■sun KiJUHiyk j?4jljhksi Wo. 16462. DE RAAD DER GEMEENTE LEEDWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 December 1955 (bijlage no. 318); BESLUIT de gemeente verhuurt aan de N.V. R. Vermeulen en l,onen, bouwmate rialen-handel te Leeuwarden de beide dagwinkels, staande aan de Tuinen Z.Z., hoek Voorstreek, plaatselijk gemerkt Tuinen 2 en 211, met inbegrip van de drie lichtramen, alsmede de op de perce len aanwezige reclamezuil, voor een totale huurprijs van f. 1.500,- per jaar en verder onder de voorwaarden, zoals die zijn vermeld in de bij dit besluit behorende overeenkomst. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Instellen rechtsvordering tegen erven J.O. Koning e.c. Bijlage no. 3'9- Leeuwarden, 3 December 1955- Aan de Gemeenteraad. Bij besluit van Uw raad van 13 Mei 1952 werden van Jarig Ouwes Koning e.c. te Hardegarijp, aangekocht de percelen weiland, gelegen ten noorden van de Harlingertrekweg, alhier, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D, no. 4754 (groot 3.81.70 ha), no. 1176 (groot 3.42.00 ha) en no. 1175 deels (groot 2.18.85 ha). Dit raadsbesluit werd door gedeputeerde staten van Friesland goedgekeurd bij besluit van 3 Juni 1952, no. 192. De akte van overdracht van de onroerende goederen werd op 28 Juni daarna ten overstaan van notaris F.J. Rensing, alhier, gepasseerd. Uit deze akte blijkt, dat onmiddellijk na het verlijden daarvan en na betaling van de koopsom, hetgeen tegelijkertijd heeft plaats gehad, de eigendom van het gekochte op de gemeente is overge gaan en dat de gemeente op 28 Juni 1952 is getreden in de rechten en verplichtingen van de verpachters van de landerijen, zoals deze zijn vastgelegd in het pachtcontractdat werd geregistreerd te Leeuwarden op 4 April 1951 - Volgens dit pachtcontract, dat werd gesloten voor het tijdvak van 31 Maart 1951 tot 1 November 1957, moet de pachtsom bij vooruitbeta ling worden voldaan vóór of op 1 Mei van ieder pachtjaar, voor het eerst vóór of op 1 Mei 1951, over het pachtjaar 1 Maart 1951 tot 1 Maart 1952. Uit een door de pachters overgelegde kwitantie is ge bleken, dat zij op 30 April 1952 de pacht voor de betreffende lande rijen over een vol jaar aan de erven Koning (de heer J.O. Koning is thans overleden) vooruit hebben betaald, derhalve over het tijdvak van 1 Maart 1952 tot 1 Maart 1953* Daar het steeds practijk is, dat bij overdracht van onroerend goed een onderlinge verrekening van pacht- of huurpenningen plaats heeft en het in verband hiermede naar onze mening niet aangaat de erven Koning in het bezit te laten van de pachtpen- ningen over het tijdvak van 28 Juni 1952 (datum eigendomsoverdracht) tot 1 Maart 1953, over welk tijdvak de erven Koning uiteraard geen eigenaren van het onroerend goed meer waren en dientengevolge geen enkele verplichting tegenover de pachters meer hadden, terwijl op de gemeente krachtens de pachtverhouding alle verplichtingen rustten, heb ben wij bij de genoemde erven op verrekening aangedrongen. Hierbij komt nog het volgende. In pachtcontracten ten aanzien van los land wordt in Friesland in verreweg de meeste gevallen het systeem gevolgd, dat de pacht bij verpachting van Maart tot Maart wordt betaald omstreeks 1 No vember. In het onderhavige geval waarin het eveneens een verpachting van los land betreft, is echter in het pachtcontract het systeem gevolgd, dat de pacht bij vooruitbetaling plaats heeft op een datum, liggende in het begin van het boekjaar, welk systeem derhalve als ongebruikelijk kan worden aangemerkt. Voorts was in het pachtcontract de overigens nietige clausule opgenomen, dat bij verkoop of onteigening van het ver pachte of een gedeelte daarvan de pachtovereenkomst is geëindigd voor wat betreft het verkochte of onteigende gedeelte per November van het lopende pachtjaar, zonder verplichting tot enige schadeloosstelling jegens de pachters. Na het aanbod tot verkoop van de zijde van de erven Koning, derhalve in het verschiet van de verkoop met de ontbindende voorwaarde in het pachtcontract, hebben de genoemde erven de pacht op 30 April 1952 over een vol jaar bij vooruitbetaling geïnd. Bij een dergelijke ongebruikelijke gang van zaken had normaliter verwacht kun nen worden, dat men de gemeente terzake nader had ingelicht. Nu zulks "niet"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 521