K
•V
Vaststelling bedrag, bedoeld in art. 33, le lid, van het "Besluit
buitengewoon lager onderwijs 1949".
Bijlage no. 298.
Leeuwarden, 10 November 1955*
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 33, le lid, van het "Besluit buitengeïjoon
lager onderwijs 1949" moet vóór 1 December e.k. door de gemeente
raad voorlopig worden vastgesteld:
a. het bedrag, dat de gemeente in 1954 onderscheidenlijk voor de
school voor zwakzinnigen en de school voor schipperskinderen heeft
uitgegeven ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 55,
onder e tot en met h en p, der Lager-onderwijswet 1920, alsmede
die van instandhouding;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 32 van ge
noemd besluit per leerling bepaalde bedrag in verband met het aan
tal leerlingen van die scholen voor 1954 was beschikbaar gesteld;
c. indien het onder a bedoelde bedrag verschilt met dat onder b, het
bedrag van het verschil.
Met behulp van de cijfers, genoemd in de gemeenterekening over
1954, is de volgende berekening opgemaakt.
Ischool voor
jzwakzinni-
|gen
school voor
schippers
kinderen
Kosten van instandhouding van school
lokalen, alsmede van terreinen voor het
onderwijs in lichamelijke oefening
Onderhoud van schoolmeubelen, aanschaf
fen en onderhouden van schoolboeken,
leermiddelen en schoolbehoeften
Verlichting, verwarming en schoonhouden
van schoolgebouwen
Kosten van schoolbibliotheken
Andere uitgaven ter verzekering van de
goede gang van het onderwijs
Totaal
3-201,85 541,80
3.001,43
9.113,42
307,85
400,21
2.750,37
25,51
108,44
\f 15-624,55 f 3.826,33
De uitgaven voor de school voor schipperskinderen moeten nog worden
verminderd met een bedrag ad 106,37, wegens opbrengst, voortvloei
ende uit de verhuur van schoollokalen voor particuliere lessen, zo
dat het juiste kostenbedrag voor deze school zal bedragen f 3*719,96.
Het krachtens artikel 32 van het "Besluit buitengewoon lager on
derwijs 1949" beschikbaar gestelde bedrag is voor het jaar 1954 vast
gesteld op 81,83 voor de school voor zwakzinnigen en op 86,06
voor de school voor schipperskinderen.
Het gemiddeld aantal leerlingen van de beide hiervoren genoemde
inrichtingen van onderwijs heeft over 1954 bedragen respectievelijk
195 en 41.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te be
sluiten overeenkomstig het hierna volgende ontwerp.
Burgemeester en V/ethouders van Leeuwarden,
J.K. Dijkstra, 1-Burgemeester
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 12 November 1955-