niet is geschied, spreekt de verplichting tot verrekening des te ster
ker. Herhaalde pogingen onzerzijds om tot verrekening te komen, hebben
echter niet tot het gewenste resultaat mogen leiden. De erven Koning
staan op het standpunt, dat zij ten tijde van het verschijnen van de
pachtpenningen (vóór of op 1 Mei 1952) de enige gerechtigden daartoe
waren, dat deze pachtpenningen terecht door hen zijn ontvangen en dat
niet is in te zien Waarom deze pachtpenningen na de verkoop van de
landerijen met de gemeente zouden moeten worden verrekend.
Zoals reeds uit het vorenstaande blijkt, kunnen wij ons met dit
standpunt niet verenigen, terwijl de aangevoerde argumenten ons niet
van het gelijk van de erven Koning hebben kunnen overtuigen. Wij blij
ven ons op het standpunt stellen, dat de gemeente aanspraak heeft op
verrekening.
Uit het bovenstaande is het intussen wel duidelijk geworden, dat
wij mef de erven Koning niet tot overeenstemming kunnen komen.
Alvorens deze aangelegenheid aan U voor te leggen, hebben wij op
grond van artikel 209, onder r, juncto artikel 235, van de Gemeentewet
een rechtskundig onderzoek omtrent het vorenstaande doen instellen.
Het resultaat van ait onderzoek hebben wij bij de stukken voor U ter
inzage gelegd. Uit het betreffende advies blijkt, dat ons inzicht met
betrekking tot de rechten van de gemeente als juist worden beschouwd
en dat er alle aanleiding bestaat hen in rechten tot betaling van de
ten onrechte door hen genoten pachtpenningen tot een bedrag van
1130,68 (vermeerderd met de wettelijke rente) aan te spreken. Wij
geven U dan ook in overweging te besluiten overeenkomstig het hierbij
gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 3 December 1955
■iM -rgii- r.ffl
No. 16511
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het ingewonnen rechtskundig advies van 19 November 1955;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 Decem
ber 1955 (bijlage no. 319);
Gelet op de artikelen 177, 228 en 233 der Gemeentewet;
BESLUIT
tot het voeren van een rechtsgeding door het instellen van een eis
in rechten bij de rechtbank in het arrondissement Leeuwarden, te
Leeuwarden, inzake betaling aan de gemeente door de erven J.O. Koning
e.c. te Hardegarijp, van de ten onrechte door laatstgenoemden over het
tijdvak van 28 Juni 1952 tot 1 Maart 1953 genoten pachtpenningen voor
de ten noorden van de Harlingertrekweg gelegen landerijen, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, sectie D, nos. 4754, 1176 en 1175 (geó.),
tot een bedrag van 1.130,68, vermeerderd met de 'wettelijke rente.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.