ió Plan tot het aanleggen van een nieuwe veemarkt. Bijlage no. 24-6. Leeuwarden, 21 September 1 955» Aan de Gemeenteraad. In ons voorstel van 19 Juni 1953, bijlage no. 121, hebben wij omstandig uiteengezet waarom verplaatsing van de vee markt naar een terrein in het westen van de stad noodzakelijk was en hebben wij U voorgesteld in beginsel te besluiten de markt te verplaatsen en plannen voor een nieuwe veemarkt gereed te laten maken. Wij deelden U daarbij tevens mede, dat het niet uitgesloten was, dat het Rijk in het voorbereiden van dit plan een bijdrage zou verlenen in het raam van de door de regering gevoerde werkgelegenheidspolitiek. Mede naar aanleiding van ons voorstel besloot U op 1 Juli 1953 ih beginsel tot het verplaatsen van de markt naar de onbe bouwde terreinen, gelegen tussen de Harlingertrekvaart en de Harlingerstraatweg onmiddellijk ten oosten van de spoorlijn naar Stiens en machtigde U ons de plannen voor het stichten van een nieuwe markt op deze gronden gereed te maken, zodra bericht werd ontvangen, dat het Rijk de gemeente in de voorbereidings - kosten tegemoet zou komen. Reeds op 15 Juli 1953 werd dit be richt ontvangen Na bovengenoemd besluit is de voorbereiding van de plan nen met spoed aangevat. In verband met de verschillende pro blemen, die bij de bestudering van het vraagstuk van een nieuwe markt aan de orde zouden komen, werd de bestaande veemarktcom missie door ons uitgebreid met de Inspecteur van de Veeartsenij- kundige dienst en vertegenwoordigers van het Friesch Rundvee Stamboek en de Leeuwarder Middenstandsraad, terwijl later aan de commissie nog is toegevoegd een vertegenwoordiger van de veemarktbedrijven (de cafébedrijven rond de markt). Reeds op 8 Juli 1953 is de veemarktcommissie met het werk begonnen en heeft zij de werkwijze bepaald, die bij het voorbereiden van de plannen en de studie, die daaraan vooraf moet gaan, haars in— ziens gevolgd moest worden. Daarbij werd besloten enkele sub commissies in te stellen, die elk een bepaald facet in studie zouden nemen, t.w. a» een sub-commissie ter bestudering van de vraag, met welke aanvoeren bij de aanleg van de nieuwe markt rekening zou moeten worden gehouden en op welke uitbreiding in de toe komst moest worden gerekend. In deze commissie hadden zit ting de heren DrG.J. Otten, secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, Mr. S. Foppes, directeur van het Economisch Technologisch Instituut, en DrsG.de Groot, economisch consulent van de Friese Maatschappij van Land bouw b. een sub-commissie ter bestudering van de grootte, indeling en de outillage van de nieuwe markt. In deze commissie had den zitting de heren J.Vierzen, directeur van het Openbaar Slachthuis, C.Groendijk, directeur van de Markt- en Haven dienst, J.M. Dijkstra, inspecteur van de Veeartsenijkundige Dienst, A.W.Bok, districts-secretaris van de Vakgroep Goede renvervoer, en H.K. Nicolay, voorzitter van de afdeling Friesland van de Nederlandse Bond van Veehandelaren; "c."

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 377