I Verbreden en uitdiepen gedeelte Harlingertrekvaart. Bijlage no. 248. Leeuwarden, 21 September 1 955 - Aan de Gemeenteraad. In verband met de gebleken noodzaak tot verbetering van de westelijke aansluiting van Leeuwarden op het Van Harinxma- kanaal werden in de vergadering van Uw raad van 9 Augustus 1950 plannen goedgekeurd o.a. tot het verbeteren van de Har lingertrekvaart tussen de Verlaatsbrug en het Van Harinxma- kanaal en werden de voor de uitvoering van dit werk benodigde gelden beschikbaar gesteld. De moeilijke financiële en economische omstandigheden, waarin ons land destijds verkeerde, hadden evenwel tot gevolg, dat van hogerhand ingrijpende maatregelen werden getroffen, o.a, door het uitoefenen van een scherper toezicht op de kapi taalsuitgaven van de lagere publiekrechtelijke lichamen. Laar toe werd dan ook bij besluit van de Minister van Financiën en van de Minister van Binnenlandse Zaken een z.g. investerings commissie ingesteld, die tot taak kreeg te adviseren omtrent de toelaatbaarheid, gezien in het licht van de algemeen finan- cieel-economische omstandigheden, van de uitvoering van aan haar voorgelegde plannen van lagere publiekrechtelijke licha men ter zake van investeringen, waarmede in totaal een kapi taalsuitgave van meer dan f. 100.000,- gemoeid zou zijn. Op grond van deze ministeriële beschikking diende het plan tot verbetering van de Harlingertrekvaart, tegelijk met de plannen tot verbetering van de Snekertrekwegde Harlingertrekweg en van een gedeelte van de Sneekertrekvaartaan de investerings commissie ter beoordeling te worden voorgelegd. Le commissie achtte de voorgestelde verbreding van de Harlingertrekvaart, voor zover gelegen tussen de spoorbrug en het terrein van de ïf.Y. Shell Nederland, op dat ogenblik nog niet voldoende ur gent. Omtrent de plannen tot het verbreden van het gedeelte van de vaarweg, gelegen tussen de spoorbrug en het Van Harinx- makanaal, van pl.m. 21 m tot pl.m. 45 m was de commissie van oordeel, dat voorlopig kon worden volstaan met een verbreding tot pl.m. 31 m en met het maken van een zwaaikom tegenover de uitmonding van de Sneekertrekvaart (industriehaven) op de Har- li nger tr e kva ar t Bij Uw besluit van 12 December 1951 werd het oorspronke lijke plan gewijzigd en in overeenstemming gebracht met de wensen van de (thans niet meer bestaande) investeringscommis sie. Op dit gewijzigde plan werden de benodigde goedkeuringen verkregen en korte tijd daarna kon tot uitvoering van het werk worden overgegaan. Zoals u uit onze voordrachten van 21 September 1955 (bij lagen nos246 en 247) moge blijken, is het naar onze mening noodzakelijk op korte termijn over te gaan tot het aanleggen van het grond-, riolerings- en bestratingswerk van de nieuwe veemarkt en tot het aanleggen van het gedeelte van de toe komstige rondweg tussen de Harlingertrekvaart en de Mr.P.J. Troelstraweg. Naar aanleiding hiervan komt ook de uitdieping en verbreding van de Harlingertrekvaart opnieuw aan de orde, omdat dit werk, naast de verbetering van de westelijke aan sluiting van onze gemeente op het grootscheepsvaarwatervoor een groot gedeelte samenhangt met de uitvoering van bovenge noemde plannen. "In"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 384