De aflossing op de lening ware in verband met de liquidi
teitspositie van de stichting gelijk te stellen aan de jaar
lijkse afschrijving op de activa. Het is de bedoeling, dat op
de grond niet wordt afgeschreven. In verband hiermede hebben
wij in het concept-raadsbesluit de bepaling opgenomen, dat het
in de geldlening voor financiering van de grond begrepen bedrag
na 50 jaar ineens moet worden afgelost. De afschrijving op de
bouwkosten van de hallen is in de voor U ter inzage gelegde ex
ploitatiebegroting aangehouden op het aflossingsbestanddeel van
een 50-jarige 3i rentende annuïteit.
De afschrijving op de walbeschoeiïng is in deze begroting
gesteld op het aflossingsbestanddeel van een 20-jarige annuïteit.
In het concept-raadsbesluit is de aflossing op de lening ge
regeld overeenkomstig de hiervoor omschreven afschrijvingen.
De overige aan de kapitaalverstrekking te verbinden voor
waarden zijn gelijk aan die, welke voor de geldlening t.b.v.
de bouw van de eerste 3 hallen zijn overeengekomen.
Naast de lening voor de twee nieuw te bouwen industriehal
len vraagt het stichtingsbestuur nog een geldlening van
22.500,voor uitgevoerde werkzaamheden in de drie bestaan
de hallen. Leze werkzaamheden, waarop bij het ontwerpen van de
plannen voor de bouw niet was gerekend, bestaan uit het leggen
van betonvloeren en het maken van schaft-, kleed- en kantoor
ruimten. Een en ander geschiedt op verzoek van de huurders der
hallen. De kosten van de te treffen voorzieningen zullen door de
huurders in de loop van tien jaren aan de stichting worden te
rugbetaald. Wij hebben tegen het beschikbaarstellen van finan
cieringsmiddelen voor dit doel tot een bedrag van 22.500,
geen bezwaar. De aflossing kan op annuïteitsbasis in 10 jaar ge
schieden. in dit geval kan, waar het hier een aanvulling van
het bestaande crediet van 365-000,-- betreft en de looptijd
bovendien kort is, zonder bezwaar met oenrente van 3^ worden
volstaan.
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede
kan verenigen, stellen wij U voor aan de stichting "Leeuwarder
Industriegebouwen", alhier, een tweetal geldleningen van respec
tievelijk 305-000,-- en 22.500,-- te verstrekken overeen
komstig de hierbij gevoegde ontw-rp-besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 16 April 1955-
Ho. 5406.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
15 April 1955 (bijlage no. 114);
Gelet op de artikelen 170 en 228, sub a, der gemeentewet;
BESLUIT
met de stichting "Leeuwarder Industriegebouwen"gevestigd te
Leeuwarden, hierna genoemd "de stichting", een overeenkomst
aan te gaan tot het verstrekken van een geldlening, groot
305.000,(drie honderd vijf duizend gulden), of zoveel
meer of minder als voor het stichten van twee industriehallen
en het maken van een walbeschoeiïng benodigd zal zijn, en wel
onder de volgende voorwaarden:
1. De geldlening zal, tegen een koers van 100 E, door de gemeente
worden verstrekt naarmate de bouw van de twee industriehal
len, het bouwrijp maken en de eigendomsoverdracht van de
grond door de gemeente dit naar het oordeel van burgemeester
en wethouders van Leeuwarden vorderen.
2. De voldoening van de verschenen termijnen der geldlening
geschiedt door storting op een door burgemeester en wet
houders te bepalen wijze.
3. De stichting zal van het onafgeloste gedeelte van de geld
lening een rente betalen van drie en een half procent
(3/2 g/oper jaar, jaarlijks te voldoen op de hierna te ver
melden tijdstippen.
4. De stichting verbindt zich om van de geldlening
a. een bedrag van 25.000,of zoveel meer of minder als
de kosten van het maken van een walbeschoeiïng ten be
hoeve van een aan de industriehaven te bouwen industrie
hal zullen hebben bedragen, af te lossen op basis van de
aflossingsbestanddelen van een 20-jarige y/2 annuïteits
lening, de eerste aflossing te voldoen een jaar na de
gemiddelde vervaldag der termijnen waarin de lening is
opgenomen;
b. een bedrag van 235.000,of zoveel meer of minder als
de bouwkosten van twee industriehallen zullen hebben be
dragen, af te lossen op basis van de aflossingsbestand
delen van een 50-jarige 3/2 "Jo annuïteitslening, de eerste
aflossing te voldoen eon jaar na de gemiddelde vervaldag
der termijnen, waarin de lening is opgenomen;
c. een bedrag van 45.000,of zoveel meer of minder als
de grondkosten van de twee industriehallen zullen hebben
bedragen, af te lossen in ódn bedrag, 50 jaar na de ge
middelde vervaldag van de termijnen, waarin de geldlening
is opgenomen.
5. De stichting verbindt zich do rente, verschuldigd voor
de gedeelten van de geldlening, welke betrekking hebben op de
kosten van het ms.ken van de walbeschoeiïng en de bouwkosten
van de te bouwen hallen te voldoen in jaarlijkse annuïteiten,
als genoemd onder sub 4 - a en b, en de rente verschuldigd
voor hot gedeelte van de geldlening, dat betrekking heeft op
de grondkosten, eenmaal per jaar te voldoen, voor de eersto
maal een jaar na de gemiddelde vervaldag van de termijnen,
waarin de geldlening is opgenomen.
"6."