Artikel II. Te rekenen van 1 Juli 1955 af worden de in artikel I sub 6, 7 en 8 genoemde salarisbedragen nader vastgesteld als volgt- sub 6 877,50 900,— 921,-- 943,50 964,50 987,-- 1008,-4 sub 7 1006,— 1028,50 1049,50 1072,— 10®,— 1115,50 1136,50 sub 8 1134,50 1157,-- 1178,-- 1200,501221,50 1244,-- 1265,-- Artikel III. Van 1 Januari 1956 af wordt de bijlage A van de Bezoldi gingsverordening 1948 gewijzigd als volgt: 1Schaal 6. schaal wordt in plaats van "controleur" "controleur C". 2. Schaal 10. 3. Schaal 11 In deze gelezen In deze schaal wordt na "assistente in de huis houding Stads-Ziekenhuis" ingevoegd: "hoofd van de linnenkamer Stads-Ziekenhuis". In deze schaal wordt geschrapt "huisbezoeker" en "maatschappelijk werkster" en wordt na "opzich ter D" ingevoegd: "controleur B". 4. Schaal 17. In deze schaal wordt geschrapt: "huisbezoeker A" en "maatschappelijk werkster A" en wordt na "op zichter C" ingevoegd: "controleur A". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Het verlenen van een renteloos voorschot aan de Vereniging voor Christelijk Kleuteronderwijs, alhier, voor de stichting van een kleuterschool. Bijlage no. 239. Leeuwarden, 8 September 1955. Aan de Gemeenteraad Het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Kleuteron derwijs, alhier, heeft een verzoek ingediend, om in de vorm van een renteloos voorschot financiële steun uit de gemeente kas te mogen ontvangen ten behoeve van de bouw van een 4-klas- sige kleuterschool op een terrein aan de CsdoornstraatDe op de bouw van deze school betrekking hebbende tekeningen met be stek en kostenbegroting liggen voor U bij de stukken ter inza ge. In ons voorstel tot het verstrekken van een renteloos voor schot voor de bouw van een R.K. kleuterschool (zie bijlage no. 144) zijn wij van de gedachte uitgegaan, dat, zolang de nieuwe wet tot regeling van het kleuteronderwijs niet tot stand is ge komen, het de voorkeur verdient de in het verleden gevolgde gedragslijn ten aanzien van financiële medewerking van de ge meente bij de stichting van bijzondere kleuterscholen te blij ven volgen. In verband hiermede hebben wij in eerste instantie het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Kleuteronderwijs medegedeeld, dat naar ons gevoelen de financiële medewerking van de gemeente o.m. afhankelijk zal dienen te worden gesteld van de voorwaarde, dat de vereniging zelf voor 1/3 deel van de stichtingskosten van de te bouwen school zal moeten zorg dragen. Bij brief van 27 Augustus 1955, welk schrijven bij de stuk ken ter inzage is gelegd, heeft het schoolbestuur medegedeeld, dat de door de vereniging voor eigen rekening aan te trekken financieringsmiddelen kunnen worden verkregen door het sluiten van een 4 rentende 30-jarige obligatielening, tegen de koers van 97% In verhouding tot de voorwaarden, waaronder de pu bliekrechtelijke lichamen geldleningen kunnen aantrekken,is de prijs van deze lening hoog. Aangezien de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen de bouw van deze school bereids heeft geplaatst op de lijst van in 1955 te bouwen kleuterscholen - hetgeen impliceertdat met de bouw van deze school vóór 1 Januari 1956 zal moeten wor den begonnen -meent het bestuur in de gegeven omstandigheden het leningsaanbod te moeten accepteren. Naar het zich laat aanzien, zal de behandeling van het ont- werp-kleuteronderwijswet in de komende weken in de Staten- Generaal aan de orde worden gesteld, zodat het niet uitgeslo ten moet worden geacht, dat deze wet op 1 Januari 1956 in werking zal treden. In verband met het bepaalde in artikel 122, lid 3, van dit wetsontwerp zal de gemeente, in overleg met het schoolbestuur, de vergoeding moeten regelen van de kosten van de bouw van bij zondere kleuterscholen, welke voor de inwerkingtreding van de wet zijn gebouwd en geheel of ten dele voor rekening van de des betreffende vereniging zijn gebleven. In principe zal deze rege- "ling;'

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 365