Onteigening gronden ter verwezenlijking van verschillende uit
breidingsplannen.
Bijlage no. 249. Leeuwarden, 21 September 1 955-
Aan de gemeenteraad.
Zoals U moge blijken uit onze voorstellen d.d. 21 September
1 955 (bijlagen nos246, 247 en 248 ligt het in de'bedoe
ling binnen afzienbare tijd te komen tot het uitvoeren van
grondwerken enz. in verband met de aanleg van een nieuwe vee
markt, tot het voltooien van het gedeelte rondweg tussen het
Valeriusplein en de Harlingertrekvaartalsmede tot het ver
diepen en verbreden van een gedeelte van de Harlingertrekvaart.
De voor de uitvoering van deze werken benodigde gronden
zijn grotendeels reeds het eigendom van de gemeente. Slechts
over een klein aantal percelen en perceelsgedeelten, waarvan
het eigendomsrecht absoluut nvr de gemeente dient te worden
overgebracht, voordat tot het volledig verwezenlijken van de
plannen kan worden overgegaan, heeft de gemeente niet de be
schikking kunnen verkrijgen, omdat de eigenaren tot nu toe niet
bereid zijn gevonden deze gronden tegen een redelijke prijs aan
de gemeente te verkopen.
De bedoelde percelen en perceelsgedeelten, die op de bij
de stukken overgelegde tekeningen roodomlijnd zijn aangegeven,
zijn alle gelegen in verschillende uitbreidingsplannen, welke
door Uw raad voor de desbetreffende gebieden zijn vastgesteld
en welke thans voor een deel de goedkeuring van gedeputeerde
staten van Friesland hebben verkregen. Uitvoering van de in de
eerste alinea van dit schrijven bedoelde werken betekent der
halve een verwezenlijking van bestaande uitbreidingsplannen.
Bij de wet van 28 Augustus 1851stbl. 125, zijn regelen
gesteld o.m. met betrekking tot het verkrijgen van de beschik
king over ongebouwde of gebouwde eigendommen, ten einde uitvoe
ring te kunnen geven aan een plan van uitbreiding (art. 77,
onder 4°, van de Onteigeningswet). Alvorens echter een aanvang
te kunnen maken met de procedure, welke genoemde wet voor
schrijft om te komen tot een onteigening in het belang van de
volkshuisvesting, dient de gemeenteraad zijn voorlopige goed
keuring te hechten aan een onteigeningsplan met bijbehorende
grondtekeningen enz. Te dien einde hebben wij een dergelijk
plan opgemaakt, betrekking hebbende op de percelen en perceels
gedeelten, benodigd voor de uitvoering van de hierboven genoem
de projecten, alsmede op gronden, benodigd voor;
a. het doortrekken van de Julianalaan (gedeelte rondweg) in
noordwestelijke richting tot aan het spoorwegemplacement;
b. het aanleggen van straten op het Industrieterrein in Deeu-
warden-West, ten zuiden van de Harlingertrekvaart.
De onder a en b bedoelde straten zijn geprojecteerd in de
voor die gebieden vastgestelde en goedgekeurde uitbreidings
plannen. Het ligt in het voornemen in de nabije toekomst uit
gewerkte plannen tot het aanleggen van deze straten bij U in
te dienen. Waar de eigenaren van de daarvoor benodigde gronden
niet genegen zijn deze tegen een redelijke prijs aan de ge
meente in eigendom over te dragen, zien wij ons genoodzaakt ook
deze percelen in ons voorstel tot voorlopige goedkeuring van
het onteigeningsplan op te nemen.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging
te besluiten overeenkomstig de hierbij gevoegde ontwerpen. In
deze ontwerp-besluiten zijn de te onteigenen percelen en per-
"ceels