H. zuivering.
1. voor een verklaring, waaruit blijkt, dat geen ongedierte is aan
getroffen:
a. in de woning 1,
b. in de inboedel 1,
2. voor het zuiveren van een perceel, vaartuig of woonwagen van on
gedierte, met inbegrip van het afgeven van de verklaringen als
bedoeld in het voorgaande lid, per m3 0)25
3. voor het in het zuiveringsgebouw zuiveren van goederen van onge
dierte, behoudens het bepaalde in het volgende lid,
per v m3 3,
4. voor het in het zuiveringsgebouw zuiveren van een piano of van
een orgel van ongedierte 12,50
5. voor het afhalen en terugbrengen der in artikel 4, letter H,
sub J en 4 genoemde goederen,
per half man-uur 3
Artikel 5.
1De hoge of model privaatton wordt éénmaal per week verwisseld bij
een gezinssterkte van 5 personen en daar beneden en de verkiemde
of kruiston eenmaal per week bij een gezinssterkte van 4 personen
en daar beneden.
2. Bij een grotere gezinssterkte dan vermeld in het voorgaande lid kan,
ter beoordeling van de directeur van de gemeentereiniging, in bijzondere
gevallen, het venwisselen van.een privaattaimeer dan eenmaal per week,zor
der verhoging van rechten, worden toegestaan.
3. Het verwisselen van een privaatton ten behoeve van percelen als be
doeld in artikel 4, letter A, sub 1b, geschiedt éénmaal per week.
4* Voor de inzameling van huisvuil wordt per perceel één vuilnisemmer in
gebruik afgestaan.
5. In bijzondere gevallen kunnen, ter beoordeling van de directeur van
de gemeentereiniging, meer vuilnisemmers beschikbaar worden gesteld.
6. De diensten genoemd in artikel 4, letter 3, sub 1 en 2 worden ten
hoogste tweemaal per week verricht.
7. Tuinafval, emballage of andere grove stoffen mogen zonder betaling
van enig recht - gebundeld in afmetingen van ten hoogste 20 x 50 x
100 cm en tot een zodanig gewicht, dat het door één persoon kan
worden gedragen - tegelijk met de normale lediging van vuilnisemmers
aan de gemeentereiniging voor afvoer worden aangeboden.
8. Bij verhuizing moet de vuilnisemmer in het ontruimde perceel worden
achtergelaten.
Artikel 6.
1. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December.
2. Het verschuldigde recht wordt bij vooruitbetaling voldaan, behou
dens in het geval, dat het recht eerst na de dienstverlening kan
worden bepaald;
het recht moet alsdan worden voldaan binnen 10 dagen nadat dit ter
kennis van de belastingschuldige is gebracht.
3. Het recht voor de diensten bedoeld in artikel 4, letter S, sub 1 en
2 is;
a. ten volle verschuldigd, wanneer de belastingplicht aanvangt vóór
1 Juli van het belastingjaar;
b. voor de helft verschuldigd, wanneer de belastingplicht aanvangt
op of na 1 Juli van het belastingjaar;
c. niet verschuldigd, wanneer de belasting over het desbetreffende
belastingjaar voor een ander perceel in de gemeente is betaald.
'4 -
4. Indien de belastingplicht voor de diensten genoemd in artikel 4,
letter A, sub 1a, 1b en 1d, en letter D, sub 1b, aanvangt in de
loop van het belastingjaar, wordt het verschuldigde recht gesteld
op zoveel vierden van de da.'-r genoemde bedragen, als er kwartalen
in het belastingjaar vallen, waarin van deze diensten gebruik wordt
gemaakt
Artikel 7*
1Onjuist in rekening gestelde rechten kunnen ambtshalve worden ver
minderd of teniet gedaan, zolang niet sedert het tijdstip waarop
deze rechten verschuldigd waren, drie jaren zijn verstreken.
2. Indien de belastingplichtige niet anders dan met buitengewoon be
zwaar in staat is het recht te voldoen, kan dit op zijn verzoek ge
heel of gedeeltelijk door burgemeester en wethouders worden afge
schreven
3. Terugbetaling van geïnde rechten vindt op schriftelijk verzoek van
de belastingplichtige plaats:
a. voor de helft, indien een aanvraag om dienstverlening wordt in
getrokken, voordat met de uitvoering van deze dienst een aanvang
is gemaakt;
b. voor zoveel vierde gedeelten van het bedrag van het recht als
er nog volle kwartalen in het belastingjaar resteren, waarin van
de diensten bedoeld in artikel 4, letter A, sub 1a, 1b en 1d en
letter D, sub 1b, geen gebruik wordt gemaakt, met dien verstande,
dat voor de diensten genoemd in artikel 4, letter A, sub la en
1b, alleen terugbetaling plaats vindt, indien het afschaffen van
een privaatton een gevolg is van de faecaliënafvoer op het ge
meenteriool of, voor zoveel betreft de diensten genoemd in ar
tikel 4, letter A, sub 1a, van onbewoonbaar verklaren van een
perceel
c. voor de helft bij dienstverlening, bedoeld in artikel 4, letter
E, sub 1 en 2, indien de belastingplichtige vóór 1 Juli van het
belastingjaar verhuist naar een andere gemeente of naar een ander
perceel in de gemeente, waarvoor de gemeentereiniging in dat jaar
deze diensten niet verleent.
Artikel 8.
Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten on
rechte is afgezien van het in rekening stellen van rechten, dan wel de
in rekening gestelde rechten ten onrechte teniet zijn gedaan of ver
minderd of rechten tot een te laag bedrag in rekening zijn gesteld,
kunnen de te weinig geheven rechten worden nagevorderd zo lang niet
sedert het tijdstip waarop zij verschuldigd waren, drie jaren zijn
verstreken.
Artikel 9-
De invordering van de krachtens deze verordening verschuldigde
rechten geschiedt tegen kwijting door of namens de administrateur van
de gemeentereiniging.
Artikel 10.
Bij weigering of nalatigheid de verschuldigde rechten te voldoen
geschiedt de invordering overeenkomstig de artikelen 291 tot en met
295 van de gemeentewet.
"Art.11."