Instelling van een huur commissie
Bijlage no. 270. Leeuwarden, 29 September 1955-
Aan de Gemeenteraad.
Zoals U bekend zal zijn, is de Huurwet bij de wet van 15
Augustus 1955 (Stbl. no. 374) gewijzigd en is het voornaamste
punt van deze wijziging de invoering van een huurverhoging van
5 voor de meeste woningen, ingaande 1 September 1955-
Het zal U tevens bekend zijn, dat de huurder van een derge
lijke pjoning, indien hij van oordeel is, dat zijn woning als ge
volg van verwaarlozing, welke aan de verhuurder is te wijten,
kennelijk niet voldoet aan de eisen, die daaraan in verband met
instandhouding en bewoonbaarheid redelijkerwijze kunnen worden
gesteld, kan verzoeken te bepalen, dat de bovengenoemde verho
ging ten aanzien van hem niet van toepassing zal zijn.
Bij koninklijk Besluit van 23 Augustus 1955, no. 17, is
onder meer de gemeente Leeuwarden aangewezen als gemeente, waar
de beslissing ten aanzien van dergelijke verzoeken berust bij
een huurcommissieterwijl een K.B. van dezelfde datum (Stbl.
no. 379) nadere voorschriften geeft omtrent samenstelling, taak
en werkwijze van deze oommissie.
Artikel 2 van laatstgenoemd K.B. bepaalt, dat binnen 6
weken na de datum daarvan in de aangewezen gemeenten een huur-
commissie moet zijn ingesteld door de gemeenteraad.
Blijkens artikel 3 van het Huurcommissiebesluit bestaat
deze commissie uit een voorzitter en een door de Raad te bepa
len aantal vice-voorzitters en leden. Be beraadslagingen geschie
den ingevolge artikel 6 met de voorzitter of vioe-voorzitter en
twee leden, bijgestaan door een secretaris of adjunct-secretaris.
Voor deze laatste functies zullen wij overeenkomstig artikel 5
gemeente-ambtenaren aanwi jzen.
Het besluit voorziet in de mogelijkheid om de commissie te
splitsen in een aantal kamers. In verband hiermede ligt het in
onze bedoeling om bij de benoeming van het aantal leden rekening
te houden met de instelling van een drietal kamers, waarvoor
derhalve nodig zijn één voorzitter, twee vice-voorzitters en 6
leden, levens verdient het aanbeveling een viertal leden be
schikbaar te houden als plaatsvervangers. Be benoeming geschiedt
voor de tijd van drie jaren, terwijl de betrokkenen terstond
herbenoembaar zijn. Ingevolge artikel 7 van het besluit dient
de raad nog een regeling te treffen nopens de wijze van vervan
ging van de voorzitter, vice-voorzitters en leden der huurcom-
missie in geval van afwezigheid of ontstentenis.
Op grond van artikel 8, vierde lid, van de Huurwet zullen
de door de gemeentebesturen ter zake van de nieuwe werkzaam
heden te maken kosten op bij algemene maatregel van bestuur na
der te bepalen wijze worden vergoed.
Het is niet mogelijk thans reeds een inzicht te verkrijgen
in het over een bepaalde periode te houden aantal zittingen; de
practijk zal dit moeten uitwijzen.
In verband met het bepaalde in artikel 2 van meergenoemd
K.B. hebben wij een aantal personen gevraagd of zij bereid zouden
zijn een eventuele benoeming tot voorzitter, vice-voorzitter of
lid van de huurcommissie te aanvaarden. Wij zijn er daarbij van
uitgegaan, dat de beide eerstgenoemde functies zo mogelijk dienen
"te"
