Artikel 11 Voor de toepassing van de artikelen 299 en 300 van de gemeentewet treedt de administrateur van de gemeentereiniging of diens vervanger in de plaats van de raad of van de burgemeester. Artikel 12. 1. Deze verordening treedt, voor zoveel de diensten genoemd in artikel 4, letter A, sub 1a, 1b en ld, letter D, sub 1b, en letter E, sub 1 en 2 betreft, in werking met ingang van 1 Januari 1956 en voor zoveel de overige diensten betreft, met ingang van de dag volgende op die, waarop de Koninklijke goedkeuring door het gemeentebestuur is ont vangen. 2. Met ingang van 1 Januari 1956 vervalt de verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten vastgesteld bij besluit van de raad van 28 Juni 1950 (gemeenteblad no. 9): goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 25 Augustus 1950, no. 19,en gewijzigd bij besluit van de raad van 13 Mei 1952 (gemeenteblad no. 16) van 26 Januari 1955 (ge meenteblad no. 9)goedgekeurd bij Koninklijk besluit respectievelijk van 18 Juni 1952, no. 8, en van 2 Haart 1955j no* 5j met dien ver stande, dat zij voor de overige diensten als bedoeld in het voorgaan de lid, van kracht blijft tot de dag, volgende op die, waarop de Koninklijke goedkeuring van deze verordening door het gemeentebestuur is ontvangen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Ontslag onderwijzer gemeenteschool no. 3 (v.g.l.o.). Bijlage no. 311* Leeuwarden, 1 December 1955* Aan de Gemeenteraad. In verband met zijn benoeming tot leraar tuinbouw te Drachten verzoekt de heer C.S. Stapensea, onderwijzer aan gemeenteschool no. 3 (voortgezet gewoon lager onderwijs), alhier, hem alszodanig ont slag te verlenen. Onder overlegging van zijn daartoe strekkend verzoekschrift stellen wij U voor het gevraagde ontslag eervol te verlenen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T. Bakker, Secretaris. Verzonden 3 December 1955*

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 511