Bouw commandopost t.b.v. de bescherming bevolking.
Bijlage no. 142. Leeuwarden, 25 Mei 1955-
Aan de Gemeenteraad.
In artikel 11 van de wet van 1 0 Juli 1952 inzake het nemen
van maatregelen met betrekking tot de bescherming van de bevol
king tegen de gevolgen van oorlogsgeweld (Vet bescherming be
volking) is bepaald, dat de burgemeester een plan vaststelt voor
de bescherming van de bevolking in zijn gemeente. Dit plan be
hoeft de goedkeuring van de minister van Binnenlandse Zaken.
Bij de vaststelling van het plan dient op grond van de be
doelde wet rekening te worden gehouden met het algemene bescher
mingsplan. dat van rijkswege is vastgesteld. In verband hier
mede heeft de voornoemde minister een schema doen vervaardigen,
dat als leiddraad moet dienen voor het opstellen van de gemeen
telijke plannen.
Aan de hand van dit schema is voor de gemeente Leeuwarden
bij Koninklijk Besluit van 3 Fov. 1952 aangewezen als gebied,
waarin maatregelen tot verhoogde bescherming moeten worden ge
troffen (z.g.n. A-gemeente), een beschermingsplan vastgesteld.
Dit plan voorziet overeenkomstig het gegeven schema in het
stichten van een commandopost voor de dienst bescherming be
volking. De aanwezigheid van een dergelijke post is een eerste
vereiste voor een goede functionnering van de gehele gemeente
lijke organistatiewanneer deze in een toestand van paraatheid
verkeert. De commandopost zal het centrale punt vormen, waar
alle verbindingen van de bescherming bevolking samen komen en
tijdig maatregelen ter bescherming kunnen worden getroffen. Bij
een eventueel bombardement of een andere ramp kan dan aan de
hand van de binnenkomende berichten een beeld van de calamiteit
worden gevormd en direct de maatregelen worden getroffen ter
voorkoming van uitbreiding en ter bestrijding van de gevolgen
van de ramp. Behalve de hoofdleiding van de dienst bescherming
bevolking zullen in de commandopost daarvoor ondergebracht
moeten worden de commandanten van de verschillende diensten
(brandweer, opruimings- en reddingsdienst, geneeskundige dienst
politie en de dienst sociale verzorging). De plaats waar en
het gebouw waarin de commandopost wordt ondergebracht eisen
speciale voorzieningenten einde te bereiken, dat de post onder
alle omstandigheden zo goed mogelijk zal kunnen blijven func-
tionneren
In verband met het vorenstaande is allereerst nagegaan, wel
ke plaats voor het vestigen van de commandopost het meest ge
schikt moet worden geacht. Daarbij is er overeenkomstig de ge
geven richtlijnen van uitgegaan, dat deze post indien enigszins
mogelijk aan de buitenkant van de stad moet worden ondergebracht.
Het zuidelijke stadsdeel komt hiervoor niet in aanmerking, omdat
dit vanuit het overige deel van de stad practisch alleen bereik
baar is via de spoorwegovergang in de Schrans. Indien deze over
gang in het ongerede zou geraken, zou de verbinding tussen de
commandopost en het stadsdeel, gelegen ten noorden van de spoor
lijn Groningen-Karlingenverbroken zijn, hetgeen voor een goede
commandovoering niet toelaatbaar moet worden geacht en de plaats
te kwetsbaar maakt. Vestiging aan de buitenkant van het weste
lijke stadsdeel moet eveneens uitgesloten worden geacht in ver-
"band"