
mede de schoolgeldmaatstaf het bedrag van f,
gaat, een en ander tot een maximum schoolgeld van f. 100,--.
(3) De bedragen, vermeld in het tweede lid, worden verhoogd
of verlaagd door het vaststellen van een /ermanigvuldigings-
cijfer, met dien verstande, dat het maximum schoolgeldbedrag
niet wordt overschreden en het minimum schoolgeldbedrag niet
lager is dan f, 1,50.
(4) Het in het vorige lid bedoelde vermenigvuldigingscijfer
wordt vastgesteld op 2.
Artikel 8.
Het volgens het vorige artikel verschuldigde schoolgeldbe
drag wordt verminderd met een vierde deel, indien twee of drie
en met de helft, indien vier of meer kinderen uit hetzelfde ge
zin bij de aanvang van het tijdvak, waarover het schoolgeld is
verschuldigd, leerling zijn van een school voor lager onder
wijs - kweekschoolonderwijs daaronder begrepen -, nijverheids
onderwijs, middelbaar onderwijs, voorbereidend hoger onderwijs
of hoger onderwijs, voor zoveel het onderwijs buiten de avond
uren wordt verstrekt.
Artikel 9»
(1) Bij wijziging van het bedrag van de schoolgeldmaatstaf
wordt het schoolgeld dienovereenkomstig herzien.
(2) Het te veel betaalde schoolgeld wordt zo spoedig moge
lijk gerestitueerd.
Artikel 10.
Het schoolgeld is verschuldigd over de maanden, gedurende
welke de leerling in het schoolgeldjaar aan de school staat in
geschreven, de vacantien inbegrepen. Gedeelten van een maand
worden voor een gehele gerekend.
"Art. 11"
r