Vaststellen getal wek.lesuren vakonderwopenb.sc-h.v. b.l.o.nan zwakz. en toekennen voorschot bijz.sch.b.l.o. aan zwakz.,beide voor 1953- Bijlage no.40. Leeuwarden, 19 Februari "1 953 - Aan de Gemeenteraad. Ingevolge artikel 36, 1ste lid, van het Besluit buitenge woon lager onderwijs 1949 bepaalt de raad van de gemeente, die ten behoeve van een of meer openbare scholen, onderscheiden naar de in artikel1 bedoelde soorten, vakonderwijzers heeft aangesteld, vóór 1 Maart van elk jaar voor elke daarvoor in aan merking komende soort van scholen het getal wekelijkse lesuren, gedurende hetwelk vakonderwijs zal 'worden gegeven. Git getal wordt berekend door deling van het totaal getal per week te ge ven uren vakonderwijs door het getal verplichte leerkrachten aan die scholen. Sinds 14 Augustus 1951 is aan de openbare school voor bui tengewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen (gemeente school no.9) een vakonderwijzeres in de logopaedie werkzaam. Het aantal door deze vakleerkracht per week te geven uren be draagt 11, terwijl het aantal verplichte leerkrachten aan die school, de klassen voor imbecillen overeenkomstig artikel 36, lid 2, slotzin, van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949 buiten beschouwing latende, 8 bedraagt, zodat het aantal wekelijkse lesuren voor 1 953 op 11 8 is 1 3/8 moet worden be paald. Het bestuur van de in de gemeente gevestigde bijzondere school voor buitengewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kinde ren (Iroevendal no.1) heeft eveneens dezelfde vakonderwijzeres aangesteld en verzoekt mitsdien in aanmerking te komen voor een voorschot op de in artikel 36 van bovengenoemd besluit bedoelde vergoeding voor het jaar 1 953. Aangezien deze school zes verplichte leerkrachten telt, kan het bestuur aanspraak maken op een vergoeding van maximaal 6x1 3/8 is 8 1/4 uur vakonderwijs per week, op basis van de zelfde beloning, als welke de gemeente aan haar vakleerkracht toekent, n.l. f. 156,- per jaar voor elk wekelijks lesuur van 60 minuten, vermeerderd met de toelagen op grond van de Toelage - verordening 1951 en de uit de Pensioenwet en de sociale wetge ving voortvloeiende uitgaven, met dien verstande, dat de ver goeding in geen geval het bedrag der werkelijke uitgaven mag overschrijden. Het voorschot wordt op gelijke wijze berekend als deze vergoeding, terwijl na afloop van het kalenderjaar de af rekening met het schoolbestuur plaats vindt onder overlegging van de nodige bewijsstukken. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en lrethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Heulen, Burgemeester. T.Bakker, Secretaris, Verzonden 21 Februari 1 953*

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1953 | | pagina 73