So. 7089.
DE RAAD DER GEMEEN TE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
20 Mei 1955 (bijlage no. 143);
Gelet op de artikelen 170 en 228 der Gemeentewet;
BESLUIT
met de Stichting Van Nelle's Personeel pensioenfonds te Rot
terdam (verder genaamd "De Stichting"), een geldlening aan te
gaan, groot 300.000,--, onder de volgende voorwaarden!
1. De Stichting verbindt zich om het bedrag der geldlening na
ontvangst van een door de Burgemeester en Ontvanger onder
tekende schuldbekentenis aan de Gemeente te voldoen op
15 Februari 1956 tegen een koers van 100 door storting
bij
2. De Gemeente verbindt zich om over het onafgeloste nominaal
bedrag een rente te betalen berekend naar 3 3/8 (drie en
drie achtste procent) per jaar, vervallende in halfjaar
lijkse termijnen, telkens op 15 Februari en 15 Augustus
voor het eerst op 15 Augustus 1956, over het alsdan ver
schenen tijdvak, te rekenen van de datum van opneming der
gelden, alsmede om het bedrag der lening terug te betalen
in 50 jaarlijkse termijnen, telkens op 15 Februari van de
betreffende jaren, voor het eerst op 15 Februari 1957,
t.w.
zie bijgaande staat.
3. Vervroegde aflossing zal vóór 15 Februari 1966 niet mogen
plaats hebben. Op of na 15 Februari 1966 is de Gemeente
uitsluitend op de aflossingsverschijndata bevoegd tot ver
vroegde of versterkte aflossing over te gaan, mits zij
daarvan tenminste drie maanden tevoren schriftelijk aan de
Stichting heeft kennis gegeven.
4. Indien de Gemeente van haar bevoegdheid sub 3 gebruik maakt,
zal zij gedurende het tijdvak van 15 Februari 1966 tot 15
Februari 1971 aan de Stichting een boete verschuldigd zijn
van 1-g- en gedurende de volgende jaren van 1 over het
bedrag, dat zij. aflost boven het sub 2 bepaalde.
5. De Stichting heeft het recht het restant der geldlening op
of na 15 Februari 1996 terug te vorderen met inachtneming
van een opzeggingstermijn van drie maanden.
6. Alle betalingen zullen zonder kosten voor de Stichting wor
den gedaan te haren kantore te Rotterdam of daar, waar de
Stichting dit zal bepalen, terwijl geen kwijting zal kunnen
worden gevorderd voor en aleer de verschuldigde bedragen in
het bezit van de Stichting zijn.
7. indien enige termijn van rente en/of aflossing niet op de
verschijndag als boven omschreven mocht zijn betaald, dan
vermeerdert het niet betaalde bedrag met een boete van -§•
per maand - een ingetreden maand als een volle gerekend -
en wordt al het verschuldigde terstond en ineens opvorder-
"baar