c. een sub-commissie ter bestudering van de noodzakelijkheid en de eventuele indeling van een expositieterrein, In deze com missie hadden zitting de heren Ir, H.G.A. Leignes Bakhoven, secretaris van het Eriesch Rundvee Stamboek, Dr. E.T. Roe lof s consulent van het Eriesch Rundvee Stamboek, en Drs, G. de Groot, economisch consulent van de Friese Maatschappij van landbouw, later secretaris van de Stichting voor de landbouw in Friesland, Be bestudering van de verkeersregeling op en om de nieuwe markt werd opgedragen aan de Commissaris van Politie, terwijl de heer G.Bakker, directeur der Gemeentereiniging,werd inge schakeld in verband met het schoonmaken van de nieuwe marlet, naderhand werd nog ingesteld een sub-commissie ter bestu dering van de belangen van de veemarkt-bedrijven. De sub-commissies hebben haar werk vlot verricht, In Juni 1 954- kon de grote commissie haar eerste rapport aan ons col lege uitbrengen. Het rapport, dat met de rapporten van de sub-commissies voor U bij de stukken ter inzage ligt, behandelt achtereenvol gens de te verwachten aanvoeren van vee op de markt, de groot te en de indeling der markt, het tentoonstellingsterrein en het verkeer naar en van de markt. Omtrent de belangen van de veemarkt-bedrijven en de te plaatsen gebouwen zal de commissie nog nader rapporteren. Bij het rapport was een plan gevoegd, waarbij een en an der aan de hand van het rapport nader was uitgewerkt. Bij dit plan zou de eigenlijke veemarkt met de daarbij behorende gebou wen en de parkeerterreinen voor de vee-auto's komen op de gronden tussen de toekomstige rondweg en de spoorlijn naar Stiens. Ten oosten van de toekomstige rondweg zou het sportter rein aan de Marnixs.traat worden ingericht als parkeerterrein voor personenauto's, terwijl ten zuiden van het parkeerterrein het tentoonstellingsterrein was gedacht met ten oosten daarvan een terrein voor de landbouwwerktuigenmarktEen en ander zoals was aangegeven op de maquette, die door de K.V. Vroom en Drees- mann is gemaakt en door U op 6 September 1954 werd bezichtigd. Tegen dit plan zijn na de verschijning van het rapport enige bezwaren gerezen. In de eerste plaats bracht de Commissa ris van Politie te onzer kennis, dat zijns inziens in het ont worpen plan onvoldoende ruimte was gereserveerd voor het par keren van personenauto's. Deze opvatting werd door de direc teur der Openbare Werken en anderen gedeeld. Het geprojecteerde parkeerterrein voor personenauto's bood n.l. slechts ruimte aan 420 wagens. Bij onderzoek bleek, ;ok ons college, dat het ge projecteerde terrein te klein moest worden geacht. Reeds nu overschrijdt op drukke marktdagen het aantal personenauto's van marktbezoekerswaarvoor ruimte moet worden gezocht, de 400, terwijl met een aanmerkelijke stijging in de toekomst rekening moet worden gehouden. Het aantal motorvoertuigen is na de be vrijding van ons land verdubbeld, terwijl op een verviervoudi ging van het aantal motorrijtuigen in de periode 1950-1970 wordt gerekend. Met de consequenties van deze ontwikkeling, die zich aan het voltrekken is, dient bij het uitwerken van plan nen voor de veemarkt ernstig rekening te worden gehouden". Wij wezen hierop reeds in onze voordracht van 19 Juni 1955, bij lage no. 121 wij hebben dan ook ter kennis van de commissie gebracht, dat onzerzijds het standpunt werd ingenomen, dat bij de veemarkt een parkeerterrein voor personenauto's aangelegd diende te worden, dat ruimte bood aan minstens 600 personen auto's. "In" In de tweede plaats werd van de zijde van het Eriesch Rund vee Stamboek, hoewel het zich door middel van zijn vertegen woordiger in de commissievergadering met het plan had verenigd, bezwaar gemaakt tegen de plaats van het geprojecteerde tentoon stellingsterrein. In het ontworpen plan was, ten gevolge van de rondweg, die beide terreinen scheidt, geen verband tussen de veemarkt, als aanbindplaats voor de te keuren dieren, en het tentoonstellingsterrein, terwijl het lossen van de dieren slechts achter het ontworpen marktterrein zou kunnen plaats vinden. Tij dens de jubileumkeuring vorig jaar September is duidelijk geble ken, dat het voor een goede gang van zaken bij belangrijke keu ringen noodzakelijk is, dat losruimte, aanbindruimte en tentoon stellingsruimte vlak naast elkaar liggen en dat een scheiding van deze door een drukke verkeersweg grote moeilijkheden bij keuringen op zal leveren. Een en ander is aanleiding geweest voor de veemarktcommis sie om het plan aan een nr.der onderzoek te onderwerpen. Als re sultaat van haar arbeid heeft de commissie ons een alternatief plan gezonden, waarin een andere indeling van de terreinen wordt gegeven en in welk plan naar onze mening aan de naar voren ge brachte bezwaren wordt tegemoet gekomen. Een voordeel van dit plan is bovendien, dat het sportveld aan de Marnixstraat voors hands gehandhaafd kan blijven en dat voor de landbouwwerktuigen- markt en de rijwielberging oon betere plaats is gevonden. Een nadeel is, dat in een niet te ver verwijderde toekomst voor een deel van de vee-auto's parkeerruimte over de spoorlijn naar Stiens zal moeten worden gezocht. Dit bezwaar behoeft echter niet onoverkomelijk te zijn, daar in een verder verwijderde toe komst bij uitbreiding van de markt in die richting toch naar ruimte zou moeten worden gezocht. Ben tekening van dit plan doen wij U hierbij toekomen. Op dit plan willen wij U gaarne een nadere toelichting geven aan de hand van de volgende punten. 1De te verwachten aanvoer Vanzelfsprekend is het van het allergrootste belang, alvo rens een beslissing over het ingediende plan te nemen, de te verwachten aanvoer van de verschillende soorten vee in de toe komst na te gaan, De commissie heeft dit gedaan. Tiaar haar me ning kunnen de marktaanvoeren in de toekomst positief worden be- invloed door: a. een dichtere, respectievelijk grotere, veestapel in gebieden, die ongetwijfeld tot de aantrekkingssfeer van de Leeuwarder markt mogen worden gerekend, en wel als gevolg van ontginnin gen, grondverbeteringen en verdere inpolderingen. Zij heeft daarbij aandacht geschonken aan de voederpositie, het noor delijk gedeelte van de Tloord-Oost Polder, de grondverbete ringen en eventuele inpolderingen in de provincie, zoals het Zwettegebied, de Kleine Geest, de Waarden in het westen en de landaanwinning in het noorden en aan de mogelijke afslui ting van de zeegaten en drooglegging van de wadden in de verre toekomst; b. het aan de markt brengen van meer hoogwaardig gebruiksvee en fokvee, dat thans nog veelal op de boerderij, althans niet op de markt, wordt verhandeld; o. het opschuiven van de grenzen van het gebied van de Leeu warder markt ten koste van andere marloten. "De"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 378