No. 2033.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gezien de aanvraag d.d. 30 Januari 1953 van het na te
melden schoolbestuur om vergoeding,als bedoeld in artikel 36
van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949,over 1952-
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
19 Februari 1953 (bijlage no. 42);
Gelet op het raadsbesluit d.d. 12 Maart 1952,no2629
BESLUIT:
I. de vergoeding,bedoeld in artikel 36 van het Besluit buiten
gewoon lageronderwijs 1949?over het jaar 1952 voor het be
stuur der Stichting tot oprichting en instandhouding van
een of meer Christelijke scholen voor buitengewoon lager
onderwijs voor Leeuwarden en omgeving ten behoeve van zijn
school voor zwakzinnige kinderen,Droevendal l.vast te stel
len op f1270,69;
II.burgemeester en wethouders te machtigen aan het sub I ge
noemde bestuur alsnog uit te betalen f. 1270,69 - f.1240 -
is f, 30,69.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen exploitatievergoedingen voor b.l.o. over 1951 aan
besturen van bijzondere scholen voor buitengewoon lager onder/vijs.
Bijlage no. 43- Leeuwarden, 19 Februari 1953»
Aan de Gemeenteraad.
De besturen van de drie in deze gemeente gevestigde scho
len voor buitengewoon lager onderwijs hebben een verzoek inge
diend om toekenning van de vergoeding, bedoeld in artikel 34
van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949, over het jaar
1951, onder overlegging van de bescheiden tot staving der in dat
jaar gedane uitgaven.
De door U vast te stellen vergoeding wordt, volgens artikel
5 van genoemd besluit, berekend over het aantal leerlingen van
het betreffende jaar en beloopt per leerling het bedrag, dat
voor elke leerling van de gemeentelijke schippersschool, onder
scheidenlijk van de gemeentelijke school voor zwakzinnigen is
beschikbaargesteld over hetzelfde jaar, te weten respectievelijk
f. 71,73 en f. 70,19. Aangezien in deze gemeente een openbare
school voor ziekelijke kinderen niet bestaat, is voor de bijzon
dere school voor ziekelijke kinderen, uitgaande van de vereni
ging Leeuwarder Perkherstellingsoordbij Uw besluit van 31 Janu
ari 1951, no. 999, met toepassing van artikel 34, 4e lid, van
meerbedoeld besluit, het bedrag per leerling bepaald op f.65,
welk bedrag bij Uw besluit van 5 Juli 1951, no. 6185, is ver
hoogd tot f. 70,--.
Voor de berekening van de toe te kennen vergoedingen mogen
wij U verwijzen naar bijgaand ontwerp-besluitwaaruit tevens
blijkt, welke verrekening met de schoolbesturen moet plaats heb
ben in verband met de door deze ontvangen voorschotten.
Volledigheidshalve vestigen wij de aandacht er op, dat de
vergoeding voor de school voor zwakzinnigen betrekking heeft op
het tijdvak van 6 Maart tot en met 31 December 1951, aangezien
deze school op eerstgenoemde datum is opgericht.
Met het oog op de vijfjaarlijkse afrekening (1948 tot en met
1952) moet U naast de hierbovenbedoe 1de vergoeding nog vaststellen
het bedrag der voor gemeentelijke vergoeding in aanmerking komen
de uitgaven, welke door de schoolbesturen zijn gedaan in 1951.
Deze uitgaven moeten worden beoordeeld aan de hand van het bepaal
de in artikel 34, eerste lid, van het Besluit buitengewoon lager
onderwijs 1949, terwijl bij de controle van de bescheiden tot
staving der gedane uitgaven uiteraard de constante jurisprudentie,
voor zoveel mogelijk, nopens deze materie of die, verband houden
de met het analoge artikel 101 der Lager-onderwijswet 1920, is
gevolgd.
Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor te beslui
ten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A-A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T.Bakker, Secretaris.
Verzonden 21 Februari 1953»