A®
No. 2800.
DE RaaD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
10 Maart 1953 (bijlage no. 54);
BESLUIT
de bebouwingsvoorschriften, behorende bij en één geheel
vormende met de herziening van het uitbreidingsplan in onder
delen der gemeente Leeuwarderadeelvastgesteld bij besluit
van 1 Februari 1950,no.913 en goedgekeurd door de Gedeputeerde
Staten van Friesland bij besluit van 20 Maart 1950,no.151met
betrekking tot grondengelegen tussen de Aert van der Neerstraat
de d'Hondecoeterstraat en de Frans van Mierisstraatte wijzi
gen als volgt:
Artikel I.
In artikel 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
l.In de tussen haakjes geplaatste nadere aanduiding vervalt
"en D",terwijl tussen A 1 en B 1 wordt ingevoegd het woordje
"en"
2.In lid 1 vervalt "en D",terwijl tussen a 1 en B 1 wordt in
gevoegd het woordje "en";
3.In lid 4 vervallen de woorden: "voor de categorie D 1 of 2
aaneen"
4.In lid 5, onder b, vervallen de woorden: "en D"
5.Lid 6, onder b, vervalt;
6.In lid 7 vervallen de woorden:"voor de categorie D 3 m'
7.Lid 10, onder b, vervalt.
Artikel II.
Na artikel 4 wordt ingevoegd een nieuw artikelluidende
als volgt:
Art.4a. Gronden, bestemd voor ééngezinswoningen.
Tbebouwingscategorie Dj.
1. Op de voor bebouwingscategorie D bestemde gronden mogen uit
sluitend worden gebouwd eengezinswoningen in bebouwing van 1 of
2 aaneen.
2. De woningen moeten binnen de bebouwingsstrook worden geplaatst.
De naar de weg gekeerde grenslijn van de bebouwingsstrook mag
niet worden overschreden.
3. Wanneer een woning wordt gebouwd, welke een onderdeel zal
vormen van een woningblok van twee woningen, zal het geheel een
architectonische eenheid moeten vormen.
4. Burgemeester en Wethouders kunnen ten aanzien van bijzonde-
re typen van woningen, die architectonisch verantwoord zi jn
afwijkingen toestaan van het bebouwingsprofiel, dat behoort D
bij de bebouwingsstrook, waarop de woningen zullen worden ge
bouwd. In dat geval gelden de nader door hen te stellen eisen.
5. De classificatie-inhoud van de woningen mag niet minder be
dragen dan op de kaart als minimum voor de betreffende bebou
wingsstrook is aangegeven; Burgemeester en Wethouders kunnen
in bijzondere gevallen toestaan, dat hiervan wordt afgeweken.
"6"