Tengevolge van bij het opstellen van de gemeentebegroting
niet bekende factoren zijn de rekeningsuitkomsten van de laat
ste jaren meegevallen. Indien deze uitkomsten ons in een vroe
ger stadium bekend zouden zijn geweest, dan hadden wij onge
twijfeld voorgesteld, de kosten van verbetering van de Emroakade
ten laste van de post "Onderhoud bestratingen" te brengen.
Het verdient naar onze mening derhalve aanbeveling, de kosten
van verbetering van de Emmakade thans ten laste van de algemene
reserve, gevormd door batige saldi van vroegere dienstjaren, te
brengen.
Het ligt in het voornemen tegelijk met de voorgenomen ver
betering van de Emmakade de in de rijweg van de Emmakade aan
wezige gasbuizen over te brengen naar het aangrenzende trottoir,
terwijl voorts voorzieningen zullen moeten worden getroffen met
betrekking tot de straatverlichting,o.adoor het plaatsen van
27 lantaarns. Haar raming zullen de kosten van het" verplaatsen
van de gasbuizen rond 12.500,-- bedragen, terwijl de kosten
van verbetering der straatverlichting zijn te stellen op rond
16.800,--. De uit deze investeringen voortvloeiende lasten be
dragen voor de straatverlichting 1135,-- en voor de gasdistri
butie. gemiddeld 595»-- per jaar.
Onder mededeling,_dat de Commissie voor de Openbare Werken
de Commissie voor de Energiebedrijven en de Financiële Commissie
zich hiermede kunnen verenigen, stellen wij U voor op de ge
meentebegroting en op de begroting van de Energiebedrijven voor
1955 ter uitvoering van het plan tot verbetering van een gedeel
te van de Emmakade N.Z. credieten beschikbaar te stellen tot
een bedrag van respectievelijk 49.000,-- en 29.300,--.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 16 April 1955.
6 ^-salarisverhoging c.a. onderwijzend personeel.
Bijlage no. 113. Leeuwarden, 15 April 1955.
Aan de Gemeenteraad.
Overeenkomstig de regeling voor de rijksambtenaren, met in
begrip van het onderwijzend personeel, zijn de salarissen en
ambtstoelagen van het gemeentepersoneel ingaande 1 Januari 1955
iet 6 ïo verhoogd, terwijl over het vierde kwartaal 1954 een uit
kering ineens werd ver-trekt.
Aangezien de van gemeentewege aan onderwijzers bij het open
baar en bijzonder lager onderwijs toegekende toelage voor het be
zit van de Friese akte (Gemeenteblad 1951, no. 25) en de aan on
derwijzers bij het openbaar en bijzonder buitengewoon lager on
derwijs toegekende gemeentelijke b.l.o.-marge (raadsbesluit d.d.
31 Maart 1954, no. 3207) deel uitmaken van de bezoldiging en in
de pensioensgrondslag worden opgenomen, is het billijk, dat ook
deze toelagen - welke niet vallen onder de ambtstoelagen, bedoeld
in de Bezoldigingsverordening 1948 - met 6 worden verhoogd.
Hetzelfde geldt eveneens ten opzichte van de bezoldiging van de
aan de gemeentelijks cursus voor spraakgebrekkige kinderen (Ge
meentebladen 1951, no. 11, en 1954, no. 9) verbonden leerkracht.
Het komt ons daarenboven wenselijk voor, dat, in aansluiting
aan de daaromtrent geldende voorschriften, o.a. voor het perso
neel van de Middelbare Handelsavondschool, de bepalingen omtrent
kindertoelage, vacant ietoelagejubileumgratificatie, e.d., van
toepassing worden verklaard.
Een en ander ware te verwezenlijken door opneming van een al
gemene bepaling in de betreffende verordeningen en in het genoem
de raadsbesluit, teneinde te voorkomen, dat bij elke procentuele
verhoging der onderwijzerssalarissen of wijziging in de regelin
gen omtrent kindertoelage, vacantietoelagejubileumgratificatie
e.d. de bovengenoemde verordeningen c.q. het aangehaald raadsbe
sluit, telkenmale herzien zouden moeten worden.
Op grond van het vorenstaande geven wij U tenslotte in over
weging te besluiten overeenkomstig de hierna opgenomen ontwerpen
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
■'srzonden 16 April 1955.