3
Sluiten van kasgeldleningen gedurende 1956.
Bijlageno. 308. Leeuwarden, 1 December 1955»
Aan de Gemeenteraad.
Teneinde gedurende het dienstjaar 1956 in de behoefte aan
vlottende middelen te kunnen voorzien, is het noodzakelijk, dat
opnieuw het gebruikelijke raadsbesluit, houdende machtiging aan
ons college tot het aangaan van tijdelijke geldleningen, wordt
genomen.
Om te voorkomen, dat de niet geconsolideerde schuld van een
gemeente een te grote omvang aanneemt, hebben de Ministers van
Binnenlandse Zaken en van Financiën de colleges van Gedeputeerde
Staten in overweging gegeven er op toe te zien, dat de vlottende
schuld van een gemeente in een dienstjaar niet duurzaam - d.i.
niet anders dan zeer tijdelijk - stijgt boven een bedrag, overeen
komende met 25 io van de op de gemeentebegroting uitgetrokken cre-
dieten (met uitzondering van de hoofdstukken kasvoorzieningen en
verrekeningen)
Het bedrag der geraamde uitgaven op de gewone dienst van de
in ontwerp gereed zijnde gemeentebegroting voor 1956 bedraagt,
onder aftrek van de uitgaven op de hoofdstukken kasvoorzieningen
en verrekeningen, 15240635--
Het z.g. algemeen kasgeldleningsbesluit zal derhalve ten
hoogste een bedrag van 25 van 15.240.635-- of rond
3*810.000,-- mogen omvatten.
Onder overlegging van het advies van de Financiële Commissie
stellen wij U voor over te gaan tot vaststelling van het hierna
in ontwerp afgedrukte besluit.
Burgemeester en "Wethouders van Leeuwarden,
A.A.IvJ. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 3 December 1955-