Artikel 5 en artikel 9 Kindertoelageverordening. Opgenomen
wordt een bepaling, krachtens welke de kindertoelage voor
kinderen van de leeftijd, in de Kinderbijslagwet genoemd, nim
mer minder zal bedragen dan bij toepassing van die wet het ge
val zou zijn. Hierdoor zullen latere wijzigingen, voortvloeien
de uit wijzigingen van genoemde wet, niet meer ter erkenning
aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid behoeven
te worden voorgelegd.
Omtrent de bovengenoemde wijzigingen is in het centraal
overleg met de centrale personeelsorganisaties overeenstemming
verkregen. In verband hiermede kan het plaatselijk georgani
seerd overleg in deze aangelegenheden achterwege worden gelaten.
Aangezien naar ons oordeel geen bezwaar bestaat de onder-
werpelijke wijzigingen over te nemen, mogen wij U, mede in het
belang van de uniformiteit van de rechtspositieregeling van
het overheidspersoneel in het algemeen, in overweging geven te
besluiten overeenkomstig de hierna volgende ontwerpen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 23 Maart 1955<
No. 3782.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
16 Maart 1955 (bijlage no. 69);
Gezien het schrijven van het Centraal Bureau inzake ge
meenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaan
gelegenheden d.d. 21 Eebruari 1955, no. 136;
BESLUIT
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot wijziging
van het Algemeen Ambtena
renreglement.
Artikel I.
Artikel 19. Na lid 7 wordt het volgende lid opgenomen:
8. Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van het over
werk, hetwelk voortvloeit uit een der in artikel 65 bedoelde
verplichtingen. Burgemeester en wethouders regelen afzonderlijk
de vergoeding voor zodanig overwerk.
Na artikel 23c wordt het volgende artikel opgenomen.
Artikel 23d.
1De ambtenaar, die op grond van een vrijwillige verbintenis
als noodwachter in werkelijke dienst is, wordt geacht met ver
lof te zijn.
2. Gedurende dit verlof blijft de ambtenaar, onverminderd het
bepaalde in artikel 100, in het genot van de aan zijn ambt
verbonden bezoldiging, met dien verstande, dat deze bezoldiging,
indien het verlof langer dan 14 dagen duurt, voor de verdere
duur van het verlof wordt verminderd met de beloning, waarop de
ambtenaar als noodwachter aanspraak heeft.
3. De in het tweede lid bedoelde vermindering wordt slechts
toegepast tot een zodanig bedrag, dat de ambtenaar in het genot
blijft van een bedrag gelijk aan het op hem te verhalen gedeel
te van de pensioensbijdrage.
4. Het bepaalde in de vorige leden is niet van toepassing,in
dien de ambtenaar de werkelijke dienst als noodwachter vervult
tijdens een aan hem verleend vacantieverlof
5- Het bepaalde in artikel 23c is voor zoveel mogelijk van over
eenkomstige toepassing.
Artikel 25. Lid 4 wordt gelezen als volgt:
4. De ambtenaar heeft in elk kalenderjaar aanspraak op een
vacantietoelage volgens door burgemeester en wethouders vast
te stellen algemene regelen.
Artikel 65. Dit artikel wordt gelezen als volgt:
1. De ambtenaar is verplicht, indien hij daartoe door of namens
burgemeester en wethouders wordt aangewezen, in tijden van oor
log, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden dienst
te verrichten ten behoeve van de bewaking en bescherming van
gebouwen en andere objecten der gemeente.
2. De ambtenaar, op grond van het eerste lid aangewezen, is te
allen tijde verplicht deel te nemen aan oefeningen, welke ver
band houden met zijn in dat lid aangeduide taak.
n-j 11