No. 11068. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 Augustus 1955 (bijlage no.226); B E S I U I T de gemeente koopt en neemt in volle en vrije eigendom over van de Shell Nederland N.V., gevestigd te s-GravenhageWassenaar- seweg 80, een strook grond gelegen aan de noordzijde van de Har- lingertrekweg, op de bij dit besluit behorende tekening rood- gearceerd aangegeven, ter grootte van plm. 70 m2, deel uitmaken de van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D, no.4757, voor een koopsom van f.1,-- in totaal, onder de vol gende bepalingen en bedingen: 1. de grond wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aan wezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en las ten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van hypotheek; 2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden der akte van overdracht; 3. vanaf de dag van levering komen alle zakelijke lasten en be lastingen, welke van het over te dragen perceelsgedeelte geheven worden, voor rekening van de koopster; 4. de verkoopster is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die, welker uitsluiting de wet niet toestaat; 5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbin ding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het burger lijk wetboek; 6. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Oprichten momument Th.M.Th. van Weideren baron Rengers. Bijlage no.227. Leeuwarden, 19 Augustus 1955- Aan de Gemeenteraad. Op 15 Juli 1945 overleed op 78-jarige leeftijd in het Diako- nessenhuis, alhier, de heer Th.M.Th.van Weideren baron Rengers. Hiermede was een einde gekomen aan het leven van een groot man, die door zijn begaafdheid en veelzijdigheid een vooraanstaande plaats in de geschiedenis van Friesland en van Nederland heeft ingenomen. Reeds gedurende zijn jongere jaren heeft baron Rengers zich, nadat hij zich in 1895 als jurist in Oenkerk (op Heemstrastate had gevestigd, verdienstelijk gemaakt door hetgeen hij vooral op landbouwgebied en in het bijzonder op het terrein der coöperatie tot stand heeft gebracht. Zo heeft hij een groot aandeel gehad in het herstel van het na de agrarische crisis der tachtiger jaren verarmde Friesland, door de stoot te geven tot de oprichting van tal van coöperaties en andere instellingen ten behoeve van de Friese landbouw, zuivelbereiding en industrie. Mede op zijn initi atief werden toen opgericht o.a. de Coöperatieve Voorschot- en Spaarbank te Oenkerk, de Coöperatieve zuivelfabriek te Giekerk, de Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland, de Friese Coöperatieve Exportvereniging (Frico), de Coöperatieve Condens- fabriek "Friesland", de vlasfabrieken te ffiolenend en Noordbergum. het Landbouwhuis en het Botercontrolestation. In 1914 stichtte hij een beweging ten gunste van het oprichten van een middelbare technische school te Leeuwarden. Na de oprichting van deze school werd hij lid van het schoolbestuur. Ook op het terrein van de bijenteelt was baron Rengers werk zaam. Hij heeft in 1899 de imkers in Friesland verzameld, hetgeen resulteerde in de oprichting van de Friese Imkersvereniging. Hij zelf werd voorzitter van de afdeling Leeuwarden van deze vereni ging. Aan de rand van de stad stichtte hij een model-bijenstal. Tengevolge van de uitbreiding van de stad kon deze stal aldaar niet worden gehandhaafd. De straat, yyelke op deze plaats werd aan gelegd, herinnert echter nog altijd aan de bijenstal. Op voorstel van de baron werd deze straat namelijk genoemd de Bijenhofstraat. Inmiddels was de heer Rengers in 1899 gekozen tot lid van de provinciale staten van Friesland. Gedurende de perioden 1901- 1910 en 1917-1923 was hij lid van het college van Gedeputeerde Staten van Friesland. Alszodanig toonde hij zich een expert op waterstaatkundig gebied. Groot was bijv. zijn aandeel in de voor bereiding en stichting van het provinciale stoomgemaal bij Lemmer (Tacozijl). Nog duidelijker blijkt zijn betekenis voor geheel Nederland uit zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer. Ook maakte hij deel uit van enkele officiële commissies, o.a. van de Staats commissie tot voorbereiding van de wettelijke regeling van het waterstaatsbestuur en trad hij op als Regerings-Commissaris van de rijksgraaninzameling. Eveneens van groot belang is zijn omvangrijk werk op publi cistisch gebied: zijn studies over de oorzaken van de eerste wereld oorlog, zijn onvermoeid streven naar culturele en economische samen werking met België' en naar aanéénsluiting van de staten van West europa. Van zijn hand verscheen destijds ook een rapport over de wenselijkheid van de afsluiting van de Zuiderzee. "Als

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 349