No. 17516.
BE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 De
cember 1955 (bijlage no. 354);
BESLUIT!
de gemeente koopt en neemt in volle en vrije eigendom over van de
provincie Friesland een gedeelte van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Huizum, sectie H, no. 89, groot plm. 6.00.00 ha, welk ge
deelte op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd is aan
gegeven tegen een koopsom van f. 1en verder onder de volgende
voorwaarden:
1de grond wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aanwe
zig is, met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en
daaraan verbonden rechten, doch vrij van hypotheek;
2. het onderhoud van de sloot, welke door koopster is gegraven langs
de zuidelijke en westelijke grens van het over te dragen perceels
gedeelte, komt geheel ten laste van de gemeente Leeuwarden; de be
doelde sloot is over de volle breedte in de eigendomsoverdracht
begrepen;
3. om het recreatie-oord, te stichten op het over te dragen perceels
gedeelte, mag langs de provinciale oevers niet worden gemeerd;
teneinde het recreatie-oord te bereiken, mogen in de Greuns geen
vaartuigen aanleggen;
4. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van
overdracht
5. alle zakelijke lasten en belastingen, welke van het over te dra
gen perceelsgedeelte geheven worden, komen vanaf 1 Januari 1956
voor rekening van de gemeente Leeuwarden;
6. de provincie Friesland is tot geen andere vrijwaring gehouden
dan tot die, welker uitsluiting de wet niet toestaat;
7. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijk wet
boek;
8. de op de overdracht en de levering vallende kosten komen voor re
kening van de gemeente Leeuwarden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Bijdragen kernphysisch onderzoek N.V. K.E.M.A.
Bijlage no. 335. Leeuwarden, 23 December 1955-
Aan de Gemeenteraad.
Bij schrijven van 5 Juni 1952 heeft de directie van de N.V.
K.E.M.A. de aandeelhouders, waartoe, zoals U bekend is, ook onze ge
meente behoort, op de hoogte gebracht van de medewerking van deze
vennootschap bij het onderzoek op het gebied der atoomenergie, voor
zover van belang voor de energievoorziening.
Uit dit schrijven blijkt, dat de Regering de in ons land aanwe
zige hoeveelheid uranium, groot genoeg om er een zwaar-water-uranium-
reactor mede te kunnen bedrijven - maar waarvoor het zware water ter
waarde van 7 millioen gulden ontbrak - ter beschikking heeft gesteld
van de Stichting Fundamenteel Onderzoek der Materie (de z.g. F.O.M.).
Deze stichting heeft contact gezocht met de Noorse Stichting voor kern
physisch onderzoek, die in de omgekeerde positie verkeerde, n.l. wel
te beschikken over zwaar water, maar niet over uranium. Dit contact
heeft geleid tot het in het leven roepen van een gemengde Noors-
Nederlandse Commissie (de z.g. Joint Commission) en tot het in be
drijf stellen van een gezamenlijk uranium-reactor te Kjeller, nabij
Oslo. Daartoe door de Regering in sta.at gesteld, kon de F.O.M. niet
alleen het benodigde te harer beschikking staande uranium voor dit
doel afstaan, maar bovendien voor een aantal jaren de verplichting
aanvaarden een gedeelte van de kosten van exploitatie van deze Noors-
Nederlandse instelling voor haar rekening te nemen.
Op deze wijze is een goede basis voor onderzoek verkregen, waar
in de F.O.M. ook gaarne de K.E.M.A. heeft willen betrekken. Op voor
stel van de F.O.M. is een reactorwerkgemeenschap F.O.M.-K.E.M.A. in
het leven geroepen, speciaal belast met het verrichten van de werk
zaamheden, welke o.m. verband houden met de voorbereiding van het
eventuele gebruik van atoomenergie voor electriciteitsproductieDe
hieruit voortvloeiende werkzaamheden worden o.a. ook in het speur
werklaboratorium van de K.E.M.A. verricht.
De kosten van deze F.O.M.-K.E.M.A-werkgemeenschap, die onder
leiding is gesteld van de chef van het speurwerklaboratorium van de
K.E.M.A., zullen uiteraard mede door de K.E.M.A. moeten worden gedra
gen. De K.E.M.A. zal terzake gedurende vijf jaren jaarlijks een
bedrag van f. 125.000,-- ter beschikking van de F.O.M. stellen, van
welk bedrag f. 50.000,-- door de F.O.M. zal worden gebruikt voor de
financiering van het reactor-onderzoek in het algemeen, terwijl
f. 75.000,zal worden besteed voor de tewerkstelling in het speur
werklaboratorium van de K.E.M.A. van tenminste drie in K.E.M.A.-
dienst aan te stellen academici met bijbehorende assistenten en
hulpkrachten. Boven het bedrag van f. 125.000,-- zal de K.E.M.A. de
nodige middelen behoeven voor de financiering van de kosten, verbon
den aan de ingebruikneming in het speurwerklaboratorium van de beno
digde ruimten, de aanschaffing van de vereiste normale laboratorium-
outillage, het beschikbaarstellen van het benodigde werkplaatsperso-
neel, het voeren van de benodigde administratie en het geven van de
dagelijkse leiding aan het te verrichten werk. Een en ander komt nu
hier op neer, dat,wanneer alle hiervoor in aanmerking komende aandeel
houders van de K.E.M.A. bereid zijn, gedurende vijf jaren hun jaar
lijkse betaling voor het kortsluitlaboratorium met c.a. 30 te ver
hogen, aan het bovenomschreven plan uitvoering kan worden gegeven.
De directie van de K.E.M.A. verzoekt de aandeelhouders bij genoemd
schrijven van 5 Juni 1952 wel te willen berichten, of met ingang van
1 Juli 1952 op een bijdrage kan worden gerekend.
Zoals U uit het bij de stukken ter inzage gelegde overzicht
"moge"