De aanvoeren kunnen volgens de commissie negatief worden beïnvloed door a. een verschuiving in de rentabiliteit van de verschillende sectoren binnen de agrarische bedrijfstak bijv. van de vee teelt naar de akkerbouw. Deze verschuiving is echter meer denkbaar dan dreigend; b. een relatieve achteruitgang van Leeuwarden als kwaliteits- markt, omdat andere gebieden de thans nog bestaande kwali tatieve achterstand in de veestapel hebben ingehaald. De commissie komt na afweging van de verschillende facto ren tot de conclusie, dat de positieve elementen waarschijn lijk meer invloed zullen hebben dan de negatieve en spreekt derhalve de verwachting uit, dat de aanvoeren in de komende decennia nog iets kunnen toenemen. Ben ander punt is, dat de aanvoeren vaak een onregelmatig verloop te zien geven. Tegenover zeer lage aanvoeren staan zeer hoge. Het is niet verantwoord om zonder meer de hoogste aan voer als basis voor de nieuwe markt te nemen en evenmin de laagste. De commissie heeft daarom nagegaan, met welke maximum aanvoeren in de komende jaren rekening moet worden gehouden en op welke aanvoeren de omvang van de markt moet worden gebaseerd. Daarbij is overwogen, dat de top-aanvoer van de verschillende diersoorten niet gelijk valt, zodat het mogelijk is bij top- aanvoer van een bepaalde diersoort elders ruimte te lenen. Ver der is overwogen, dat het in verband met onzekere factoren in de verre toekomst wenselijk is voorshands slechts rekening te houden met de te vervrachten aanvoeren tot 1975. Voor de verdere jaren is het voldoende de nodige reserveruimte achter de hand te houden. Verder is naar de mening van de commissie een grote leegloop over lange perioden niet wenselijk. Meermalen is er reeds op gewezen, dat een drukke markt met sfeer is te verkie zen boven een grote markt, die een aanzienlijk deel van het jaar nog niet voor de helft zou zijn bezet. De commissie geeft dan ook in overweging de nieuwe markt voorlopig te baseren op 8800 dieren en wel verdeeld naar de volgende diersoorten: 200 paarden; 200 stieren; 3750 koeien en pinken; 750 vette- en graskalveren; 1500 nuchtere kalveren; 1500 schapen en lammeren; 800 varkens en biggen; 100 bokken en geiten. Wij kunnen ons met de door de commissie gegeven conclusie en de daaraan ten grondslag liggende gedachtengang volledig ver enigen. 2. Grootte en indeling van het raarktterrein Zoals U uit de tekening zal blijken, is het veemarktter rein geprojecteerd ten westen van de toekomstige rondweg. Tussen het terrein en de toekomstige rondweg is een rijweg voor vee auto's gedacht van 9 m, een trottoir van 5 m, een bebouwings- strook van 15 m en daarna weer een trottoir van 5 m. De geprojecteerde bebouwingsstrook is bestemd voor de bouw van marktcafe's, het zuidelijk gedeelte voor het bouwen van een dienstgebouw met localiteiten voor de Markt- en Havendienst, da Veeartsenijkundige Dienst, het Rriesch Rundvee Stamboek, de poli- "tie" tie, de dienstdoende dierenartsen, het marktpersoneeleen ver trek, geschikt voor de ontvangst van officiële bezoekers, ruim te voor bankzaken e.d. Zoals wij reeds mededeelden, zal de grootte en indeling hiervan nog nader moeten worden bezien. Dit geldt ook voor de te bouwen cafe's. Wel kan reeds worden aange nomen, dat het met het oog op de in de veehandel bestaande ge woonten en gebruiken en de belangen van de veemarktbedrijven aanbeveling verdient geen centraal marktcafé, maar een aantal café's te bouwen. De exploitanten van de bestaande café's bij de tegenwoordige veemarkt zouden daarbij een zekere voorrang kunnen krijgen. De afmetingen van het eigenlijke marktterrein zijn 336 m bij 124 m. Van zuid naar noord wordt de markt verdeeld in de volgende afdelingen: paarden, stieren, runderen (andere dan stieren), graskalveren, nuchtere kalveren, biggen en fokvarkens, schapen, lammeren, bokken en geiten. De afdelingen zijn steeds in drie vakken verdeeld, met langs de buitenkant een weg van 7 m en tussen de vakken een weg van 5 m. De lengte van de aanbindruimte bedraagt voor elk vak 33,3 m. Ten behoeve van de handel in waardevol vee zijn de noorde lijke drie vakken van de runderenafdeling overdekt gedacht. De afmetingen van de daar te bouwen hal zijn aangehouden op 110 m bij 30 m. Tevens geeft de commissie in ernstige overweging ten behoeve van de handel in kleinvee, zoals kalveren, varkens, lopers en biggen, een tweede hal te bouwen. Deze laatste hal, die in tegenstelling tot de hal voor runderen een vlakke vloer kan krijgen, zou tevens voor andere doeleinden, zoals congres sen, meeting:, sportevenementen e.d. gebruikt kunnen worden. Over de meest doelmatige constructie, lichtinval, entilatie, acoustiek enz. van deze hallen zal door de commissie in samen werking met de directeur der Openbare Werken nog nader worden geadviseerd Ten westen van het eigenlijke marktterrein is een voor- keuringsterrein geprojecteerd met daarvoor over de volle lengte los- en laadperronsHet terrein, dat verdeeld is in vier vak ken, heeft een oppervlakte van 190 m bij 26 m en biedt ruimte aan 1000 dieren. Bik val- heeft zijn eigen in- en uitgang. Tegen het beginuur van de markt wordt het terrein gesloten en worden de dieren gekeurd en naar de markt gebracht.' Het vee, dat daarna wordt aangevoerd, gaat eveneens via het voorkeurings- terrein naar de markt. Verwacht wordt, dat op deze wijze de aanvoer zo snel kan verlopen, dat het niet meer nodig zal zijn voor zonsopgang vee tot de markt toe te laten, zodat geen extra voorzieningen voor verlichting van het terrein nodig zullen zijn. Dit voorkeurings- terrein kan bovendien bij top-aanvoeren als reserveruimte worden gebruikt. Bij de afdeling schapen is een afzonderlijk losperron van 30 m lengte geprojecteerd met daarachter een tiental drijfgan- gen, omdat schapen lopend worden gekeurd. Op het terrein zijh voorts bij de letters A en B twee kleine dienstgebouwen geprojecteerd, bestemd voor isolatie van vee, bergruimte van materiaal van de markt en de Gemeentereini ging en allerlei andere doeleinden, waarvoor op de markt in een gebouw ruimte moet zijn. Voor nadere bijzonderheden omtrent het voorkeuringsterrein, de indeling van de afdelingen, de aanbindruimte voor elk dier, de balies, de ruimte tussen de balies, het aantal te plaatsen dieren, het maken van hokken, de afmetingen daarvan en andere detailpunten mogen wij U verwijzen naar het rapport van de com missie, dat bij de stukken voor U ter inzage ligt. "Het"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 379