men en planten, genoemd in artikel 3 der gemeentelijke veror dening, te schrappen, waardoor deze categorie automatisch komt te vallen onder de algemene regel van sluiting op Maandagmor gen, vervat in artikel 1. Gelet op het vorenstaande geven wij U in overweging over te gaan tot vaststelling van het hierna afgedrukte ontwerp besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T. Bakker, Secretaris. No. 5096. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 April 1955 (bijlage no. 95); Gehoord de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Fries land BESLUIT vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening ingevolge artikel 4 van de Winkelslui tingswet 1951 (gemeenteblad 1952, no. 21). Enig artikel. Artikel 3 van bovenaangehaalde verordening wordt gelezen als volgt: "Het is verboden winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak vlees en vleeswaren plegen te worden verkocht, voor het publiek geopend te hebben op Maandag na 13 uur':. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Verzonden 13 April 1955. Verplichte halvedagsluiting voor bloemenwinkels Bijlage no. 95. Leeuwarden, 12 April 1955. Aan de Gemeenteraad. Bij Uw besluit van 24 September 1952 (bijlage no. 193) werd vastgesteld een Verordening ingevolge artikel 4 van de â– Jinkelsluitingswet 1951 tot regeling van de verplichte halve dagsluiting van de winkels in onze gemeente. Artikel 3 van deze verordening bepaalt o.a.dat het ver boden is winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak bloemen en planten plegen te worden verkochtvoor het publiek geopend te hebben op Maandag na 13 uur. De aanwijzing van de Maandagmiddag als-verplichte sluitings middag voor bloemenwinkels geschiedde destijds op verzoek van de winkelierskring van de Friese Bloemisten Handelsvereniging. In dit verzoek gaven de winkeliers tevens te kennen, dat zij niet mee konden gaan met een eventueel voorstel tot verplichte sluiting op Maandagmorgen, omdat naar hun mening een sluiting van Zaterdag tot Maandagmiddag te lang zou zijn met het oog op de vele spoedopdrachten die de winkeliers in deze branche plegen te ontvangen. Het is echter gebleken, dat de regeling, zoals deze de laatste jaren van kracht is, voor de bloemenwinkeliers in eco nomisch opzicht nadelig werktdaar op Maandagmorgen vrijwel geen publiek in de winkels pleegt te verschijnen of bestellin gen worden gedaan, terwijl des middags, wanneer er meer vraag is, niet mag worden verkocht en in verband met het bepaalde in artikel 7, tweede lid, sub b, der wet, ook geen waren ter afle vering aan het publiek mogen worden uitgezonden. De bloemen winkeliers hebben in deze destijds blijkbaar door hen niet voorziene ontwikkeling aanleiding gevonden hun standpunt te herzien en vragen thans om de verplichte halvedagsluiting voor de toekomst te bepalen op Maandagmorgen. Van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Friesland en de Leeuwarder Middenstandsraad is bericht ontvangen, dat een verplichte sluiting op Maandagmorgen van de bloemenwinkels hun instemming heeft. De drie werknemersorganisaties evenwel hebben ons medegedeeld, dat hunnerzijds bezwaar tegen een verplichte sluiting op Maandagmorgen bestaat. Deze bezwaren houden verband met de algemene voorkeur, die deze organisaties hebben voor sen vrije middag. Aangezien ons is gebleken, dat bij de hier ter stede geves tigde bloemenwinkeliers slechts zeer weinig personeel in dienst is (in totaal 15 personen, waaronder 9 loopjongens) en bovendien gsen dezer personeelsleden is aangesloten bij enige organisatie, zijn wij van oordeel, dat het standpunt der werknemersbonden in ieze niet van doorslaggevende betekenis kan zijn en de belangen van de werknemers in deze niet opwegen tegen de belangen, die voor de winkeliers in bloemen en planten met de gevraagde wij ziging van de halve, dagsluiting zijn gemoeid. De wijziging kan op eenvoudige wijze worden aangebracht, door de winkels in bloe- "men"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 150