wo. 1ó42o. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 December 1955 (bijlage no. 313); BESLUIT I. de gemeente koopt en neemt in volle en vrije eigendom over van: a. Johannes de Bruijn, Aronskelkweg 51 "te 's Gravenhage; b. Antje de Bruijn, gehuwd met Anne Gerard Hendrikus Kroneman te Aalten, Wehmerstraat 2; c. Andries de Bruijn, Govert Plinckstraat 23 te Utrecht; d. Franzina M. de Bruijn, gehuwd met Franoiscus Jan Christiaan Westerweel te Spaarndam, Pol 1 e. Maria Gerarda Kwint, weduwe van Fieter de Bruijn te Driebergen, Hoofdstraat 160 de percelen, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie E, nos. 219 en 220, groot -.34.40 ha, resp. 2.01.70 ha, voor een koopprijs, berekend naar 1,25 per m2 en verder onder de volgende voorwaar den: 1de grond wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aan wezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en las ten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van hypotheek; 2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden der akte van overdracht 3. vanaf de dag van levering komen alle lasten van de over te dra gen percelen voor rekening van de gemeente Leeuwarden; 4. de gemeente Leeuwarden treedt met ingang van de onder 3 bedoel de datum in alle rechten en verplichtingen van de verpachters van de gekochte percelen; de lopende pachtsom zal vanaf die da tum tussen partijen worden verrekend; 5. de verkopers zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 6. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbin ding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het bur gerlijk wetboek; 7. alle op de overdracht vallende kosten komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden; II. de onder I bedoelde percelen worden ondergebracht in het grondbe drijf. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Voeren van verweer tegen A. Fahner met betrekking tot de vorde ring van een gedeelte van de woning "Wijbrand de Geeststraat 11. Bijlage no. 314- Leeuwarden, 1 December 1955' Aan de Gemeenteraad. Op 20 October 1955 vorderden wij, overeenkomstig het een stemmig advies van de op één lid na voltallige commissie, be doeld in artikel 8 van de Woonruimtewet 1947, een gedeelte van de woning Vijbrand de Geeststraat 11. Aangezien de eigenaar van deze woning, A. Fahner, zich met deze vordering niet kon verenigen, dagvaardde hij de gemeente Leeuwarden in kort geding voor de president van de arrondisse mentsrechtbank, daarbij vorderende: primair: nietigverklaring, althans vernietiging van de vordering subsidiair: een rechterlijk bevel aan de gemeente om zich te onthouden van elke maatregel, die de strekking zou hebben aan vorenbedoelde vordering uitvoering te geven, zulks op straffe van dwangsom. Op grond van het bepaalde in artikel 209, onder r, van de Gemeentewet hebben wij terstond maatregelen getroffen ter voor koming van verlies van rocht. De president van de rechtbank heeft op 8 November j.l. uit spraak gedaan ten gunste van de gemeente en de eis ontzegd. Fahner, die zich hiermede niet heeft kunnen verenigen, is van deze uitspraak in appèl gegaan bij het gerechtshof, zodat de gemeente haar standpunt in deze thans nader dient te bepalen. Met betrekking tot de zaak zelve merken wij het volgende op. Fahner kocht de woning fiijbrand de Geeststraat 11 omstreeks begin Juli 1955- Op 14 Juli 1955 ontving hij van de gemeente een vergunning tot bewoning van het benedengedeelte, nadat hij zich tevoren schriftelijk bereid had verklaard om, bij eventueel vertrek van het gezin, dat het pand mede-bewoonde, een ander, van gemeentewege aan te wijzen, passend gezin op te nemen. Toen evenwel de gemeente, nadat het inwonende gezin inderdaad vertrok ken was, het gezin J. de Boer als nieuwe bewoners van de boven verdieping aanwees, bleek Fahner niet bereid te zijn dit gezin als medebewoners te aanvaarden, zodat tot vordering moest worden overgegaan. Gezion het verloop van de procedure tot dusverre zijn wij, met de rechtskundig adviseur van de gemeente, wiens advies bij de stukken is overgelegd, van mening, dat de gemeente tegen de in appèl ingestelde vordering verweer moet voeren. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten tot vast stelling van het hierna afgedrukte ontverp-besluit Burgemeester en l'cthouders van Leeuwarden, A.A.Ii. van der Heulen, Burgemeester. T. Bakker, Secretaris. Verzonden 3 December 1955»

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 515